5.1.1 Ondergedompelde opstelling
Pompen die bestemd zijn voor permanente opstelling
kunnen worden geïnstalleerd op een stationair
geleidestangsysteem voor voetbochtsnelkoppeling.
Het voetbochtkoppelsysteem is handig bij onderhoud
en service omdat de pomp gemakkelijk uit de put
gehaald kan worden.
Controleer alvorens aan de
installatieprocedure te beginnen, of de
lucht in de pompput niet mogelijk
explosiegevaarlijk is.
Zorg ervoor dat de leidingen worden
geïnstalleerd zonder onnodige druk uit te
oefenen. Voorkom dat het gewicht van de
leidingen door de pomp moet worden
gedragen. Gebruik losse flenzen om het
installeren te vergemakkelijken en om
spanning op de leidingen bij de flenzen en
bouten te vermijden.
Gebruik geen elastische onderdelen of
balgen in de leidingen. Gebruik deze
elementen nooit om de leidingen uit te
lijnen.
De geleidestangen dienen geen axiale
speling te vertonen, aangezien dit lawaai
veroorzaakt tijdens het bedrijf.
Ondergedompelde pomp op voetbocht
608
Ga als volgt te werk:
1. Boor montagegaten voor de beugel van de
geleidestang binnen in de put en maak deze
provisorisch vast met twee ankerbouten.
2. Plaats het voetstuk van de voetbocht op de
bodem van de put. Gebruik een schietlood om de
juiste positie te bepalen. Zet de automatische
koppeling met zware verankeringsbouten vast. Als
de bodem van de put ongelijk is, moet het
voetstuk van de voetbocht worden ondersteund.
3. Monteer de persleiding volgens de algemeen
gangbare procedure. Stel de leiding niet bloot aan
vervorming of spanning.
4. Plaats de geleidestangen in het voetstuk van de
automatische koppeling en pas de lengte van de
geleidestangen aan de geleidestangbeugel aan
de bovenzijde van de put aan.
5. Schroef de provisorisch bevestigde beugel van de
geleidestang los, plaats deze boven op de
geleidestangen en bevestig deze uiteindelijk
stevig aan de wand van de put. De
geleidestangen dienen geen axiale speling te
vertonen, aangezien dit lawaai veroorzaakt tijdens
het bedrijf.
6. Verwijder eventueel puin uit de put voordat u de
pomp erin plaatst.
7. Bevestig de geleideschoen aan de pompuitlaat en
smeer de afdichting in voordat u de pomp in de
put laat zakken.
8. Schuif de geleideschoen langs de geleidestangen
en laat de pomp in de put zakken door de ketting
te gebruiken die aan de hijsbeugel is
vastgemaakt. Zie afb.
voetbocht. Wanneer de pomp het voetstuk van de
automatische koppeling bereikt en de ketting niet
belast wordt, trekt u deze enkele malen in de
richting van de geleidestang om te zorgen voor
een juiste aansluiting.
9. Hang het uiteinde van de ketting op aan een
stevige haak boven in de put. Houd de ketting
recht maar zorg ervoor dat deze niet onder
spanning staat.
10. Pas de lengte van de voedingskabel aan door
deze op te rollen op een trekontlaster, zodat de
kabel niet beschadigd kan raken tijdens het
functioneren. Zorg ervoor dat de opgerolde kabel
niet in de put kan vallen. Zorg dat de kabels niet
geknikt of afgekneld worden.
Ondergedompelde pomp op