Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
JUMO DICON 401 Gebruiksaanwijzing

JUMO DICON 401 Gebruiksaanwijzing

Universele programmaregelaar universele programmagever
Inhoudsopgave

Advertenties

JDICON 401/501
Universele programmaregelaar
Universele programmagever
B 70.3580 NL
Gebruiksaanwijzing
01.00/00381882

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor JUMO DICON 401

  • Pagina 1 JDICON 401/501 Universele programmaregelaar Universele programmagever B 70.3580 NL Gebruiksaanwijzing 01.00/00381882...
  • Pagina 2 U brengt daarmee de garantie in gevaar! Neem s.v.p. contact op met uw JUMO vertegenwoordiging. (Technische dienst: 0294-491493). Bij retourzendingen van instrument, modules of elementen moeten de voorschriften conform DIN EN 100 015 „Schutz von elektrostatisch gefährdeten Bauelementen“...
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    Inhoud Inleiding Beschrijving ....................7 Blokschema ....................7 Typografische conventies ................8 1.3.1 Waarschuwingssymbolen ................8 1.3.2 Instructiesymbolen ..................8 1.3.3 Type weergave ....................8 Indentificatie uitvoering instrument Typecodering ....................9 Toebehoren ....................10 Montage Montageplaats en klimatologische omstandigheden ......11 Afmetingen ....................
  • Pagina 4 Inhoud Bediening Display‘s en toetsen ................... 23 Handelingen en situaties ................24 Bedieningsprincipe ..................25 Setpoint wijzigen ..................27 Handelingen ....................27 5.5.1 Uitgangspositie .................... 27 5.5.2 Handeling „handmatig“ ................28 5.5.3 Handeling „automatisch“ (programma) ............29 Setpointwijziging ..................30 Setpointomschakeling ................
  • Pagina 5 Inhoud Bedienersniveau Parameterniveau Configuratieniveau 1 10.1 Regelaar ...................... 47 10.2 Grenswaardecontacten ................49 10.3 Ingangen ..................... 52 10.4 Uitgangen ....................57 10.5 Programmaregelaar ................... 60 10.6 Wiskundige- en logische module .............. 63 10.7 Aanduiding ....................68 10.8 Binaire functies ................... 71 10.9 Interface .....................
  • Pagina 6 Inhoud Appendix 15.1 Technische gegevens ................. 87 15.2 Alarmmeldingen en aanduidingsprioriteiten ........... 89 15.3 Tekenset voor matrixaanduiding .............. 91 15.4 Apparaatoutillage (configuratieniveau 2) ..........92 Index...
  • Pagina 7: Inleiding

    1 Inleiding 1.1 Beschrijving De serie universele vrijconfigureerbare procesregelaars is leverbaar in de for- maten 96mm x 96mm und 96mm x 48mm (hoogte- en lengteformaat). De regelaars hebben twee 4-regelige displays met 7 segmenten, vijf of acht LED‘s als schakelstellings- en bedrijfssoortaanduiding, een 8-regelige ma- trixaanduiding evenals zes toetsen voor de bediening en configuratie.
  • Pagina 8: Typografische Conventies

    1 Inleiding 1.3 Typografische conventies 1.3.1 Waarschuwingssymbolen De symbolen voor Voorzichig en Opgelet worden in deze gebruiksaanwijzing onder de volgende voorwaarden gebruikt: Voorzichtig Dit symbool wordt gebruikt wanneer door on- nauwkeurigheid of het niet opvolgen van in- structies persoonlijke schade kan ontstaan! "...
  • Pagina 9: Indentificatie Uitvoering Instrument

    2 Indentificatie uitvoering instrument 2.1 Typecodering 703580/ 0 – – – – 703585/ – 0 0 – 0 0 0 – – (1) Aanvulling standaardtype (5) Interface formaat: niet aangesloten 96mm x 96mm RS422/485 48mm x 96mm hoogteformaat 96mm x 48mm lengteformaat (6) Wiskundige- en logische mo- dule uitvoering:...
  • Pagina 10: Toebehoren

