12. Technische gegevens
12.1 Bedrijfscondities
12.1.1 Bedrijfsdruk
Alle pomphuizen zijn voorzien van PN 10
persflenzen.
12.1.2 Bedrijfsmodus
De pompen zijn ontworpen voor continu (S1) bedrijf.
12.1.3 pH-waarde
Pompt
Materiaal
Installatie
ype
variant
SE1,
Standaar
Droog en nat
SEV
d
SE1,
Q
Droog en nat
SEV
SE1,
R
Droog en nat
SEV
SE1,
D
Droog en nat
SEV
*
Voor fluctuerende pH-waarden is het bereik pH
4-14.
12.1.4 Vloeistoftemperatuur
0-40 °C.
Gedurende korte periodes (maximaal 1 uur) is een
temperatuur van maximaal 60 °C toegestaan voor
niet-Ex-uitvoeringen.
Explosieveilige pompen mogen geen
vloeistoffen verpompen met een
temperatuur hoger dan 40 °C.
12.1.5 Omgevingstemperatuur
De toegestane omgevingstemperatuur is -20 tot +40
°C.
Voor explosieveilige pompen met WIO-
sensor moet de omgevingstemperatuur op
de installatielocatie tussen 0 en 40 °C
liggen.
12.1.6 Dichtheid en viscositeit van de verpompte
vloeistof
Bij het verpompen van vloeistoffen met een hogere
dichtheid en / of kinematische viscositeit dan water
dienen motoren met overeenkomstig hogere
vermogens te worden gebruikt.
638
12.1.7 Stroomsnelheid
Houd een minimale stroomsnelheid aan om
afzettingen in de leidingen te vermijden. Aanbevolen
stroomsnelheden:
•
in verticale leidingen: 0,7 m/s
•
in horizontale leidingen: 1,0 m/s.
12.1.8 Maximale kogeldoorlaat
Van 50 to 100 mm, afhankelijk van de
pompcapaciteit.
12.1.9 Maximale aantal inschakelingen per uur
Maximaal 20 inschakelingen per uur.
pH-waarde
12.1.10 Geluidsemissie < 70 dB (A)
•
Metingen zijn uitgevoerd aan droog opgestelde
*
6,5 - 14
pompen in een gesloten systeem.
•
Geluidsmetingen zijn uitgevoerd overeenkomstig
ISO 3743.
*
6-14
•
Geluidsniveau is berekend op een afstand van 1
m conform ISO 11203.
1-14
De geluidsbelasting van de pomp is lager dan de
begrenzende waarden die vermeld staan in de EG-
0-14
richtlijn 2006/42/EC met betrekking tot machines.
12.2 Afmetingen en gewichten
Zie bijlage.
12.3 Opslagtemperatuur
Opslagtemperatuur: -30 tot +60 °C.
12.4 Elektrische gegevens
12.4.1 Voedingsspanning
•
3 × 230 V - 10% / + 6%, 50 Hz
•
3 × 400 V - 10% / + 6%, 50 Hz.
Veiligheidsfactor
De motor heeft een veiligheidsfactor van 1,1.
12.4.2 Beschermingsklasse
IP68, conform IEC 60529.
12.4.3 Isolatieklasse
F (155 °C).