Microprocessor- meetomvormer / regelaar voor ph-waarde (72 pagina's)
Samenvatting van Inhoud voor JUMO DICON 400
Pagina 1
JDICON 400/500 Universele procesregelaar B 70.3570 Gebruiksaanwijzing 01.2000 / 00376883...
Pagina 2
U brengt daarmee de garantie in gevaar! Neem s.v.p. contact op met uw JUMO vertegenwoordiging. (Technische dienst: 0294-491493). Bij retourzendingen van instrument, modules of elementen moeten de voorschriften conform DIN EN 100 015 „Schutz von elektrostatisch gefährdeten Bauelementen“...
1 Inleiding 1.1 Beschrijving De serie universele vrijconfigureerbare procesregelaars is leverbaar in de for- maten 96mm x 96mm und 96mm x 48mm (hoogte- en lengteformaat). De regelaars hebben twee 4-regelige displays met 7 segmenten, vijf of acht LED‘s als schakelstellings- en bedrijfssoortaanduiding, een 8-regelige ma- trixaanduiding evenals zes toetsen voor de bediening en configuratie.
1 Inleiding 1.3 Typografische conventies 1.3.1 Waarschuwingssymbolen De symbolen voor Voorzichig en Opgelet worden in deze gebruiksaanwijzing onder de volgende voorwaarden gebruikt: Voorzichtig Dit symbool wordt gebruikt wanneer door on- nauwkeurigheid of het niet opvolgen van in- structies persoonlijke schade kan ontstaan! "...
3 Montage 3.1 Montageplaats en klimatologische omstandigheden De montageplaats moet schokvrij zijn. Elektromagnetische velden, ver- oorzaakt door bijv. motoren, transformatoren enz, moeten worden ver- meden. De omgevingstemperatuur op de plaats van inbouw moeten tus- sen de -5 en 50 °C bij een relatieve vochtigheid van ≤90 % zijn. 3.2 Afmetingen 3.2.1 Type 703570/0...
3 Montage 3.2.2 Type 703575/1... Setup-stekker Paneeluitsparing conform DIN 43700 3.2.3 Type 703575/2... Setup- stekker Paneeluitsparing conform DIN 43700...
3 Montage 3.6 Regelaarpaneel verwijderen Voor servicedoeleinden kan het paneel van de behuizing worden verwijderd. h Paneel aan de geribbelde kanten (boven en beneden of links en rechts) indrukken en het paneel er voorzichtig vanaftrekken. Bij het terugzetten van het regelaartussenstuk moet u erop letten, dat de naden (onder de geribbelde vlakken) ineensluiten.
4 Elektrische aansluiting 4.1 Installatie-aanwijzingen Bij de keuze van het kabelmateriaal, bij de installatie en bij de de elektrische aansluiting van de regelaar dienen de voorschriften van VDE 0100 "Bestim- mungen über das Errichten von Starkstromanlagen mit Nennspannungen unter 1000 V" c.q. de nationaal geldende voorschriften opgevolgd te wor- De elektrische aansluiting mag uitsluitend door vakkundig personeel ge- daan worden.
4 Elektrische aansluiting 4.2 Aansluitschema 4.2.1 Type 703570 De elektrische aansluiting mag uitsluitend door vakkundig personeel worden uitgevoe Uitvoering aan de hand van de type- sleutels identificeren. Overige analoge ingangssignalen signaal aansluiten als 0…1V 0…10V -1…+1V 0…10V -10…+10V 0…10V 0…100mV thermo-element -100…+100mV thermo-element...
Pagina 17
4 Elektrische aansluiting Type 703570 v Hoofdstuk 7.4 "Uit- gangen" Overige analoge ingangssignale signaal aansluiten als 0…1V 0…10V -1…+1V 0…10V -10…+10V 0…10V 0…100mV thermo-element -100…+100mV thermo-element...
