Pagina 1
JdTRON 16.1 Compacte microprocessorregelaar B 70.3011 NL Gebruiksaanwijzing 11.99/00348736...
Pagina 2
Wanneer er bij de inbedrijfname toch moeilijkheden optreden dan verzoeken wij u om geen ontoelaatbare handelingen aan het instrument uit te voeren. U brengt daarmee de garantie in gevaar! Neem s.v.p contact op met uw JUMO-ver- tegenwoordiging.
Inbouw en uitnemen regelaarmodule h Meegeleverde afdichting op de behuizing plaatsen. h De regelaar aan de voorzijde in de paneel- uitsparing schuiven. Afdichting h Vanuit de achterzijde van het paneel het be- vestigingsframe over de behuizing schui- ven en met de veren tegen de achterzijde van het paneel drukken tot de borgingen in de daarvoor bedoelde uitsparingen vallen en een voldoende bevestiging is bereikt.
Elektrische aansluiting Installatie-instructies - Bij de keuze van het kabelmateriaal, bij de installatie en bij de elektrische aansluiting van het instrument moeten de voorschriften van de VDE 0100 "Bestimmungen über das Errichten von Starkstromanlagen mit Nennspannungen unter 1000 V" resp. de geldende nationale voorschriften worden aangehouden.
Pagina 11
- Sensor- en interfacekabels getwist en afgeschermd uitvoeren. Niet in de buurt van stroomvoerende onderdelen of kabels leggen. - Op de netspanningsklemmen van het instrument geen andere verbruikers aansluiten. - Het instrument is niet geschikt voor installatie in een explosiegevaarlijke omgeving. - Naast een onjuiste installatie kunnen ook verkeerd ingestelde waarden op de regelaar (inge- stelde waarde, instellingen parameter- en configuratieniveau, wijzigingen intern in het instru- ment) het navolgende proces v.w.b.
Bedienen Display‘s en toetsen Aanduiding gemeten waarde rood, 10mm hoog, 4 decaden Aanduiding setpoint groen, 7mm hoog, 4 decaden PGM-toetsen voor selectie van de parameter Afnametoets voor het wijzigen van waarden Toenametoets voor het wijzigen van waarden EXIT-toets voor het verlaten van de niveau‘s LED voor gradiënt-/programmafunctie indien geconfigureerd, licht deze groen op LED voor schakelstand...
Bedieningsprincipe Over het algemeen geldt: h Overgaan naar het volgende niveau met (toets min. 2 sec. indrukken!) h Overgaan naar de volgende parameter h Terug naar standaard aanwijzing met Standaard aanwijzing Op de display‘s worden de gemeten waarde en het actieve setpoint resp. het programma-/gra- diënt-setpoint weergegeven.
Pagina 15
Parameterniveau Hier worden de grenswaarden van de grens- Parameter- waardecontacten en de regelparametersw ge- niveau programmeerd. Het instrument heeft twee para- metersets. Omschakelen tussen de parame- tersetaanwijzing via parameter Pb.1. v Hoofdstuk 6.4 Pb.1 Configuratieniveau Hier worden de basisfuncties van het instru- ment ingesteld.
Setpoints en parameters invoeren De invoer van parameters en setpoints volgt via doorlopend wijzigen van de waarde. De wijzi- gingssnelheid wordt verhoogd naarmate de toets langer ingedrukt wordt gehouden. h Verhogen van het setpoint (parameters) met Bijv.: Setpoint wijzigen in h Verlagen van het setpoint (parameters) met de standaard aanwijzing Automatisch overnemen van het setpoint (parameters) na...
Configureren In de navolgende paragrafen zijn de functies van het instrument met de bijbehorende relevante parameters en instellingen beschreven. De parameters en de configuratiecodes zijn opgesomt in de volgorde waarin deze verschijnen binnen de niveaustructuur. Het volgen van de volgende procedure verdient echter aanbeveling: h Neem kennis van de functies van het instrument.
Ingang gemeten waarde Via de ingang gemeten waarde wordt de regelgrootte van de regelaar aangevoerd. . Parameter Waardebereik Fabrieks- Aantekeningen matig 0,0...100,0 s 0,6 sec. Filtertijdconstante voor aanpassing van de digitale ingangsfilters (0 sec. = filter uit) C111 Meetwaardegever X X X Pt 100 Pt 1000 Fe-CuNi „L“...
Pagina 19
Parameter Waardebereik Fabrieks- Aantekeningen matig -1999...+9999 digit Aanvang-/eindwaarde van het waardebereik voor een- heidssignalen -1999...+9999 digit → Bijv.: 0...20 mA 20... 200°C: SCL = 20 / SCH = 200 SCL en SCH zijn tevens gelijktijdig de normering voor de gemeten waarde uitgang v Hoofdstuk 6.6 OFFS -1999...+9999 digit...
Externe setpointinstelling Via deze ingang (optie) kan met een eenheidssignaal een setpoint worden ingesteld. C111 Meetwaardegever zonder functie eenheidssignaal 0 … 20mA eenheidssignaal 4 … 20mA eenheidssignaal 0 … 10V eenheidssignaal 2 … 10V = fabrieksmatig X=decade heeft geen functie Parameter Waardebereik Fabrieks- Aantekeningen...