    2 Indentificatie uitvoering instrument 2.2 Toebehoren Externe relaisbouwgroep ER8 Voedingsspanning AC 93…263V Artikelnummer: 70/00325805 Externe relaisbouwgroep ER8 Voedingsspanning AC/DC 20…53V Artikelnummer: 70/00325806 PC interface voor setup-programma Artikelnummer: 70/00301315 ® Setup-programma voor Windows 95/98 en NT4.0 Hardwarevereisten: - PC-486DX-2-100 - 16 MByte RAM - 15 MByte vrij op HD - CD-ROM - 1 vrije seriële interface...
  • Pagina 11: Montage

    3 Montage 3.1 Montageplaats en klimatologische omstandigheden De montageplaats moet schokvrij zijn. Elektromagnetische velden, ver- oorzaakt door bijv. motoren, transformatoren enz, moeten worden ver- meden. De omgevingstemperatuur op de plaats van inbouw moeten tus- sen de -5 en 50 °C bij een relatieve vochtigheid van ≤90 % zijn. 3.2 Afmetingen 3.2.1 Type 703570/0...
  • Pagina 12: Type 703575/1

    3 Montage 3.2.2 Type 703575/1... Setup-stekker Paneeluitsparing conform 43700 3.2.3 Type 703575/2... Setup- stekker Paneeluitsparing conform DIN 43700...
  • Pagina 13: Compacte Montage

    3 Montage 3.3 Compacte montage Minimumafstand van de schakelpaneeluitsparing type horizontaal verticaal zonder setupstekker: 703580/0... 11mm 30mm 703585/1... (hoogteformaat) 11mm 30mm 703585/2... (lengteformaat) 30mm 11mm met setupstekker: 703580/0... 11mm 65mm 703585/1... (hoogteformaat) 11mm 65mm 703585/2... (lengteformaat) 65mm 11mm 3.4 Inbouw h Meegeleverde afdichting in de be- huizing monteren.
  • Pagina 14: Regelaarpaneel Verwijderen

    3 Montage 3.6 Regelaarpaneel verwijderen Voor servicedoeleinden kan het paneel van de behuizing worden verwijderd. h Paneel aan de geribbelde kanten (boven en beneden of links en rechts) indrukken en het paneel er voorzichtig vanaftrekken. Bij het terugzetten van het regelaartussenstuk moet u erop letten, dat de naden (onder de geribbelde vlakken) ineensluiten.
  • Pagina 15: Elektrische Aansluiting

    4 Elektrische aansluiting 4.1 Installatie-aanwijzingen Bij de keuze van het kabelmateriaal, bij de installatie en bij de de elektrische aansluiting van de regelaar dienen de voorschriften van VDE 0100 "Bestim- mungen über das Errichten von Starkstromanlagen mit Nennspannungen unter 1000 V" c.q. de nationaal geldende voorschriften opgevolgd te wor- De elektrische aansluiting mag uitsluitend door vakkundig personeel ge- daan worden.
  • Pagina 16: Aansluitschema