4 Elektrische aansluiting 4.2.2 Type 703575 (hoogte- en lengteformaat) De elektrische aansluiting mag uitsluitend door vakkundig personeel worden uitgevoer Uitvoering aan de hand van de type- sleutels identificeren. Uitgang 3 Uitgang 2 (Slot 3) (Slot 2) -20/0/4…20mA -20/0/4…20mA -10/0/2…10V -10/0/2…10V Interface RS485 RxD/...
Pagina 20
4 Elektrische aansluiting Type 703575 Uitgang 1 (slot 1) -20/0/4…20mA * Voedingsspanning tweedraadsmeetomvormer -10/0/2…10V De uitgang moet overeen- komstig geconfigureerd zijn v Hoofdstuk 7.4 "Uitgan- gen" 230V/1A 5V(22V)/30mA* 230V/3A thermo-element – weerstands- ϑ ϑ thermometer ϑ ϑ (3-draads) weerstands- ϑ ϑ...
4 Elektrische aansluiting 4.3 Galvanische scheiding voor type 703570 en type 703575 30 V AC 50 V DC 2300 V AC relaisuitgang ingang 1 2300 V AC halfgeleider- relaisuitgang 30 V AC 30 V AC 50 V DC 50 V DC analoge ingang 3 uitgang...
5 Bediening 5.1 Display‘s en toetsen (1) configureerbare (4) Setup-interface 7-segment-aanduiding (aandui- Positie afhankelijk van het uiterlijk; zie ding 1) afbeeldingen van de maten. v Hoofdstuk 3.2 „Afmetingen“ 4 cijfers, rood type hoogte 703570 13mm 703575 10mm Fabrieksmatige instelling: Gemeten waarde (2) configureerbare (5) Statusaanduidingen...
Pagina 24
5 Bediening Automatik voor het starten van programme- Inkrement voor het vergroten van de para- meterwaarden Dekrement voor het verkleinen van de para- meterwaarden Enter voor het programmeren en voor aanduidingsomschakeling...
5 Bediening 5.2 Handelingen en situaties Handeling/situatie Aanduiding Opmerking Standaard aandui- De aanduidingen geven de waarde overeenkomstig ding de aanduidingsconfiguratie weer. v Hoofdstuk 5.6 „Wijziging aanduiding fabrieksmatige instelling: - gemeten waarde - setpoint v.d uitgangspositie - regeluitgang (bargraph) Gradiënt- en Een gradiënt of een programma wordt geladen.
5 Bediening 5.3 Bedieningsprincipe Standaard aan- Uitgangspositie. duiding Programma- Hier worden de acht secties van de functie programmafunctie geprogrammeerd. Dit niveau wordt alleen weergegeven, wanneer die programmafunctie geacti- veerd is. Bedieningsni- In dit niveau kunnen setpoints worden veau geprogrammeerd, procesvariabelen worden getoond, situaties van het in- strument worden gewijzigd en de klok ingesteld worden.
Pagina 27
5 Bediening Niveau‘s en me- Elk niveau is een menu onderverdeeld, waardoor er een boomstructuur ontstaat, nu‘s waar aan het einde altijd een selectie of waarde-ingave staat. h Vergroten van de parameter met Invoerwaarden h Verkleinen van de parameter met De waarde wordt sneller gewijzigd, naarmate de toets langer ingedrukt wordt.
5 Bediening h Omhoog in de selectielijst met Selectie h Omlaag in de selectielijkst met De selectie wordt na ca. 1 sec. automa- tisch overgenomen. 5.4 Setpoint wijzigen In de standaard aanduiding wordt de actieve setpoint (zie setpointomschakeling) gewijzigd. h Wijzigen van de setpoint met Standaard aanduiding (configureerbaar!) (De invoer wordt als matixaanduiding weergegeven)
5 Bediening 5.5 Handmatige bediening Het regeltraject kan door omschakeling naar handmatige bediening worden onder- broken en de regeluitgang manueel worden beïnvloed. h Omzetten naar handmatige bediening Normalanzeige (konfigurierbar!) h Wijzigen van de regeluitgang (De regelfunctie wordt na ca. 2 sec. auto- matisch overgenomen) h Handmatige bediening beëindigen met Bij driepuntsstappenregelaars wordt met de...
