Bediening
Machine aankoppelen
7.4.3
Voedingsleidingen aankoppelen
7.4.3.1
Hydraulische slangleidingen aankoppelen
Gevaar door infecties van personen kan ontstaan als hydraulische olie onder hoge druk
uittreedt en in het lichaam dringt!
Bij het aankoppelen van de hydraulische slangleidingen erop letten dat de hydraulische
installatie aan de tractor en aan de machine drukloos is. De bedieningshendel aan het
stuurapparaat van de tractor steeds in de zweefstand zetten.
Bij verwondingen door hydraulische olie direct een arts raadplegen.
Er kan voor personen gevaar voor verbrandingen, functiestoringen en onder hoge druk
uittredende hydraulische olie ontstaan, als de hydraulische pomp van de tractor
ontoelaatbaar grote hoeveelheden transporteert!
De maximale transportcapaciteit van de hydraulische pomp van de tractor tot op 40 l/min
beperken.
Als er door verkeerd aangesloten hydraulische slangleidingen functiestoringen
optreden, kan voor personen gevaar ontstaan doordat ze bekneld raken, snijwonden
oplopen, gestoten, vastgegrepen of naar binnen getrokken worden!!
Bij het aankoppelen van de hydraulische slangleidingen op de gekleurde markeringen op
de hydraulische stekkers letten.
De toewijzing van de hydraulische slangleidingen op het stuurblok van de machine
controleren als de gekleurde markeringen (stofkappen) ontbreken:
P = persleiding,
T = terugloopleiding.
De comptabiliteit van de hydraulische olie controleren, voordat de machine aan de
hydraulische installatie van de tractor aangesloten wordt.
Geen minerale olie met bio-olie mengen.
De maximaal toelaatbare bedrijfsdruk van de hydraulische olie van 200 bar in acht nemen.
Alleen schone hydraulische stekkers koppelen.
Erop letten dat bij het aankoppelen van de hydraulische slangleidingen geen olie naar de
omgeving lekt.
De hydraulische stekker zover in de hydraulische aansluiting steken tot de hydraulische
stekker voelbaar vastklikt.
Controleren of de koppelpunten van de hydraulische slangleidingen correct vastzitten en
dicht zijn.
Gekoppelde hydraulische slangleidingen:
moeten bij het rijden door een bocht soepel meebewegen, zonder dat er spanning, een
knik of een schuurplek ontstaat,
mogen niet tegen andere componenten aan schuren.
Stand: 08.2022
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
TIP
Vertaling van het origineel Gebruikershandleiding 118832
Hoofdstuk 7
Pagina 115
Bernard van Lengerich