    4 Elektrische aansluiting 4.2 Aansluitschema 4.2.1 Type 703580 De elektrische aansluiting mag uitsluitend door vakkundig personeel worden uitgevo Uitvoering aan de hand van de type- sleutels identificeren. thermo-element weerstands- thermometer (3-draads) weerstands- thermometer (2-draads) spanning 0/2...10V stroom 0/4...20mA Overige analoge ingangssignalen signaal aansluiten als potentiometer...
  • Pagina 17 4 Elektrische aansluiting Type 703580 Uitgang 5 Uitgang 6 (slot 6) (slot 5) Interface RS485 Rxd/ Rxd/ thermo-element Bescherming van de thermo-element interfaceleiding eenzij- weerstands- dig op TE leggen. thermometer Voedingsspanning voor de weerstands- (3-draads) tweedraads-meetomvormer (22V) thermometer weerstands- De uitgang moet overeen- (3-draads) thermometer komstig geconfigureerd zijn...
  • Pagina 18 4 Elektrische aansluiting Type703580 Uitgang 2 Uitgang 3 Uitgang 4 (Slot 2) (Slot 3) (Slot 4) -20/0/4…20mA -20/0/4…20mA -20/0/4…20mA – – -10/0/2…10V -10/0/2…10V -10/0/2…10V – – 230V/1A 230V/1A 230V/1A 5V(22V)/30mA* 5V(22V)/30mA* 5V(22V)/30mA* – – 230V/3A 230V/3A 230V/3A 12 13 Binaire ingang 5+6 Binaire ingang 7+8 Uitgang 1 (slot 2)
  • Pagina 19: Type 703585 (Hoogte- En Lengteformaat)

    4 Elektrische aansluiting 4.2.2 Type 703585 (hoogte- en lengteformaat) De elektrische aansluiting mag uitsluitend door vakkundig personeel worden uitgevoer Uitvoering aan de hand van de type- sleutels identificeren. Uitgang 3 Uitgang 2 (slot 3) (slot 2) -20/0/4…20mA -20/0/4…20mA -10/0/2…10V -10/0/2…10V Interface RS485 RxD/...
  • Pagina 20: Mmmmgalvanische Scheiding

    4 Elektrische aansluiting Type 703585 Galvanische scheiding mmmm Uitgang 1 (slot 1) -20/0/4…20mA -10/0/2…10V 230V/1A 5V(22V)/30mA* 230V/3A thermo-element – weerstands- ϑ ϑ thermometer ϑ ϑ (3-draads) weerstands- ϑ ϑ thermometer ϑ ϑ (2-draads) Binaire ingang 3+4 (slot 1) spanning 0/2…10V –...
  • Pagina 21: Galvanische Scheiding

    4 Elektrische aansluiting 4.4 Galvanische scheiding voor type 703580 en type 703585 30 V AC 50 V DC 2300 V AC relaisuitgang ingang 1 2300 V AC halfgeleider- relaisuitgang 30 V AC 30 V AC 50 V DC 50 V DC analoge ingang 3 uitgang...
  • Pagina 22 4 Elektrische aansluiting...
  • Pagina 23: Bediening

    5 Bediening 5.1 Display‘s en toetsen (1) configureerbare 7-segment-aan- (4) Setup-interface duiding (aanduiding 1) Positie afhankelijk van het uiterlijk; zie afbeeldingen van de maten. type hoogte v Hoofdstuk 3.2 „Afmetingen“ 703580 13mm 703585 10mm Fabrieksmatige instelling: Gemeten waarde (2) configureerbare 7-segment-aan- (5) Statusaanduidingen duiding (aanduiding 2) 6 (3) gele LED‘s voor de aanduiding...
  • Pagina 24: Handelingen En Situaties

    5 Bediening 5.2 Handelingen en situaties Handeling/situatie Aanduiding Opmerking Standaard aandui- De aanduidingen geven de waarde ding van de aanduidingsconfiguratie weer. v Hoofdstuk 10.7 „Aanduiding fabrieksmatige instelling: - gemeten waarde - setpoint v.d uitgangspositie GRUNDSTL - tekst Automatisch Het programma wordt bewerkt. v Hoofdstuk 6 „Programmastart“...
  • Pagina 25: Bedieningsprincipe