5 Bediening 5.6 Aanduiding omschakelen Er kunnen twee aanduidingsconfiguraties worden vastge- legd, n.l. één in waarden en procesvariabelen op de 7-seg- mentsaanduiding en één in dot-matrixaanduiding. h Omschakelen van de aanduiding met of automatische omschakeling na een in te stellen tijdspe- riode Voorbeeld Aanduiding 1: Gemeten waarde...
5 Bediening 5.7 Bedieningsniveau Algemeen In het bedieningsniveau kunnen de vier setpoints worden aangeduid en gewijzigd , alsook verschillen procesgrootten worden aangeduid. h Druk Niveau berei- bij geactiveerde programmafunctie) in de standaard aandui- ken door ... ding of in handmatige bediening BEDIENER Parameter Waarde/selectie...
6 Parameterniveau Algemeen Er kunnen twee parametersets worden opgeslagen. h Druk 2x Niveau berei- bij geactiveerde programmafuncite) in de standaard ken door ... aanduiding of handmatige bediening Toegangscode Het niveau is beschermd door een code. fabrieksmatige code: 0001 h Selecteren van de parametersets met Parameterset selecteren PARAMETR...
Pagina 34
6 Parameterniveau Actieve Indien parameterset 2 actief is, licht de parameterset aanduiding op rechts van de (deci- maal)komma.
7 Configuratieniveau 1 Algemeen Voor aanduiding van de volgende paremeters en functies geldt: De parameter wordt niet aangeduidt, indien - de samenstelling van het instrument die de door parameter ingedeelde functie niet toestaat. Voorbeeld: Uitgang 3 kan niet worden geconfigeerd, indien deze niet aan wezig is.
Pagina 36
7 Configuratieniveau 1 r Ingangen r Analoge ingang 1…4 r Meetwaardegever v bladzijde 40 Lineairisering Meetwaardecorrectie Constante koude las- temperatuur Externe koude las temperatuur Bewaking verwarmings- stroom Begin aanduiding Einde aanduiding Begin meetbereik Einde meetbereik Filtertijdconstante Klantspecifieke na-callibratie Beginwaarde Eindwaarde Voedingfrequentie Eenheid r Uitgangen...
7 Configuratieniveau 1 7.1 Regelaar Hier worden het regelaartype en de inganggrootte van de regelaars, de set- pointgrenzen, de voorwaarden voor handmatige bediening, de instellingen voor zelfoptimeren en de Fuzzy-Logic ingesteld. KONFIG 1 REGLER Parameter Waarde/selectie Beschrijving REGL.ART ZWEIPKNT Regelaartype Tweepuntsregelaar DREIPKNT Driepuntsregelaar...
Pagina 38
7 Configuratieniveau 1 KONFIG 1 REGLER Parameter Waarde/selectie Beschrijving EINGÄNGE OHNE FKT Ingang van de zonder functie* ANALOG 1 regelaar Analoge ingang 1** ISTWERT ANALOG 2 Gemeten waarde Analoge ingang 2 EXTSOLL ANALOG 3 Externe setpoint Analoge ingang 3 EXTKORR Externe setpoint ANALOG 4 Analoge ingang 4...
Pagina 39
7 Configuratieniveau 1 KONFIG 1 REGLER Parameter Waarde/selectie Beschrijving TUNEAUS1 RELAIS Uitgang 1 voor Relais HLRELAIS zelfoptimering Halfgeleide relais en logische uit- STETAUSG gang continu uitgang Type van de 1e regelaaruitgang bij zelfoptimering TUNEAUS2 RELAIS Uitgang 2 voor Relais HLRELAIS zelfoptimering Halfgeleider relais en logische uit- STETAUSG...
7 Configuratieniveau 1 7.2 Grenswaardecontacten Met grenswaardecontacten (grenswaardemelders, grenscontacten) kan een ingangsgrootte (grenswaardecontact - gemeten waarde) tegenover een vaste grenswaarde of een andere grootte (grenswaardecontact - setpoint) bewaakt worden. Bij overschrijden van een grenswaarde kan een signaal worden uitge- geven. Functies grens- Grenswaardecontacten kunnen meerdere schakelfuncties hebben.
