Inhoudsopgave
Advertenties
11. Sluit de voedings- en besturingskabels aan,
indien aanwezig.
Het vrije uiteinde van de voedingskabel
mag niet worden ondergedompeld,
aangezien water dan in de motor kan
doordringen.
5.1.2 Vrijstaande ondergedompelde opstelling
Pompen voor vrijstaande ondergedompelde
opstelling kunnen vrij op de bodem van de put staan.
De pomp moet op een standring worden opgesteld.
Zie afb.
Vrijstaande ondergedompelde opstelling op
een
standring.
De standring is als toebehoren verkrijgbaar.
Om de pomp gemakkelijk te kunnen servicen moet
een flexibele verbinding of koppeling aan de elleboog
van de persleiding worden gemonteerd om deze
gemakkelijk te kunnen ontkoppelen.
Als een slang wordt gebruikt, zorg er dan voor dat
deze niet knikt en dat de inwendige diameter van de
slang overeenkomt met de uitlaat.
Als een starre leiding wordt gebruikt, monteert u de
onderdelen in deze volgorde:
1. verbinding of koppeling
2. terugslagklep
3. afsluitklep.
Als de pomp verondersteld wordt in modderige
omstandigheden of op een ongelijke ondergrond te
staan, plaats deze dan op een solide ondergrond.
Ga als volgt te werk:
1. Bevestig een 90° bocht aan de persopening van
de pomp en monteer hierop de persleiding of -
slang.
2. Laat de pomp in de vloeistof zakken met behulp
van een ketting die aan de hijsbeugel van de
pomp is bevestigd. Plaats de pomp op een vlakke,
solide ondergrond.
3. Hang het uiteinde van de ketting op aan een
geschikte haak aan de bovenkant van de put,
zodat de ketting het pomphuis niet kan raken.
4. Pas de lengte van de voedingskabel aan door
deze op te rollen op een trekontlaster, zodat de
kabel niet beschadigd kan raken tijdens het
functioneren. Maak de trekontlaster vast aan een
geschikte haak boven in de put. Zorg dat de
kabels niet geknikt of afgekneld worden.
5. Sluit de voedings- en besturingskabels aan,
indien aanwezig.
Het vrije uiteinde van de voedingskabel
mag niet worden ondergedompeld
aangezien water dan in de motor kan
doordringen.
609
Advertenties
Inhoudsopgave
