Informatie voor beheerders
Instellingen voor doorsturen configureren voor inkomende faxberichten
U kunt instellen dat faxberichten worden doorgestuurd naar maximaal vijf bestemmingen, e-mailadressen,
gedeelde mappen en/of een ander faxapparaat, ongeacht de afzender of het tijdstip. Als u instellingen maakt voor
het doorsturen van ontvangen faxberichten, moet u de bestemmingen van doorsturen eerst toevoegen aan de
contactpersonenlijst. Om een e-mailadres door te sturen, moet u ook de instellingen van de e-mailserver van
tevoren configureren.
"Een e-mailserver configureren" op pagina 372
"Een gedeelde netwerkmap instellen" op pagina 376
"Contactpersonen beschikbaar maken" op pagina 396
Gekleurde documenten kunnen niet worden doorgestuurd naar een ander faxapparaat. Ze worden verwerkt als
documenten die niet kunnen worden doorgestuurd.
Opmerking:
❏ Behalve het bedieningspaneel van de printer kunt u ook Web Config gebruiken om het doorsturen van ontvangen
faxberichten in te stellen. Selecteer het tabblad Fax > Instellingen opsl./doorsturen > Onvoorwaardelijk opslaan/
doorsturen en configureer vervolgens de instellingen voor doorsturen in Faxuitvoer.
❏ U kunt tegelijkertijd ontvangen faxberichten afdrukken en/of opslaan. Configureer de instellingen in het scherm
Faxuitvoer.
1. Selecteer Instel. op het bedieningspaneel van de printer en selecteer vervolgens Algemene instellingen >
Faxinstellingen.
2. Selecteer Ontvangstinstellingen > Instellingen opsl./doorsturen > Onvoorwaardelijk opslaan/doorsturen.
Wanneer een bericht wordt weergegeven, leest u de inhoud en tikt u vervolgens op OK.
3. Stel maximaal vijf doorstuurbestemmingen in.
A
Selecteer Doorsturen.
B
Selecteer Ja. Om de documenten automatisch af te drukken en ze door te sturen, selecteert u in plaats
daarvan Ja en afdrukken.
C
Bestemming > Gegeven toevoegen en selecteer vervolgens doorstuurbestemmingen in de
contactpersonenlijst. U kunt tot vijf doorstuurbestemmingen opgeven.
D
Tik op Sluiten voor het voltooien van het selecteren van bestemmingen voor doorsturen, en tik vervolgens
op Sluiten.
E
Selecteer in Opties als doorsturen mislukt of ontvangen documenten moeten worden afgedrukt of dat u ze
wilt opslaan in het Postvak IN van de printer wanneer het doorsturen mislukt.
F
Tik op OK.
>
Instellingen voor gebruik van de printer
420
>
Beschikbare faxfuncties