Pagina 41
7 Configuratieniveau 1 KONFIG 1 LIMITK LIMITK1 Parameter Waarde/selectie Beschrijving FUNKTION OHNE FKT Functie zonder functie functie lk1 functie lk8 WIRKUNG ABSOLUT Werkwijze absolutu RELATIV relatief (Uitleg zie hieronder) SCHALTDIF Schakeldifferentie 0…1…100 digit GRENZWRT Grenswaarde Al -1999…0…+9999 digit RANGEFKT RELABGEF Functie bij Relais verzwakt RELANGEZ...
Pagina 42
7 Configuratieniveau 1 Absoluut Een grenswaardecontact staat tot het tijdspunt van de wijziging overeenkom- stig diens functie. Relatief Een grenswaardecontact bevindt zich in de schakelstelling „UIT“. Wordt een wijziging van de grenswaarde of van de (grenswaardecontact-)set- pointwaarde het „IN“-schakelen van de grenswaardecontacten naar voren ge- bracht, dan wordt deze reactie onderdrukt.
7 Configuratieniveau 1 7.3 Ingangen Hier worden de analoge ingangen geconfigureerd. KONFIG 1 EINGÄNGE Parameter Waarde/selectie Omschrijving ANALOG 1 Analoge ingang 1 Configuratie van de analoge ingan- gen bijv. van analoge ingang 1, zie hieronder. ANALOG 4 Analoge ingang 4 NETZFREQ 50 HZ Netfrequentie...
Pagina 44
7 Configuratieniveau 1 KONFIG 1 EINGÄNGE ANALOG 1 Parameter Waarde/selectie Omschrijving De selectie van de meetwaardegever is afhankelijk van de hardeware- configuratie van de analoge ingang. -10/0/2...10V wordt alleen bij overeenkomstige configuratie afgebeeld. v Hoofdstuk 9.9 LINTAB LINEAR Linearisering lineair PT100 Pt 100 PT1000...
Pagina 45
7 Configuratieniveau 1 KONFIG 1 EINGÄNGE ANALOG 1 Parameter Waarde/selectie Omschrijving OFFSET Meetwaardecor- -1999…0…+9999 digit rectie Met de meetwaardecorrectie kan een gemeten waarde met een be- paald bedrag naar boven of bene- den geconfigureerd worden. Voorbeeld: gemeten aangeduide waarde Offset waarde 294,7 +0,3...
Pagina 46
7 Configuratieniveau 1 KONFIG 1 EINGÄNGE ANALOG 1 Parameter Waarde/selectie Omschrijving ANZ-ENDE 100. Aanduidingseind -1999…100…+9999 digit Bij meetwaardegevers met een- heidssignaal en bij weerstandspo- tentiometers wordt het fysische sig- naal in een aanduidingswaarde ge- plaatst; Bijv.: 0 … 20mA 0 … 1500°C. Het bereik van de fysische signalen kan met 20 % onder- of overschre- den worden, zonder dat het alarm...
Pagina 47
7 Configuratieniveau 1 en de voorkeur van de meetwaarde-grafief worden gewijzigd. Aanduidingswaarde Meetwaarde van de regelaars Ongecorrigeerd kengetal Gecorrigeerd kengetal Handelswijze Na elkaar twee meetpunten in gebruik nemen ((1), (3)), die zover mogelijk uitel- kaar liggen. Aan de meetpunten steeds de gewenste aanduidingswaarde (beginwaarde, eindwaarde) opgeven in de regelaar.
7 Configuratieniveau 1 h Eindwaarde E (4) opgeven Aanduidingswaarde M2 + ∆ ∆ = A - M1 Meetwaarde van de regelaars Ongecorrigeerd kengetal A = Beginwaarde E = Eindwaarde Gecorrigeerd kengetal ∆ = Offset M1 = Meetwaarde 1 M2 = Meetwaarde 2 Wordt de nakalibratie zonder referentiemeetinstrument doorgevoerd, dan moet bij het in gebruik nemen van meetpunt (3) rekening worden gehouden met de Offset ∆.
