Microprocessor- meetomvormer / regelaar voor ph-waarde (72 pagina's)
Samenvatting van Inhoud voor JUMO dTRON 316
Pagina 1
JUMO dTRON 316 JUMO dTRON 308 JUMO dTRON 308 JUMO dTRON 304 JdTRON 304 JdTRON 308 JdTRON 316 Compacte regelaar met programmafunctie B 70.3041.0 NL Gebruiksaanwijzing 09.05/00459458...
Pagina 2
Wanneer er bij de inbedrijfname toch moelijkheden optreden dan verzoeken wij u om geen ontoelaatbare handelingen uit te voeren. U brengt daarmee de garantie in gevaar! Neem s.v.p. contact op met uw JUMO-vertegenwoordiging. Voor technische ondersteuning: Telefoon: 0294-491493 of 0294-491491 Telefax: 0294-419577 E-mail:service@jumo.nl...
Inhoud Inleiding Beschrijving ....................5 Typografische conventies ................6 Identificatie uitvoering instrument Typecodering ....................7 Leveringsomvang ..................8 Toebehoren ....................8 Montage Montageplaats en klimatologische voorwaarden ........9 Afmetingen ....................9 3.2.1 Type 703044 ....................9 3.2.2 Type 703042/43 ................... 10 3.2.3 Type 703041 ....................
Pagina 4
Inhoud Bediening Displays en toesten ..................19 Principe van de niveau’s ................20 Niveauvergrendeling .................. 20 Ingaven en aanwijzingen voor de gebruiker ..........21 Bediening van de ROM-regelaar ............... 22 Bediening van de programmaregelaar ............. 23 5.6.1 Programma ingeven ..................24 5.6.2 Programmacurve verschuiven ..............
Pagina 5
Inhoud Modules verder uitrusten Appendix 12.1 Technische gegevens ................. 63 12.2 Alarmmeldingen ..................66 Index...
1 Inleiding 1.1 Beschrijving De regelaar bestaat uit vier vrij te programmeren instrumenten in verschillende DIN- formaten voor het regelen van temperatuur, druk, en andere processen. Het contraste- rende, meerkleurige LCD-display voor gemeten waarde, setpoint en bediening bestaat uit twee 4-digits 7-segmenten-displays, twee 1-digit 16-segmenten-display, display voor de actieve setpoints, zes schakeltoestanddisplays en display voor eenheid, gra- diëntfunctie en handbedrijf.
1 Inleiding 1.2 Typografische conventies Waarschuwings- Voorzichtig Dit symbool wordt gebruikt wanneer door onnauwkeurig- symbolen heid of niet opvolgen van instructies. Persoonlijke schade kan onststaan! Opgelet Dit symbool wordt gebruikt wanneer door onnauwkeurig- heid of niet opvolgen van instructies. Beschadiging van apparatuur of data kan ontstaan! Opgelet Dit symbool wordt gebruikt wanneer er preventiemaatrege-...
2.2 Leveringsomvang - 1 Regelaar - 1 Afdichting - Bevestigingselementen - Verkorte gebruiksaanwijzing - 1 CD met uitgebreide gebruiksaanwijzing en documentatie (ook via www.jumo.net te downloaden!) 2.3 Toebehoren PC-Interface PC Interface met TTL/RS232-omzetter en adapter (in- gangsbus) voor setup-programma Artikelnr.: 70/00350260...
3 Montage 3.1 Montageplaats en klimatologische voorwaarden De voorwaarden van de plaats van montage moeten overeenkomen met de vereisten in de technische gegevens. De omgevingstemperatuur mag op de plek van inbouw 0...55 °C bij een relatieve vochtigheid ≤90 % zijn. 3.2 Afmetingen 3.2.1 Type 703044 Setup-stekker...
