Eindwaarde bij
analoge signalen
Uitgangssignaal bij
meetbereikonder-/-
overschrijding
KONFIG 1
Parameter
ENDWERT
RANGEFKT
10 Configuratieniveau 1
AUSGÄNGE
Waarde/
Omschrijving
selectie
100.
-1999 ... 100 ... +9999 digit
Aan het meetwaardebereik van een
ingangsgrootte wordt een fysisch
uitgangssignaal ingedeeld.
Bijv:
Via uitgangssignaal (0...20mA) zal
setpoint 1 (waardebereik:
150...500°C) uitgegeven worden.
D.w.z.: 150 ... 500°C
Nulpunt: 150
Eindwaarde: 500
H
0.
0 ...101
101=laatste uitgangssignaal wordt
De uitgang geeft een gedefinieerd
signaal uit.
H
Fabrieksmatige instellingen zijn vet afgebeeld.
AUSGANG1
0 ... 20mA
Instelling bij regelaaruitgangen
voor koeling
Bij continuregelaars met
directe werkwijze (bijv.
koelen of driepuntsreg-
laars moeten de volgende
instellingen worden
opgegeven:
Nulpunt:
0
Eindwaarde: -100
gehandhaafd
Is de uitgang een regelaar-
uitgang, dan schakelt de re-
gelaar naar handbediening om
en dan gelden de instellingen
voor de handregeluitgang.
vHoofdstuk 10 „Regelaar"
59