7 Configuratieniveau 1 KONFIG 1 AUSGÄNGE AUSGANG1 Parameter Waarde/selectie Omschrijving ANF.WERT Nulpunt -1999 … 0 … +9999 digit analoge signalen -1999 … 100 … +9999 digit ENDWERT 100. Eindwaarde bij analoge signalen Aan het waardebereik van een in- gangsgrootte wordt eenfysisch uit- gangssignaal ingedeeld.
Pagina 51
7 Configuratieniveau 1 Gradiëntfunctie Er kan een stijgende of dalende gradiëntfunctie gerealiseerd worden. De gra- diëntwaarde wordt door het setpointgetal bepaald. ϑ setpoint gemeten waarde t2 t3 net aan (w1 actief) t2…t3 netuitval/handbediening/voelerbreuk t4…t5 gradiëntstop setpointomschakeling op w2 Bij voelerbreuk of handbediening wordt de gradiëntfunctie onderbro- ken.
7 Configuratieniveau 1 7.6 Wiskundige- en logische module Dit menu wordt alleen bij vrijgeschakelde wiskundige- en logische modules af- gebeeld. KONFIG 1 MATHELOG Parameter Waarde/selectie Omschrijving MATHE 1 Wiskunde 1 configuratie van de wiskunde bij voorbeeld van wiskunde 1, zie hier- MATHE 2 Wiskunde 2 onder.
Pagina 53
7 Configuratieniveau 1 KONFIG 1 MATHELOG MATHE 1 Parameter Waarde/selectie Omschrijving LINTAB LINEAR Linearisering lineair PT100 Pt 100 PT1000 Pt 1000 PT500 Pt 500 PT50 Pt 50 CU50 Cu 50 PTK9 Pt K9 NI100 Ni 100 TE TYP J Fe-CuNi Typ „J“ TE TYP E NiCr-CuNi Typ „E“...
Pagina 54
7 Configuratieniveau 1 Ingave formule - De formule tekens bestaat uit ASCII-tekens en heeft een maximale lengte van 70 tekens. - De formule kan alleen in het setup-programma ingegeven worden. - De formules kunnen vrij volgens de gebruikelijke wiskundige regels ingege- ven worden.
Pagina 55
7 Configuratieniveau 1 Naam variabele Opmerking ADRB geheugenadres (binair) uitgang 1. grenswaardecontact … … uitgang 8. grenswaardecontact Binaire ingang 1 … Binaire ingang 8 Logica 1 Logica 2 HAND Handbediening Functies Syntaxis Functie SQRT(a) kwadraatwortel uit a bijv.: SQRT(E2) SQRT(13.5+E3) MIN (a1, a2 …) berekent de kleinste waarde een serie van argumenten bijv.:...
Pagina 56
7 Configuratieniveau 1 Syntaxis Functie EXP(a) exponentele functie e bijv.: ÊXP(1) (geeft de waarde 2.718) EXP(E1/100) INT(a) gehele getal van a bijv.: INT(8.3) ( 8) INT(E1) FRC(a) decimalen van a bijv.: FRC(8.3) (geeft de waarde 0,3) FRC(E1) Logica formule Logische operatoren Priori- Operator Opmerking...
7 Configuratieniveau 1 Constanten Naam constanten Opmerking TRUE logisch 1 FALSE logisch 0 Wiskundige- en De wiskundige- en logische module kan d.m.v. een code via het setup-pro- logische- gramma vrijgeschakeld worden. module v Extras r Freigabe von Typenzusätzen vrijschakelen 7.7 Aanduiding Hier worden beide aanduidingsconfiguraties bepaald evenals de time-out tij- dens de configuratie in het niveau.