3 Montage 3.3 Compacte montage Minimale afstand van de paneeluitsparing Type horizontaal verticaal zonder setup-stekker: 703041 (48mm x 48mm) 11mm 30mm 703042 (staand model: 48mm x 96mm)) 11mm 30mm 703043 (dwarsformaat: 96mm x 48mm) 30mm 11mm 703044 (96mm x 96mm) 11mm 30mm met setup-stekker (pijl):...
3 Montage 3.5 Regelaarmodule uitnemen Voor service-doeleinden kan de regelaarmodule uit de behuizing worden genomen. h Frontpplaatje aan de geribbelde vlakken (boven en onder resp. links en rechts bij dwarsformaat) samendrukken en de re- gelaarmodule er uittrekken. Bij het insteken van de regelaarmodule moet men erop letten, dat de nokken (onder het geribbelde vlak) vastklikken.
4 Elektrische aansluiting 4.1 Installatie-instructies - Bij de keuze van het kabelmateriaal, bij de installatie en bij de elektrische aanslui- ting van het instrument moeten de voorschriften uit de VDE 0100 "Bestimmungen über das Errichten von Starkstromanlagen mit Nennspannungen unter 1000 V" resp.
4 Elektrische aansluiting 4.2 Galvanische scheiding 3800 V AC ingang 1 Relaisuitgang 30 V AC 50 V DC 3800 V AC ingang 2 HalfgeleiderRelaisuitgang 30 V AC 50 V DC Analoge uitgang Logische uitgang 3800 V AC Voedingsspanning Binaire ingang voor tweedraads-meetomvormer Setup- Interface...
4 Elektrische aansluiting 4.3 Aansluitschema 4.3.1 Type 703041 Type instrument identificeren aan De elektrische aansluiting mag alleen de hand van de typesleutel. door geautoriseerd personeel worden uitgevoerd. Klemmenstrook 3 L1(L+) AC 110...240V AC/DC 20...53V N(L-) 230V/3A (Binaire uitgang 1) 230V/3A (Binaire uitgang 2) Klemmenstrook 2 Weerstands- Weerstands-...
4 Elektrische aansluiting 4.3.2 Type 703042/43/44 Type instrument indentificeren aan De elektrische aansluiting mag alleen de hand van de typesleutel. door geautoriseerd personeel worden uitgevoerd. L1(L+) L1(L+) N(L+) N(L+) Klemmenstrook 3 AC 110...240V AC/DC 20...53V 23V/30mA Ö 230V/3A (Binaire uitgang 1) Ö...
Pagina 19
4 Elektrische aansluiting Klemmenstrook 2 Weerstands- Weerstands- Weerstands- Potentio- Thermo- Stroom Spanning thermometer thermometer thermometer element meter 0(2)...10V 0...1V x - / Binair Binaire uitgang Logisch 12V of 18V (Zie typesleutel) Klemmenstrook 1 Analoge- 2 Binaire - Analoge- Relais 2 Relais Halfgeleider- Pr ofibus RS422...
5 Bediening 5.2 Principe van de niveau’s De parameter voor instelling van het instrument bevindt zich in verschillende niveau’s.. Standaard Selectie Bedieningsniveau OPr aanduiding - Procesdata Proc - Gebruikersdata USEr - Programmadata Parameterniveau PArA - Parameterreeks 1 PAr1 PArA >2s - Parameterreeks 2 PAr2 of time-out...
5 Bediening 5.4 Ingaven en aanwijzingen voor de gebruiker Waarde ingeven Bij ingaven binnen de niveau’s wordt op het onderste display het symbool voor de pa- rameter afgebeeld. Parameter Parameter selecteren wijzigen I I I I I I I I I I I I I h Parameter selecteren met h In de ingavemodus wisselen met (onderste display knippert!)
5 Bediening 5.5 Bediening van de ROM-regelaar Standaard aanduiding Handmatige bediening Auswahl >2s PArA ConF Ingestelde waar- In de standaard aanduiding: de wijzigen h Wijzigen van de actuele ingestelde waarde met (Waarde wordt automatisch overgenomen) Handmatige In de handmatige bediening kan de regeluitgang manueel worden gewijzigd. bediening h In de handmatige bediening wijzigen met (langer dan 2 sec.)