Binaire ingang Via de beide binaire ingangen kunnen verschillende stuurfuncties worden geactiveerd. Toetsenbordvergren- Bedienen via de toetsen is mogelijk. Bedienen via de toetsen is niet mogelijk. deling Niveauvergrendeling Toegang tot parameter- en configura- Toegang tot het parameter- en configura- tieniveau is mogelijk. tieniveua is niet mogelijk.
Pagina 22
C111 Binaire ingang 1 (BE1) en 2 (BE2) X X BE1 BE2 zonder functie toetsenbordvergrendeling niveauvergrendeling programma-/gradiëntstop programma-/gradiëntstart setpointomschakeling parametersetomschakeling vrijgave van de grenswaardecontacten = fabrieksmatig X=decade heeft geen functie Een combinatie van de verschillende functies is mogelijk.
Regelaar Hier wordt het type regelaar ingesteld en wordt de regelaar aangepast op de regelaar. Regelaarfuncties O-functie S-functie Dalende karakteristiek Stijgende karakteristiek bij y.0=50% bij y.0=50% Parameterset selecteren De regelara heeft twee parametersets waartussen via een bi- naire ingang kan worden omgeschakeld. Voor het parametreren kunnen beide parametersets worden aangeduid.
Pagina 24
Regelaarstructuur De regelaarstructuur wordt gedefinieerd via de parameters Pb, dt en rt. → ≠ ≠ Bijv.: PI 0, dt=0, rt Parameter Waardebereik Fabrieks- Aantekeningen matig Pb 1 0...9999 digit Proprotionele band 1 (1e regelaaruitgang) Proportionele band 2 (2e regelaaruitgang) Pb 2 0...9999 digit Beïnvloed het P-gedrag van de regelaar.
Pagina 25
Parameter Waardebereik Fabrieks- Aantekeningen matig 0...1000 digit Contactafstand Voor schakelende driepuntsregelaar HYS 1 0...9999 digit Schakeldifferentie 1 (1e regelaaruitgang) Schakeldifferentie 2 (2e regelaaruitgang) HYS 2 0...9999 digit Voor regelaars met Pb=0 -100...100% Arbeidspunt Stand bedienend element bij x=w Bij de aanduiding met één of twee decimalen wijzigt de waardebereik en de fabrieksmatige instelling →...
Pagina 26
Parameter Waardebereik Fabrieks- Aantekeningen matig 0...100% 100% maximale/minimale stand bedienend element Bijv.: continu regelaar met dalende karakteristiek -100...+100% -100% Bij regelaars zonder regelaarstructuur (Pb=0) moet y.1=100% eny.2=-100% zijn C113 Type regelaar X X X tweepuntsregelaar O-functie tweepuntsregelaar S-functie driepuntsregelaar continu regelaar met dalende karakteristiek continu regelaar met stijgende karakteristiek = fabrieksmatig X=decade heeft geen functie...
Grenswaardecontacten Met twee grenswaardecontacten kunnen de meetwaarden van de beide ingangen met betrek- kint tot het setpoint of een vaste waarde worden bewaakt. Grenswaardecontacten HySt HySt HySt HySt HySt HySt lk1...lk6: Bewaking m.b.t. het setpoint. lk7 / lk8: Bewaking m.b.t. een HySt vaste waarde Al.
Pagina 28
Parameter Waardebereik Fabrieksm. Aantekeningen AL 1 -1999...+9999 digit Grenswaarde grenswaardecontact 1 AL 2 -1999...+9999 digit Grenswaarde grenswaardecontact 2 C112 Grenswaardecontact 1 (LK1) en 2 (LK2) LK1 LK2 X X zonder functie lk 1 (ingang gemeten waarde) lk 2 (ingang gemeten waarde) lk 3 (ingang gemeten waarde) lk 4 (ingang gemeten waarde) lk 5 (ingang gemeten waarde)
Uitgangen De functies kunnen vrij aan de vijf uitgangen worden toegekend. C111 Uitgang 4 (A4) en 5 (A5) X X A4 A5 zonder functie 1e regelaaruitgang 2e regelaaruitgang 1e uitgang grenswaardecontact 2e uitgang grenswaardecontact Programma-eind = fabrieksmatig X=decade heeft geen functie C112 Uitgangssignaal bij meetbereikoverschrijding X X X regeluitgang 0%, grenswaardecontacten UIT...
Pagina 30
C113 Uitgang 1 (K1; relais) en 2 (K2; relais) X X K1 K2 zonder functie 1e regelaaruitgang 2e regelaaruitgang 1e uitgang grenswaardecontact 2e uitgang grenswaardecontact programma-eind = fabrieksmatig X=decade heeft geen functie C114 Uitgang 3 (K3; optie) X X X K3 zonder functie 1e regelaaruitgang (uitvoering: 0 …...