    5 Bediening 5.3 Bedieningsprincipe Standaard Uitgangspositie. aanduiding GRUNDSTL Program- Hier worden de acht secties van de pro- mastart grammafunctie geprogrammeerd. Programma- Hier worden programma‘s gemaakt. PGMSTART editor Bedieners- In dit niveau kunnen setpoints worden niveau geprogrammeerd, procesvariabelen worden getoond, situaties van het in- strument worden gewijzigd en de klok PGM EDIT ingesteld worden.
  • Pagina 26 5 Bediening Niveau‘s en Elk niveau is in een menu onderverdeeld, waardoor er een boomstructuur ont- menu‘s staat, waar aan het einde een selectie of waarde-ingave staat. Niveau’s Menu’s Parameter met selectie of waarde-opgave PARAMETR CODE: 0001 KONFIG 1 REGLER REGL.ART ZWEIPKNT CODE: 0002...
  • Pagina 27: Setpoint Wijzigen

    5 Bediening h Omhoog in de selectielijst met Selectie ZWEIPKNT h Omlaag in de selectielijkst met DREIPKNT De selectie wordt na ca. 1 sec. automa- SCHRITTR tisch overgenomen. STELLUNG STETIG 5.4 Setpoint wijzigen In elke handeling kan een de setpoint ook direct via de toetsen worden gewij- zigd.
  • Pagina 28: Handeling „Handmatig

    5 Bediening 5.5.2 Handeling „handmatig“ Voor ingebruikname en voor het testen kan handmatig een setpoint, de situa- tie van het stuurcontact en de actieve parameterset opgegeven worden. Bedienersni- De instellingen worden in het bedienersniveau onder het menupunt Anlagen- veau zustände worden uitgevoerd. GRUNDSTL PGM HAND BEDIENER...
  • Pagina 29: Handeling „Automatisch" (Programma)

    5 Bediening 5.5.3 Handeling „automatisch“ (programma) Programma Hier wordt het programma met de in Programmastart programmanummer in- starten gestelde programma-nr. gestart. h Starten van het programma h Afbreken van het programma met Een programma kan ook via binaire functies worden geselecteerd, gestart en worden afgebroken.
  • Pagina 30: Setpointwijziging

    5 Bediening 5.6 Setpointwijziging Programma- Via de functie „externe setpoint met correctie“ kan de programmacurve om de curve waarde van analoge ingang naar boven of omlaag worden gewijzigd. wijzigen externe setpoint Het getal van de externe setpoint komt tot stand via de analoge ingang of via wiskunde.
  • Pagina 31: Wijzigen Van De Aanduiding

    5 Bediening Bedieningsniveau r Setpoint Belangrijke instellingen Bedieningsniveau r Situatie installatie r Setpoint Configuratieniveau 1 r Regelaar r Ingangen van de regelaars Configuratieniveau 1 r Regelaar r Setpointgrenzen Configuratieniveau 1 r Binaire functies 5.8 Wijzigen van de aanduiding Er kunnen twee aanduidingsconfiguraties worden vastgelegd, die de afbeel- ding van waarden en procesvariabelen op de 7-segmentaanduiding en de dot- matrixaanduiding vastleggen.
  • Pagina 32 5 Bediening...
  • Pagina 33: Programmastart

    6 Programmastart 6.1 Onmiddellijke start van een programma Hier wordt het programma met de in Programmstart Programmnummer inge- stelde programma-nr. gestart. h Starten van een programma met h Afbreken van het lopende programma met Een programma kan ook via de binaire functies worden geselecteerd, gestart en afgebroken.
  • Pagina 34 6 Programmastart...
  • Pagina 35: Programma-Editor

    7 Programma-editor 7.1 Algemeen Hier kunnen 10 programma‘s met max. 100 modules geprogrammeerd wor- den; in totaal zijn 100 modules mogelijk. Programma‘s worden door per module te programmeren van setpoint en mo- duletijden of gradiënten vastgelegd. Het type programmering aan het apparaat (setpoint/moduletijd of setpoint/ gradiënt) kan geconfigureerd worden en geldt voor het totale vastleggen van het programma.
  • Pagina 36 7 Programma-editor Programma‘s Bij het vervaardigen van de programma‘s moeten de modules na elkaar wor- vervaardigen den gewijzigd. h wisselen naar programma-editor met 2x en bevestigen met h ingeven van codes en bevestigen met h ingeven van programmanummers en bevestigen met h programma vervaardigen door de modulesetpoints, de moduletijd enz..
  • Pagina 37: Module Wijzigen