Pagina 58
7 Configuratieniveau 1 KONFIG 1 ANZEIGE ANZKONF1 Parameter Waarde/selectie Omschrijving ANZEIGE1 Aanduiding 1 ANZ WERT OHNE FKT Aanduidingswaarde zonder functie ANALOG 1 analoge ingang 1 ANALOG 4 analoge ingang 4 MATHE 1 wiskunde 1 MATHE 2 wiskunde 2 ISTWERT gemeten waarde SOLLWERT setpoint RAMPENDW...
Pagina 59
7 Configuratieniveau 1 KONFIG 1 ANZEIGE ANZKONF1 Parameter Waarde/selectie Omschrijving ANZEIGE3 Aanduiding 3A ANZ WERT OHNE FKT Aanduidingswaarde zonder functie ANALOG 1 analoge ingang 1 ANALOG 4 analoge ingang 4 MATHE 1 wiskunde 1 MATHE 2 wiskunde 2 ISTWERT gemeten waarde SOLLWERT setpoint RAMPENDW...
7 Configuratieniveau 1 7.8 Binaire functies Hier worden de functies toegewezen van het binaire signaal van de binaire in- gang, grenswaardecontact. KONFIG 1 BINÄRFKT Parameter Waarde/selectie Omschrijving BINÄR B1 OHNE FKT Binaire ingang 1 zonder functie TUNESTRT start v.d. zelfoptimalisatie TUNESTOP afbreken van de zelfoptimalisering BINÄR B8...
Pagina 61
7 Configuratieniveau 1 Flank- De binaire functie reageert op de inschakelflanken. gescheide func- De volgende functies zijn flankgescheiden: ties - start van zelfoptimering Situatie- De binaire functie reageert op in- resp. uitschakelsituaties. gestuurde func- ties Gecombineerde De functies setpoint- en gemeten Stuurgrootte binaire functies waarde-omschakeling worden door de...
8 Optimalisatie 8.1 Zelfoptimalisatie Procedure De zelfoptimalisatiefunctie SO bepaald de gunstigste regelaarparameter voor PID- of PI-regelaar. De volgende regelaarparameters worden altijd naar regelaarsoort bepaald: Integratietijd (Tn1, Tn2), differentiatiesnelheid (Tv1, Tv2), proportioneel bereik (Xp1, Xp2), schakeltijd (Cy1, Cy2), filtertijdconstante (dF) Afhankelijk van de grootte van de regelafwijking selecteert de regelaar tussen twee procedures a of b: b) SO setpoint a) SO tijdens ingebruikname...
8 Optimalisatie 8.2 Controle optimalisatie Procedure ont- De optimale aanpassing van de regelaar aan het regeltraject kan door het re- wikkeling gistreren van de ontwikkeling van de procedure gecontroleerd worden. De na- volgende diagrammen geven aanwijzingen omtrent mogelijke foutieve instel- lingen en het oplossen daarvan.
8 Optimalisatie 8.3 Fuzzy-parameter De software voor de regelaar bevat naast de algoritmes voor de verschil- lende regelaarstructuren ook een fuz- zy-module. Hiermee kunnen zowel het stuurgedrag als het storingsgedrag van de regelaar met I-gedrag verbeterd worden. Fuzzy- Bij een geactiveerde fuzzy-module module stelt de regeluitgang y zich samen uit de regeluitgang van de regelaar onder...
Pagina 66
8 Optimalisatie Actie Reactie storing verstoringsgedrag wordt kleiner, reactietijd wordt ↑ groter verstoringsgedrag wordt storingsgedrag zonder fuzzy-logic groter, reactietijd wordt kleiner reactietijd wordt kleiner, ↑ reactietijd wordt groter storingsgedrag bij Fc1 > 0, Fc2 = 30 storingsgedrag bij Fc1 > 0, Fc2 > 30 Is de fuzzy-module niet actief (Fc1=0), dan heeft Fc2 geen invloed.
9 Het monteren van modules Voor het monteren van modules zijn de navolgende stappen noodzakelijk: Het monteren van modules mag alleen door gekwalificeerd vak- personeel worden uitgevoerd. De modules kunnen door elektrostatische ontladingen beschadigd wor- den. Vermijd daarom bij montage en demontage elektrostatische opla- dingen.