5 Bediening 5.6 Bediening van de programmaregelaar Standaard aanduinding Programma loopt Auswahl PArA ConF >2s >2s Auswahl I I I I I I I I I I I I I PArA ConF Setpoint wijzigen Programma stoppen Standaard In de standaard aanwijzing loopt geen programma en de regelaar regelt op het inge- aanwijzing stelde setpoint.
5 Bediening 5.6.1 Programma ingeven Functie Een setpoint-profiel kan met max. acht programma-segmenten worden gerealiseerd. SPP2 SPP3 SPP4 SPP1 Ingave in het Het instrument moet als programmaregelaar of -gever geconfigureerd zijn. instrument v Hoofdstuk 8.3 „Gever „Pro““ (Functie) Als tijdbasis zijn mm:ss, hh:mm en dd:hh te configureren (s=seconden, m=minuten, h=uren, d=dagen).
Pagina 27
5 Bediening De max. acht programmasegmenten worden via segmentsetpoint en segmenttijd ge- definiëerd. I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I Ingave via het Het setup-programma (toebehoren) biedt een makkelijke programma-editor met grafi-...
5 Bediening 5.6.2 Programmacurve verschuiven Via de functie „Externe setpoint met correctie“ kan de programmacurve naar boven of naar beneden worden verschoven (alleen configureerbaar via het setup-programma). Externe setpoint Het externe setpoint wordt via een analoog signaal bepaalt. v Hoofdstuk 8.2 „Regelaar „Cntr““...
6 Bedieningsniveau Toegang Standaard Selectie Bedieningsniveau OPr aanduiding - Procesdata Proc - Gebruikersdata USEr - Programmadata >2sec. Of time-out Navigatieprincipe Procesdata Hier worden de vier setpoints weergegeven en gewijzigd evenals meer procesgrootten „Proc“ per configuratie weergegeven. Symbool Betekenis Setpoint 1 (is te wijzigen) Setpoint 2 (is te wijzigen) Setpoint 3 (is te wijzigen) Setpoint 4 (is te wijzigen)
6 Bedieningsniveau Definitie van de programmatijden: (1) Programmatijd (3) Segmenttijd (2) Programmaresttijd (4) Segmentresttijd Gebruikersdata Via het setup-programma kunnen hier tot acht willekeurige parameters weergegeven „USEr“ en gewijzigd worden. v Setup/configuratieniveau/display - bediening/gebruikersdata Het weer te geven symbool voor iedere parameter kan door de gebruiker zelf verstrekt worden.
7 Parameterniveau Algemeen Er kunnen twee parameterreeksen (PAr1 en PAr2) opgeslagen worden. Toegang Standaard Selectie aanduiding Parameterniveau PArA - Parameterreeks 1 PAr1 PArA >2sec. - Parameterreeks 2 PAr2 Of time-out Navigatieprincipe Dit niveau is vergendelbaar. Toepassingen - Parameterreeks-omschakeling via binaire functie v Hoofdstuk 8.6 „Binaire functies „binF““...
Pagina 32
7 Parameterniveau P A r 1 ( PAr2 ) P A r A Parameter Display Waardebereik Standaard Opmerkingen Proportioneel 0…9999 Grote van het proportioneel bereik bereik De versterking van de regelaar wordt met groter proportioneelbereik kleiner. 0…9999 P b 2 Bij Pb1,2 =0 is de regelstructuur niet werk- zaam! (grenswaardecontact-gedrag) Bij continuregelaars moet Pb1,2>0 zijn.
8 Configuratie Algemeen Voor de weergave van de volgende parameters en functies in het configuratieniveau geldt: De parameters worden niet weergegeven of kunnen niet geselecteerd worden, indien - de uitrusting van het instrument de ingedeelde functie van de parameter niet toe- laat.