    7 Programma-editor PGM EDIT PGM NR (1…10) Programma-editor Parameter Waarde/ Omschrijving selectie ABS EINF module toevoegen ABS.-NR. 1…100 modulenummer SOLLWERT waarde binnen de setpointgrenzen modulesetpoint ABSZEIT 00:00:00 00:00:00…99:59:59 moduletijd K/MIN 0…999 gradiënt STEUERK1 stuurcontact 1 … … STEUERK8 stuurcontact 8 minimale grens TOL.-MIN -1999.
  • Pagina 38: Module Invoegen

    7 Programma-editor 7.3 Module invoegen Modules kunnen met willekeurige posi- ties in het programma worden inge- voegd. De volgende module wordt au- tomatisch nieuw doorgenummerd. De parameter van de ingevoegde module invoegen (in het voorbeeld A02) zijn op stan- daardwaarden ingesteld. h selecteren van „module invoegen“...
  • Pagina 39: Module Wissen

    7 Programma-editor 7.5 Module wissen Wordt een module gewist, dan schuiven de volgende modules op en worden au- tomatisch doorgenummerd. Het pro- grammaverloop wijzigt overeenkomstig de ingestelde setpoints. module h selecteren van „module wissen“ wissen h verder met h ingeven van het modulenummer van de te wissen module (hier: 2) h bevestigen met...
  • Pagina 40: Tijdelijke Wijzigingen

    7 Programma-editor 7.7 Tijdelijke wijzigingen Tijdelijke wijzigingen zijn wijzigingen in Voorbeeld: het lopende programma in de pro- Module Module- Module- gramma-editor. Deze worden niet op- setpoint tijd geslagen in het programma, d.w.z. bij en nieuwe start gaan de wijzigingen verloren. Curve a: Setpointverloop bij wijzigingen in de lo- pende module...
  • Pagina 41: Bedienersniveau

    8 Bedienersniveau Algemeen In het bedieningsniveau kunnen vier setpoints worden aangeduid en gewij- zigd, diverse procesgrootten en programmaparameters worden aangeduid zo- als de actuele installatie-situatie worden beïnvloed. h Druk 3x Niveau berei- in de uitgangspositie in de handeling „handmatig“ ken door ... BEDIENER Parameter Waarde/selectie...
  • Pagina 42 8 Bedienersniveau Tijd instellen Nadat de installatie voor de eerste maal is ingeschakeld verschijnt op de matrix-aanduiding een oproep om de werkelijke tijd in te stellen. h Bevestig de melding met De werkelijke tijd wordt in het bedieningsniveau in het menu Echtzeituhr Zeit vastgelegd.
  • Pagina 43: Parameterniveau

    9 Parameterniveau Algemeen Er kunnen twee parametersets worden opgeslagen. h Druk 2x Niveau berei- in de uitgangspositie of in de handeling „handmatig“ ken door ... Toegangscode Het niveau is beschermd met een code. fabrieksmatige code: 0001 Parameterset Selecteren van de parametersets met selecteren PARAMETR PARSATZ1...
  • Pagina 44 9 Parameterniveau Actieve Wanneer parameterset 2 actief is, licht parameterset de komma op bij aanduiding 2.
  • Pagina 45: Configuratieniveau

    10 Configuratieniveau 1 Algemeen Voor aanduiding van de volgende parameters en functies geldt: De parameter wordt niet aangeduidt, indien - de samenstelling van het instrument die door de parameter ingedeelde functie niet toestaat. Voorbeeld: Uitgang 3 kan niet worden geconfigureerd, indien deze niet aanwezig is.
  • Pagina 46 10 Configuratieniveau 1 r Ingangen r Analoge ingang 1…4 r Meetwaardegever v bladzijde 52 Linearisering Meetwaardecorrectie Constante koude las- temperatuur Externe koude las- temperatuur Bewaking verwarmings- stroom Begin aanduiding Einde aanduiding Begin meetbereik Einde meetbereik Filtertijdconstante r Beginwaarde Klantspecifieke Eindwaarde Voedingsfrequentie na-callibratie Eenheid...
  • Pagina 47: Regelaar

