Inhoudsopgave
Advertenties
H
10.4 Uitgangen
Uitgang 1
...
Uitgang 6
h Eindwaarde E (4) opgeven
M2 + ∆
E
A
M1
Wordt de nakalibratie zonder referentiemeetinstrument doorgevoerd,
dan moet bij het in gebruik nemen van meetpunt (3) rekening worden
gehouden met de offset ∆ .
Om de nakalibratie ongedaan te maken, moet de begin- en eindwaarde met
dezelfde waarde geprogrammeerd worden. Hierdoor wordt de beginwaarde
op 0 en de eindwaarde op 1 gezet.
Latere nakalibraties hebben betrekking op de reeds gecorrigeerde grafiek.
Hier worden de uitgangen geconfigureerd.
KONFIG 1
Parameter
AUSGANG1
...
AUSGANG6
10 Configuratieniveau 1
1
Aanduidingswaarde
(2)
(1)
M1
Ongecorrigeerd kengetal
Gecorrigeerd kengetal
M1 = Meetwaarde 1
M2 = Meetwaarde 2
AUSGÄNGE
Waarde/
selectie
-
-
-
Fabrieksmatige instellingen zijn vet afgebeeld.
(3)
(4)
∆ = A - M1
Meetwaarde
van de regelaars
M2
A = Beginwaarde
E = Eindwaarde
∆ = Offset
Omschrijving
Configuratie van de uitgangen bijv.
van uitgang 1 zie hieronder.
57
Advertenties
Inhoudsopgave