Pagina 34
8 Configuratie Analoge selector Bij sommige parameters kan uit een reeks van analoge waarden geselecteerd worden. Hieronder een overzicht. 0 Zonder functie 21 Programmalooptijd in sec. 1 Analoge ingang 1 22 Programmalooptijd in sec. 2 Analoge ingang 2 23 Segmentlooptijd in sec. 3 Gemeten waarde 24 Segmentrestlooptijd in sec.
8 Configuratie 8.1 Analoge ingang „InP“ Er zijn per instrumentuitvoering max. twee analoge ingangen beschikbaar. Configuratie Analoge ingangen Regelaar Gever Grenswaarde- contacten Uitgangen Binaire functies Weergave Timer Interfaces I n P 1 Analoge ingang 1 I n P 2 Analoge ingang 2 Symbool Waarde/selectie Opmerking Sensor type...
Pagina 36
8 Configuratie I n P 1 Analoge ingang 1 I n P 2 Analoge ingang 2 Symbool Waarde/selectie Opmerking Meetwaarde -1999…0…+9999 Met de correctie van de meetwaarde kan een gemeten waarde OF FS correctie voorbij een bepaalde waarde naar boven of beneden worden Measurement offset gecorrigeerd.
Pagina 37
8 Configuratie In12 Analoge ingangen (algemeen) Symbool Waarde/selectie Opmerking Temperatuureen- Unit Graden Celsius heid Graden Fahrenheit Temperature unit Eenheid voor temperatuurwaarde Cyclustijd CycL 50msec. Sampling cycle time 90msec. 150msec. 250msec. Voedingsfrequentie (Setup) 50Hz Aanpassing van de wijzigingstijd van de ingangsschakeling 60Hz aan de voedingsfrequentie Standaard instellingen zijn vet afgebeeld.
Pagina 38
8 Configuratie Handelswijze Twee meetpunten na elkaar aanzetten ((1), (3)), deze kunnen mogelijk ver uit elkaar lig- gen. Aan de meetpunten telkens de gewenste displaywaarde (beginwaarde FtS, eindwaar- de FtE) invoeren in de regelaar. Het doelmatigst voor de vaststelling van de meetwaar- de M1 en M2 is een referentiemeetinstrument toe te passen.
8 Configuratie 8.2 Regelaar „Cntr“ Hier worden het type regelaar en de ingangsgrootten van de regelaar, de grenzen van Configuratie de ingstelde waarde, de bepalingen voor handmatige bediening en de instellingen Analoge ingangen voor de zelfoptimalisatie ingesteld. Regelaar Gever Grens- waardecontacten Uitgangen Binaire functies...
Pagina 40
8 Configuratie Symbool Waarde/selectie Opmerking Ingang Gemeten waarde (Analoge selector) Stelt de bron voor de gemeten waarde van het regelkanaal regelaar Analog. Ing. 1 vast v Zie “Analoge selector” op blz. 32. Controller process value Externe ingestelde (Analoge selector) Activeert de externe ingestelde waarde-vaststelling en definie- waarde Uitgeschakeld ert de bron voor de externe ingestelde waarde.
8 Configuratie 8.3 Gever „Pro“ Hier wordt de startfunctie van het instrument vastgelegd. Het instrument kan als Configuratie ROM-regelaar met of zonder gradiëntfunctie voor luchtverwarmingstechniek, pro- Analoge ingangen grammaregelaar of programmagever gebruikt worden. Regelaar Gever Grens- waardecontact Uitgangen Binaire functies Display Timer Interfaces...