    10 Configuratieniveau 1 10.1 Regelaar Hier worden het regelaartype en de ingangsgrootte van de regelaars, de set- pointgrenzen, de voorwaarden voor handmatige bediening, de instellingen voor zelfoptimeren en de Fuzzy-logic ingesteld. KONFIG 1 REGLER Parameter Waarde/ Omschrijving selectie REGL.ART ZWEIPKNT Regelaartype Tweepuntsregelaar DREIPKNT...
  • Pagina 48 10 Configuratieniveau 1 KONFIG 1 REGLER Parameter Waarde/ Omschrijving selectie WGRENZEN Setpointgrenzen ANF.WERT Begin setpoint -1999…0…+9999 ENDWERT 400. Einde setpoint -1999…400…+9999 De setpointgrenzen zijn bij de opgegeven setpoints via de in- terface niet werkzaam. Y HAND 101. Hand-regeluitgang -100…100 101 = laatste regeluitgang Definieerd de regeluitgang bij meet- bereikover-/onderschrijding.
  • Pagina 49: Grenswaardecontacten

    10 Configuratieniveau 1 10.2 Grenswaardecontacten Met grenswaardecontacten (grenswaardemelders, grenscontacten) kan een ingangsgrootte (grenswaardecontact - gemeten waarde) tegenover een vaste grenswaarde of een andere grootte (grenswaardecontact - setpoint) bewaakt worden. Bij overschrijde van een grenswaarde kan een signaal worden uitge- geven. Functies grenswaarde- contacten...
  • Pagina 50 10 Configuratieniveau 1 KONFIG 1 LIMITK LIMITK1 Parameter Waarde/ Omschrijving selectie FUNKTION OHNE FKT Functie zonder functie functie lk1 functie lk8 WIRKUNG ABSOLUT Werkwijze absoluut RELATIV relatief (Uitleg zie hieronder) SCHALTDIF Schakeldifferentie 0…1…100 digit GRENZWRT Grenswaarde Al -1999…0…+9999 digit RANGEFKT RELABGEF Functie bij Relais afgevallen...
  • Pagina 51 10 Configuratieniveau 1 Absoluut Een grenswaarde contact staat tot het tijdspunt van de wijziging overeenkom- stig diens functie. Relatief Het grenswaardecontact bevindt zich in de schakelstelling „UIT“. Wordt een wijziging van de grenswaarde of van de (grenswaardecontact „IN“- schakelen van de grenswaardecontacten naar voren gebracht, dan wordt deze reactie onderdrukt.
  • Pagina 52: Ingangen

