Informatie voor beheerders
Software die moet zijn geïnstalleerd
❏ Epson ScanSmart
❏ Epson Scan 2 (toepassing vereist voor het gebruik van de scannerfunctie)
Controleren of netwerkscan is ingeschakeld
U kunt de netwerkscanservice inschakelen wanneer u via het netwerk scant vanaf een clientcomputer. De
standaardinstelling wordt ingeschakeld.
1. Open Web Config en selecteer het tabblad Scannen/Kopiëren > Netwerkscan.
2. Controleer of Scannen inschakelen voor EPSON Scan is geselecteerd.
Als deze optie is geselecteerd, is deze taak voltooid. Sluit het Web Config.
Als het selectievakje niet is ingeschakeld, schakelt u dit in en gaat u verder naar de volgende stap.
3. Klik op Volgende.
4. Klik op OK.
Er wordt opnieuw verbinding gemaakt met het netwerk en de instellingen worden ingeschakeld.
Gerelateerde informatie
"Webconfiguratie uitvoeren op een webbrowser" op pagina 318
&
Beschikbare faxfuncties
Voordat u faxfuncties gebruikt
Configureer de volgende opties om de faxfuncties te kunnen gebruiken.
❏ Sluit de printer correct aan op de telefoonlijn en, indien nodig, op een telefoon
❏ Voer de Wizard faxinstelling uit. Dit is vereist voor het configureren van de basisinstellingen.
Configureer desgewenst de volgende opties.
❏ Uitvoerbestemmingen en gerelateerde instellingen, zoals netwerkinstellingen en instellingen van de e-
mailserver
❏ Registratie van Contacten
❏ Gebruikersinstellingen met standaardwaarden voor Fax-menuopties
❏ Rapportinstellingen om rapporten af te drukken wanneer faxen worden verzonden, ontvangen of
doorgestuurd
Gerelateerde informatie
"De printer aansluiten op een telefoonlijn" op pagina 411
&
"De printer klaarmaken voor het verzenden en ontvangen van faxberichten" op pagina 414
&
"De printer klaarmaken voor het verzenden en ontvangen van faxberichten" op pagina 414
&
>
Instellingen voor gebruik van de printer
410
>
Beschikbare faxfuncties