Pagina 42
8 Configuratie Symbool Waarde/selectie Opmerking Gradiëntstijging rASL 0…9999 Getal van de stijging bij gradiëntfunctie Ramp slope Tolerantieband toLP 0…999 0=uit Tolerance band Bij een programmaregelaar/-gever en gradiëntfunctie kan ter bewaking van de gemeten waarde om de curve van ingestelde waarde een tolerantieband gelegd worden. Bij een onderschrijding van de bovenste of onderste grens wordt een tolerantiebandsignaal weergegeven, dat intern ver- derbewerkt of via een uitgang meegedeeld kan worden.
Pagina 43
8 Configuratie Verwarmings- De transportgradiënt voor verwarmingskanaaltechniek dient bijv. het sparen van be- kanaalregelaar diening van keramische verwarmingspatronen. Tijdens de transportperiode (t ...t ) kan vochtigheid uit de hygroscopische verwarmingspatronen langzaam ontsnappen en daardoor een beschadiging vermeden worden. Parameterreeks 2 Parameterreeks1 Verloop gemeten waarde Gradiëntstijging rASL...
8 Configuratie 8.4 Grenswaardecontacten „LC“ Met grenswaardecontacten (grenswaardemelders, grenscontacten) kan een ingangs- Configuratie grootte (grenswaardecontact-gemeten waarde) tegenover een vaste grenswaarde of Analoge ingangen een andere grootte (grenswaardecontact-ingestelde waarde) bewaakt worden. Bij Regelaar overschrijding van een grenswaarde kan een signaal uitgegeven worden of een interne Gever regelaarsfunctie geactiveerd worden.
Pagina 45
8 Configuratie Bij de grenswaardefuncties lk7 en lk8 wordt de ingestelde meetwaarde via een ROM AL bewaakt. Hysteresefunctie asymmetrisch links symmetrisch asymmetrisch rechts HySt HySt HySt Meetwaarde Meetwaarde Meetwaarde HySt HySt HySt Meetwaarde Meetwaarde Meetwaarde Grenswaardecontact 1 Grenswaardecontact 2 Grenswaardecontact 3 Grenswaardecontact 4 Symbool Waarde/selectie Opmerking...
Pagina 46
8 Configuratie Grenswaardecontact 1 Grenswaardecontact 2 Grenswaardecontact 3 Grenswaardecontact 4 Symbool Waarde/selectie Opmerking Werkwijze/ Ac rA absoluut/uit signaal bij range relatief/uit Action/ absoluut/aan Range response relatief/aan Werkwijze: Bepaalt het schakelgedrag van de grenswaardecontact bij een wijziging in de ingestelde waarde of bij voedingsspanning. Absoluut: Het grenswaardecontact gedraagt zich tot verhouding van het tijdpunt overeenkomstig zijn functie.
Pagina 47
8 Configuratie Grenswaardecontact 1 Grenswaardecontact 2 Grenswaardecontact 3 Grenswaardecontact 4 Symbool Waarde/selectie Opmerking Bevestiging Ac nL Geen bevestiging Acknowledgement Bevestiging; Alleen mogelijk bij inactief grenswaardecontact Bevestiging; Altijd mogelijk Bij instellingen met bevestiging handhaaft het grenswaarde- contact zichzelf, d.w.z. hij blijft ook “EIN/AAN” wanneer de in- schakelbepaling niet meer beschikbaar is.
8 Configuratie 8.5 Uitgang „OutP“ De configuratie van de uitgang van het instrument is onderverdeeld in analoge uitgan- Configuratie gen (OutA; max. 2) en binaire uitgangen (OutL; max. 9). Binaire uitgangen zijn relais, Analoge ingangen halgeleiderrelais en logische uitgangen. Displays en nummering van de uitgangen Regelaar richten zich volgens het type gebruik van het optionele slot.
Pagina 49
8 Configuratie 0utL Binaire uitgangen Symbool Waarde/selectie Opmerking Binaire uitgang 1 Zonder functie 0 ut 1 1e Regelaaruitgang Binary output 1 2e Regelaaruitgang Binaire ingang 1 Binaire ingang 2 Binaire uitgang 10 0 ut 0 Binaire ingang 3 Binary output 10 Binaire ingang 4 Binaire ingang 5 Binaire ingang 6...