    10 Configuratieniveau 1 10.3 Ingangen Hier worden de analoge ingangen geconfigureerd. KONFIG 1 EINGÄNGE Parameter Waarde/selec- Omschrijving ANALOG 1 Analoge ingang 1 Configuratie van de analoge ingan- gen bijv. van analoge ingang 1, zie hieronder. ANALOG 4 Analoge ingang 4 NETZFREQ 50 HZ Netfrequentie...
  • Pagina 53 10 Configuratieniveau 1 KONFIG 1 EINGÄNGE ANALOG 1 Parameter Waarde/ Omschrijving selectie De selectie van de meetwaardegever is afhankelijk van de hardware-con- figuratie van de analoge ingang. -10/0/2...10V wordt alleen overeenkom- stig configuratie afgebeeld. v Hoofdstuk 12 „Modules monteren“ LINTAB LINEAR Lineairisering lineair...
  • Pagina 54 10 Configuratieniveau 1 KONFIG 1 EINGÄNGE ANALOG 1 Parameter Waarde/ Omschrijving selectie OFFSET Meetwaardecor- -1999…0…+9999 digit rectie Met de meetwaardecorrectie kan een gemeten waarde met een be- paald bedrag naar boven of bene- den gecorrigeerd worden. Voorbeeld: gemeten aangeduide waarde offset waarde 294,7...
  • Pagina 55 10 Configuratieniveau 1 KONFIG 1 EINGÄNGE ANALOG 1 Parameter Waarde/ Omschrijving selectie ANZ-ENDE 100. Aanduidingseind -1999…100…+9999 digit Bij meetwaardegevers met een- heidssignaal en bij weerstandspo- tentiometers wordt het fysische signaal in een aanduidingswaarde geplaatst; Bijv.: 0 … 20mA 0 … 1500°C. Het bereik van de fysische signalen kan met 20% onder- of overschre- ven worden, zonder dat het alarm...
  • Pagina 56 10 Configuratieniveau 1 =voorkeur van de meetwaarde-grafiek worden gewijzigd. Aanduidingswaarde Meetwaarde van de regelaars Ongecorrigeerd kengetal Gecorrigeerd kengetal Handelswijze Na elkaar twee meetpunten in gebruik nemen ((1), (3)), die zover mogelijk uit- elkaar liggen. Aan de meetpunten steeds de gewenste aanduidingswaarde (beginwaarde, eindwaarde) opgeven in de regelaar.
  • Pagina 57: Uitgangen

    10 Configuratieniveau 1 h Eindwaarde E (4) opgeven Aanduidingswaarde M2 + ∆ ∆ = A - M1 Meetwaarde van de regelaars Ongecorrigeerd kengetal A = Beginwaarde Gecorrigeerd kengetal E = Eindwaarde ∆ = Offset M1 = Meetwaarde 1 M2 = Meetwaarde 2 Wordt de nakalibratie zonder referentiemeetinstrument doorgevoerd, dan moet bij het in gebruik nemen van meetpunt (3) rekening worden gehouden met de offset ∆...
  • Pagina 58 10 Configuratieniveau 1 KONFIG 1 AUSGÄNGE AUSGANG1 Parameter Waarde/ Omschrijving selectie FUNKTION OHNE FKT Functie zonder functie* ANALOG1 analoge ingang 1 ANALOG4 analoge ingang 4 MATHE 1 wiskunde 1 MATHE 2 wiskunde 2 ISTWERT gemeten waarde SOLLWERT setpoint RAMPENDW waarde gradiënteinde REGELABW regelafwijking STELLGRD...
  • Pagina 59 10 Configuratieniveau 1 KONFIG 1 AUSGÄNGE AUSGANG1 Parameter Waarde/ Omschrijving selectie ENDWERT 100. Eindwaarde bij -1999 … 100 … +9999 digit analoge signalen Aan het meetwaardebereik van een ingangsgrootte wordt een fysisch uitgangssignaal ingedeeld. Bijv: Via uitgangssignaal (0...20mA) zal setpoint 1 (waardebereik: 150...500°C) uitgegeven worden.
  • Pagina 60: Programmaregelaar

    10 Configuratieniveau 1 10.5 Programmaregelaar Hier wordt een programmaregelaar of -gever geconfigueerd. Later wordt de verhouding bij netuitval, het programmaverloop en het type programmering vastgelegd.. KONFIG 1 PGM REGL Parameter Waarde/ Omschrijving selectie PROGRFKT PGM-REGL Functie Programmaregelaar PGMGEBER Programmagever WIEDERAN PGMSTOPP Herstart Afbreken programma...
  • Pagina 61 10 Configuratieniveau 1 KONFIG 1 PGM REGL Parameter Waarde/ Omschrijving selectie RANGEFKT WEITERL Verhouding bij Doorgang PGMHALT meetbereikover-/- Programmastop onderschrijding Programmastop: Het programma wordt na beëindi- ging van de meetwaardeover-/-on- derschrijding weer voortgezet. FKT-STRG GEBERSTR Functiesturing Geversturing STEUERK1 Regelaar Stuurcontact 1 FKT REG Grenswaardecon- FKT LK1...
  • Pagina 62 10 Configuratieniveau 1 Herstart van de Bij een netuitval wordt het voorteken van de gradiënt (dalende of stijgende zij- gemeten waar- de Flanke) op het tijdstip van netuival opgeslagen. Na terugkeer van de voedingsspanning wordt het programma vanaf het begin op een overeen- komst van gemeten waarde en setpoint gecontroleerd.
  • Pagina 63: Wiskundige- En Logische Module

