Gebruikershandleiding voor ACH550-02
Code Omschrijving
5 =
+
VL ST
(uitsluitend in
• Er wordt eerst een vliegende start uitgevoerd en de motor wordt
gemagnetiseerd. Als het aantal toeren nul blijkt te zijn, vindt
koppelverhoging plaats
8 =
– Onmiddellijke start vanaf frequentie nul.
RAMP
2102
STOPFUNCTIE
Bepaalt de stopmethode van de motor.
1 =
UITLOOP
uit tot stilstand.
2 =
HELLING
• De deceleratiehelling wordt bepaald door 2203
2206
DECELER TIJD
2103
DC MAGN TIJD
Bepaalt de voormagnetiseringstijd ten behoeve van de DC-
magnetiseringsstartmodus.
• Gebruik parameter 2101 om de startmodus te kiezen.
• Na de startopdracht zal de omvormer gedurende de hier
ingestelde tijd de motor voormagnetiseren en daarna de motor
starten.
• Stel de voormagnetiserings tijd net lang genoeg voor volledige
magnetisering van de motor. Een te lange tijd veroorzaakt
oververhitting van de motor.
2104
DC HOLD CTL
Selecteert of de gelijkstroom voor het remmen wordt gebruikt.
0 =
NIET GESELEC
2 =
DC REMMEN
• Schakelt na het stoppen van de modulatie de DC-injectierem in.
• Als parameter 2102
wordt er geremd na deactivering van start.
• Als parameter 2102
wordt er geremd na de helling.
2106
DC STROOM REF
Bepaalt de DC-stroomreferentie als een percentage van parameter
9906
MOT NOM STROOM
2107
DC REMTIJD
Bepaalt de DC-remtijd nadat modulering is beëindigd, als parameter
2104 is 2 (
Parameterlijst en beschrijvingen
– Zowel vliegende start als koppelverhoging
BST
:
modus).
SCALAR
FREQ
– Het motorvoeding wordt onderbroken. De motor loopt
– Er wordt een deceleratiehelling gebruikt
2 (afhankelijk van welke actief is).
– Er wordt geen gelijkstroom gebruikt.
- Schakelt de DC-injectierem in.
STOP FUNCTIE
STOP FUNCTIE
.
).
DC REM
Bereik
1=UITLOOP, 2=RAMP
DECELER TIJD
0...10 s
0=NIET GESEL,
2=DC REMT
gelijk is aan 1 (
UITLOOP
gelijk is aan 2 (
HELLING
0...100%
0...250 s
1 of
), dan
), dan
249