Informatie voor beheerders
5. Selecteer Best. Opslaan/Doorsturen en stel de bestemming voor doorsturen in.
A
Selecteer Doorsturen.
B
Selecteer Ja. Om de documenten automatisch af te drukken en ze door te sturen, selecteert u in plaats
daarvan Ja en afdrukken.
C
Selecteer Bestemming > Gegeven toevoegen en selecteer de doorstuurbestemmingen in de lijst met
contactpersonen. U kunt een doorstuurbestemming opgeven.
D
Wanneer u het selecteren voor doorstuurbestemmingen hebt voltooid, tikt u op Sluiten.
E
Controleer of de doorstuurbestemming die u hebt geselecteerd, correct is en selecteer vervolgens Sluiten.
F
Selecteer in Opties als doorsturen mislukt of ontvangen documenten moeten worden afgedrukt of dat u ze
wilt opslaan in het Postvak IN van de printer wanneer het doorsturen mislukt.
Belangrijk:
c
Wanneer het Postvak IN of een vertrouwelijke map vol is, is het ontvangen van faxberichten uitgeschakeld. U
moet de documenten verwijderen uit het Postvak IN wanneer ze zijn gecontroleerd. Het aantal documenten dat
niet kon worden doorgestuurd, wordt weergegeven in
6. Selecteer Sluiten om de instellingen voor Best. Opslaan/Doorsturen te voltooien.
Opmerking:
U kunt instellen dat de printer een e-mail verzendt naar mensen die u op de hoogte wilt brengen wanneer faxberichten
zijn doorgestuurd. Selecteer indien nodig E-mailmeldingen, stel de processen in en selecteer vervolgens in de
contactpersonenlijst de bestemming waarnaar u de meldingen wilt verzenden.
7. Selecteer OK tot u terugkeert op het scherm Instellingen opsl./doorsturen om Voorw. opslaan/doorsturen te
voltooien.
8. Selecteer het geregistreerde vak waarvoor u een voorwaarde wilt instellen en selecteer vervolgens Inschakelen.
De voorwaardelijke instellingen voor het opslaan van ontvangen faxberichten zijn geconfigureerd. U kunt indien
nodig Algemene instellingen instellen. Voor details wordt verwezen naar de toelichting voor Algemene
instellingen in het menu Instellingen opsl./doorsturen.
Opmerking:
❏ De voorwaardelijke instellingen voor het doorsturen van ontvangen faxberichten zijn geconfigureerd. U kunt indien
nodig Algemene instellingen instellen. Voor details wordt verwezen naar de toelichting voor Algemene instellingen in
het menu Instellingen opsl./doorsturen.
❏ Als u een gedeelde map in een netwerk of een e-mailadres hebt geselecteerd als de doorstuurbestemming, raden wij u aan
te testen of u een gescande afbeelding naar de bestemming kunt sturen in de scanmodus. Selecteer op het startscherm
Scannen > E-mail of Scannen > Netwerkmap/FTP, selecteer de bestemming en start het scannen.
>
Instellingen voor gebruik van de printer
425
>
Beschikbare faxfuncties
op het startscherm, naast andere onverwerkte taken.