Aanduiding Hier wordt het aantal decimalen bij de weergave van de gemeten waarde en het setpoint bij de standaard aanwijzing vastgelegd. Tevens wordt de eenheid van de gemeten waarde ingesteld. C112 Decimalen/eenheid geen decimaal, graden Celsius één decimaal, graden Celsius twee decimalen, graden Celsius geen decimalen, graden Fahrenheit één decimaal, graden Fahrenheit...
Gradiëntfunctie Er kan een stijgende of dalende gradiëntfunctie worden ge- realiseerd. Bij het inschakelen van de netspanning start de gradiëntfunctie bij de actuele waarde en het setpoint loopt, volgens de ingestelde stijging, tot de gradiëntwaarde SP be- reikt is. De gradiënt-eindwaarde wordt in de setpoint-eind- waarde ingegeven.
Pagina 33
Gradiëntstop Door het activeren van de gradiëntstop via een binaire ingang wordt de gradiëntfunctie gestopt. De setpointaanduiding knippert. Na het deactiveren van de gradiëntstop wordt de gradiëntfunc- tie met het gradiënt-setpoint ten tijde van de stop voortgezet.. Opnieuw starten van de gradiënt h Opnieuw starten van de gradiënt met of via een binaire ingang Parameter Waardebereik...
Programmaregelaar Er kan een setpoint-programma met max. vier programmadelen worden gerealiseerd. De instel- lingen van de deel-setpoints (SP00 ... SP03) en de deeltijden (t00 ... t03) worden in het gebrui- kersniveau uitgevoerd. Als tijdbasis kunnen seconden of minuten worden geconfigureerd (max. deeltijd: 9999 min.).
Pagina 35
Het programma start op de gemeten waarde d.w.z. de programmacurve wordt op een setpoint doorzocht die overeenkomt met de gemeten waarde op het starttijdstip of op het moment van het inschakelen van de voeding ((1), (2), (3)). Het programmaverloop wordt op deze plaats voort- gezet.
C113 Programmafunctie Programmaregelaar uit Programmaregelaar (tijdbasis: seconden) Programmaregelaar (tijdbasis: seconden; cyclisch) Programmaregelaar (tijdbasis: minuten) Programmaregelaar (tijdbasis: minuten; cyclisch) = fabrieksmatig X=decade heeft geen functie 6.10 Interface Via de interface kan de regelaar worden geïntegreerd in een netwerk. De volgende toepassingen kunnen bijv.
Pagina 37
C114 Instrumentadres Adres 0 Adres 1 Adres 99 Interfaceparameter 9600 Baud, geen pariteit 9600 Baud, oneven pariteit 9600 Baud, even pariteit 4800 Baud, geen pariteit 4800 Baud, oneven pariteit 4800 Baud, even pariteit = fabrieksmatig X=decade heeft geen functie...
6.11 Zelfoptimalisatie De functie zelfoptimalisatie bepaald de regelparameters voor een PID- of PI-regelaar. De volgende regelparameters worden bepaald: rt, dt, Pb1, Pb2, Cy1, Cy2, dF Wanneer bij de activering van de zelfoptimalisatie de geme- Start zelfoptimalisatie ten waarde en het setpoint ver uit elkaar liggen dan wordt een schakellijn bepaald waar omheen de regelgrootheid in Schakel- de loop van de zelfoptimalisatie gedwongen pendelt.
Pagina 39
Start van de zelfoptimalisatie h Starten van de zelfoptimalisatie met (toets min. 2 sec. indrukken!) h Afbreken met (gedurende een lopende zelfoptimalisatie) Wanneer "tune" niet meer knippert, is de zelfopitimalisatie beëindigd en werkt de regelaar met de bepaalde parame- ters. h Opslaan van de parameters met (toets min.
Alarmmeldingen Aanduiding Beschrijving Oorzaak/gedrag Het display met gemeten Meetbereikover-/onderschrijding van de waarde toont knipperend waarde. „1999“. Regelaar en grenswaardecontacten met betrekking op de gemeten waarde ingang gedragen zich conform de configuratie van de uitgangen. Het setpoint-display toont het actieve setpoint Het gemeten waarde dis- Meetbereikover-/onderschrijding van de play toont de gemeten...
Algemene regelaarspecificaties A/D-omzetter: resolutie > 15Bit Type regelaar: tweepunts-, driepunts- en continu regelaar, configureerbaar Cyclustijd: 210msec. 250msec. bij programmaregelaars Databeveiliging: EEPROM Voedingsspanning: AC 48 … 63Hz, 110 … 240V +10/-15% of AC/DC 20 … 53V, 48 … 63Hz Opgenomen vermogen: ca. 8V A Elektrische aansluiting: via schroefklemmen voor aders met max.
Pagina 52
Elektrische veiligheid conform EN 61 010 lucht- en kruipspleten voor - overspanningscategorie II - vervuilingsgraad 2 Elektromagnetische compatibiteit conform NAMUR-aanbeveling NE21, EN 50 081 Teil 1, EN 50 082 deel 2 Behuizing Inbouwhuis conform DIN 43 700, basismateriaal PC, met insteekbare regelaarmodule Inbouwpositie: willekeurig Gewicht: 140gr.