Pagina 50
8 Configuratie 0 ut A 0ut5 Analoge uitgang Uitgang 5 0ut6 Uitgang 6 0ut7 Uitgang 7 Symbool Waarde/selectie Opmerking Functie (Analoge selector) Functie van de uitgangen F n c t v Zie “Analoge selector” op blz. 32. Function Uitgeschakeld Signaaltype S iG n 0...10V Type of signal...
8 Configuratie 8.6 Binaire functies „binF“ Hier worden de binaire signalen van de binaire ingangen en grenswaardecontacten Configuratie functies toebedeeld. Analoge ingangen Regelaar Bovendien worden bij een programmaregelaar/-gever de functies voor stuurcontac- Gever ten, tolerantiebandsignaal en programma-eind-signaal bepaald. Grenswaarde- Bij een ROM-regelaar kunnen de gradiënt-eind-signalen functies toebedeeld krijgen. contacten Uitgangen Binaire functies...
Pagina 52
8 Configuratie Symbool Waarde/selectie Opmerking Binaire ingang 1 b in1 Zonder functie Binary input 1 Zelfoptimalisatie starten Zelfoptimalisatie stoppen Omschakeling naar handmatige bediening Regelaar uit (regelaaruitgangen zijn uitgeschakeld) Binaire ingang 8 b in8 Vergrendeling van de handmatige bediening Binary input 8 Gradiënt stoppen Gradiënt afbreken Grenswaardecontact 1...
8 Configuratie De indeling van situatie Z1 en Z2 ten op- Stuurgrootte Toestand zichte van de binaire functies geschiedt volgens dalende volgorde (zie lijst rechts), Binaire ingang 1 d.w.z. de eerst geselecteerde binaire func- tie in de lijst is Z1. Binaire ingang 8 Limitkomparator 1 Grenswaardecomperator 4...
8 Configuratie 8.8 Timer „tFct“ Met de timer kunnen tijdafhankelijke sturingen doorgevoerd worden. Het timersignaal Configuratie (timer 1 + 2) toont, of de timer actief is, en kan via de binaire uitgang uitgegeven wor- Analoge ingangen den of intern verderbewerkt worden. Regelaar Gever Start en afbreken van de timer geschiedt via de binaire functies.
8 Configuratie 8.9 Interfaces „IntF“ KonfigurationKonfiguration Configuratie Voor communicatie met Pc’s, bussystemen en randapparatuur moet de interface-pa- Analoge ingangen rameters voor interface RS422/485 of PROFIBUS-DP-interface geconfigureerd wor- Regelaar den. Gever Grenswaarde- contacten Uitgangen Binaire functies Display Timer Interfaces P r 0 F PROFIBUS-DP Symbool Waarde/selectie Opmerking...
9 Optimalisatie 9.1 Zelfoptimalisatie Schommel- De zelfoptimalisatie SO bepaalt de optimale regelaarparameter voor een PID- of PI- methode regelaar De volgende parameter worden steeds per regelaartype bepaald: Integratietijd (rt), differentiatietijd (dt), proportioneel bereik (Pb), schakelperiodeduur (Cy), filtertijdconstante (dF) Afhankelijk van de grootte van de regelafwijking selecteert de regelaar procedure a of b) SO van de ingestelde waarde a) SO in de procedurefase Start zelfoptimalisatie...
Pagina 58
9 Optimalisatie Bij uitgangstype halfgeleider wordt tijdens de optimalisatie de periode- duur naar 8 * aftasttijd verkleind. Bij uitgangstype relais is het raadzaam er op te letten, dat de gemeten waarde niet door de schakelperiode beïnvloed wordt, daar de optimalisa- tie anders niet succesvol beëindigd kan worden.
