7. Pompwisseling
Deze applicatiemacro is bedoeld voor toepassingen voor
pompwisseling en wordt meestal in boosterstations in gebouwen
gebruikt. De druk in het netwerk wordt door de
snelheidsverandering van de pomp bijgesteld, in overeenkomst
met het signaal dat van de druktransducer wordt ontvangen.
Daarnaast voegt het direct online hulppompen toe als dit nodig
is. Standaard kan deze macro één hulppomp gebruiken. Om
meer hulppompen te gebruiken, moet u parameter
PFC REGELING
Als in de AUTO-modus een proces PI(D) wordt gebruikt, moet
het feedbacksignaal aan de analoge ingang 2 (AI2) worden
aangesloten en wordt de opdracht START met de digitale
ingang (DI1) gegeven. Standaard wordt de setpoint vanaf het
bedieningspaneel ingesteld. Het kan echter ook naar analoge
ingang 1 worden gewijzigd. Proces PI(D) moet in bedrijf worden
gesteld en met parameters worden bijgesteld
INSTELLINGEN) of met gebruik van de PID-besturingsassistent
(aanbevolen).
126
Gebruikershandleiding voor ACH550-02
raadplegen. Zie onderstaande afbeelding.
Applicatiemacro's en bedrading
Groep 81:
(Groep 40: PID 1