Pagina 68
9 Het monteren van modules h Setup-stekker uithalen Regelaardeel er uit trekken h Frontplaat aan de geribbelde vlak- ken aan de boven- en onderzijde (c.q. links en rechts bij lengtefor- maat) samendrukken, daarna het re- gelaartussenstuk er uit trekken. h Het bijbehorende slot voor de module bepalen Slot plaatsen Slot...
Pagina 69
9 Het monteren van modules h Topplaat er uit trekken (1) Platine inzetten h Optie in geleispoor schuiven, tot aan de rustnaden aan de platine in de daarvoor bedoelde groeven ineensluiten (2) h Topplatine ophangen Regelaar tus- senstuk inzet- h Regelaartussenstuk in de behuizing schuiven, tot aan de rustnaden (onder de geribbelde vlakken) ineensluiten.
10 Interface RS422/485 Door middel van de interface kan de regelaar worden opgenomen in een net- werk. De volgende toepassingen zijn mogelijk: - Procesvisualisatie - Installatiebesturing - Protocolleren Het bussysteem is volgens het master-slave-principe opgebouwd. Een mas- ter-computer kan tot max. 31 regelaars en instrumenten aanspreken (slaves). De interface is een seriële interface volgens de standaard RS422 en RS485.
11 Toebehoren 11.1 Externe relaismodule ER8 Met de externe relaismodule ER8 kan de regelaar met acht relaisuitgangen worden uitgebreid. De communicatie met de regelaar vindt plaats via interface RS422/485. Het kan alle signalen voor schakelende uitgangen uitgeven. De configuratie kan alleen via het setup-programma. v Hoofdstuk 7.4 „Uitgangen“...
11 Toebehoren 11.2 Setup-programma Voor eenvoudige configuratie van de regelaar is er een setup-programma voor ® 95/98/NT4.0 beschikbaar. Windows Systeemvereisten: - PC-486DX-2-100 - 16 MB RAM - 15 MB vrije schijfruimte - CD-ROM - 1 vrije seriële interface Het programma toont in de achtergrond de actuele configuratie in lijstvorm. Door dubbel te klikken op de lijst of via de menu‘s wordt de bijbehoren invoer- sjabloon opgeroepen.
12 Appendix 12.2 Alarmmeldingen en aanduidingsprioriteiten in de standaard aanduiding Alarmmeldingen in duidelijke bewoordingen (matrixaanduiding) Prioriteit Aanduiding Aantekening hoog (geen aanduiding) binaire functie „Alle aanduidingen uit“ is geconfigureerd en acti- BRUCH E1 sensorbreuk of -kortsluiting aan ingang x … BRUCH E4 ORANGE 1 meetbereikoverschrijding aan ingang x …...
Pagina 78
12 Appendix Alarmmelding bij numerieke aanduiding Aanduiding Aantekening 9999. - meetbereikoverschrijding - sensorbreuk ORANGE 1 BRUCH E1 oder (segmentaanduiding knippert) 1999. meetbereikonderschrijding (segmentaanduiding knippert URANGE 1 ---- geen meetwaarde ÍÍÍÍ...
12 Appendix 12.3 Tekenset voor matrixaanduiding Hier worden speciale tekens voor tekstinvoer in het setup-programma afge- beeld. De invoer is mogelijk m.b.v. de toetscombinatie Alt + XXX 200 … 210 gereserveerd voor bargraphaanduiding...
12 Appendix 12.4 Apparaatoutillage (configuratieniveau 2) Hier wordt de softwareversie en de hardware-outillage van het programma af- gebeeld KONF 2 Parameter Waarde/selectie Omschrijving VERSION 50.0X.0X Versie versienummer VDN-NR STANDARD VDN-nummer standaarduitvoering XXX.XXXX VDN-nummer (verandering van de standaarduitvoering) EIN3 NEIN Analoge ingang 3 niet voorradig EIN4 Analoge ingang 4...