Pagina 59
9 Optimalisatie Start van de zelfoptimalisatie tijdens gebruik egeluitgang y Stapsgewijs y-Rust eten waarde x Setpoint w Start Stap Einde h Starten met Start van de (gelijktijdig >2sec. zelfoptimalisatie Op het onderste display wordt „tUnE“ knippe- rend weergegeven I I I I I I I I I I I I I De zelfoptimalisatie is beëindigd, wanneer het dis- play automatisch naar de uitgangspositie wisselt.
9 Optimalisatie 9.2 Controle van de optimalisatie De optimale aanpassing van de regelaar aan het regeltraject kan door aantekeningen van de aanloopontwikkelingen bij gesloten regeltraject gecontroleerd worden. De vol- gende diagrammen geven aanwijzingen op mogelijke foutieve instellingen en de op- lossingen.
10 Opties 10.1 Wiskundige- en logische module Via het setup-programma kunnen max. twee wiskundige berekeningen of logische verbindingen van verschillende signalen en procesgrootten van de regelaar via een formule worden doorgevoerd. Bij wiskundige formules is het rekenniveau beschikbaar via de beide signalen “wiskun- de 1”...
Pagina 62
10 Opties Met de hulp van een psychrometrische vochtsensor wordt -via de wiskundige Vocht- regeling verbinding van de vocht- en droogtemperatuur- van de vochtregelaar een in- gestelde waarde toegevoerd. RELF (E1, E2) E1 - Droogtemperatuur via analoge ingang 1 E2 - Vochttemperatuur via analoge ingang 2 Differentie- De differentie uit beide ingangssignalen van de analoge ingangen wordt als ingestelde regeling...
11 Modules verder uitrusten Voor het verder uitrusten van modules zijn de volgende stappen noodzakelijk: Veiligheids- aanwijzingen Het verder uitrusten van modules mag alleen door gekwalificeerd vak- personeel doorgevoerd worden. Uit veiligheidsoverwegingen moet men erop letten, dat de achter- wand en de bevestigingsschroeven na wijzigingen weer correct aangebracht en dichtgeschroefd worden.
Pagina 64
11 Modules verder uitrusten h Optioneel slot selecteren Modules verder uitrusten (Beperkingen van type 703041 in acht nemen! (zie aansluitplan)) Type 703041 Type 703042/43/44 Bij type 703041 zijn relais op optioneel slot 1 verder uit te breiden! h Module in het slot schuiven, tot de slotverbinding in elkaar sluit h Regelaardeel in de behuizing schuiven tot de rustnaden ineensluiten...
Pagina 66
12 Appendix Meetkringbewaking In geval van foutmeldingen nemen de uitgangen de gedefiniëerde toestanden in (configureerbaar)). Meetwaardegever Meetbereikover-/ Sensor-/kabelkortsluiting Sensor-/kabelkortsluiting -onderschrijding Thermo-element • • Weerstandsthermometer • • • Voeding 2…10V • • • 0…10V • • • • Stroom 4…20mA 0…20mA •...
Pagina 67
≤ 90% in jaargemiddelde zonder bedauwing Klimaatstandvastigheid Montagestand horizontaal Beschermklasse volgens DIN EN 60 529, voorzijde IP 65, achterzijde IP 20 Gewicht (volledig uitgerust) JUMO dTRON316: ca. 220g JUMO dTRON308: ca. 380g JUMO dTRON304: ca. 490g Interface MOD-Bus Type interface RS 422/RS 485...
12 Appendix 12.2 Alarmmeldingen Display Oorzaak Verhelpen van de fout Controle/herstellen/wisselen -1999 Meetbereikonderschrijding van Ligt het te meten medium binnen het meet- de weergegeven waarde. bereik (te heet - te koud?) (knippert!) Sensor op sensorbreuk en sensorkort- 9 9 9 9 Meetbereikoverschrijding van sluiting controleren de weergegeven waarde.