    10 Configuratieniveau 1 10.6 Wiskundige- en logische module Dit menu wordt alleen bij vrijgeschakelde wiskundige- en logische modules af- gebeeld. KONFIG 1 MATHELOG Parameter Waarde/ Omschrijving selectie MATHE 1 Wiskunde 1 configuratie van wiskunde bij voor- beeld van wiskunde 1, zie hieronder. MATHE 2 Wiskunde 2 LOGIK 1...
  • Pagina 64 10 Configuratieniveau 1 KONFIG 1 MATHELOG MATHE 1 Parameter Waarde/ Omschrijving selectie LINTAB LINEAR Linearisering lineair PT100 Pt 100 PT1000 Pt 1000 PT500 Pt 500 PT50 Pt 50 CU50 Cu 50 PTK9 Pt K9 NI100 Ni 100 TE TYP J Fe-CuNi Typ „J“...
  • Pagina 65 10 Configuratieniveau 1 Ingave formule - De formuletekens bestaan uit ASCII-tekens en heeft een maximale lengte van 70 tekens. - De formule kan alleen in het setup-programma ingegeven worden. - De formules kunnen vrij volgens de gebruikelijke wiskundige regels ingege- ven worden.
  • Pagina 66 10 Configuratieniveau 1 Naam variabele Opmerking ADRB geheugenadres (binair) uitgang 1 grenswaardecontact … … uitgang 8 grenswaardecontact SK1 … SK8 stuurcontact 1 … stuurcontact 8 binaire ingang 1 … … binaire ingang 8 logica 1 logica 2 PEND programma-einde signaal tolerantieband Funktionen Syntaxis Functie...
  • Pagina 67 10 Configuratieniveau 1 Syntaxis Functie ABS(a) som van a bijv.: ABS(-12) (geeft de waarde 12) ABS(13.5+E3) EXP(a) exponentele functie e bijv.: EXP(1) (geeft de waarde 2.718) EXP(E1/100) INT(a) gehele getal van a bijv.: INT(8.3) (geeft de waarde 8) INT(E1) FRC(a) decimalen van a bijv.: FRC(8.3) (geeft de waarde 0.3)
  • Pagina 68: Aanduiding

    10 Configuratieniveau 1 Naam variabele Opmerking logica 2 einde programma PEND signaal tolerantieband Constanten Naam constante Opmerking TRUE logische1 logische 0 FALSE Wiskundige en De wiskundige- en logische module kan d.m.v. een code via het setup-pro- logica- gramma vrijgeschakeld worden. module v Extra‘s r Vrijgave van typetoevoegingen vrijschakelen...
  • Pagina 69 10 Configuratieniveau 1 Verdeling van de aanduiding KONFIG 1 ANZEIGE ANZKONF1 Parameter Waarde/ Omschrijving selectie ANZEIGE1 Aanduiding 1 ANZ WERT OHNE FKT Aanduidingswaarde zonder functie ANALOG 1 analoge ingang 1 ANALOG 4 analoge ingang 4 MATHE 1 wiskunde 1 MATHE 2 wiskunde 2 ISTWERT gemeten waarde...
  • Pagina 70 10 Configuratieniveau 1 KONFIG 1 ANZEIGE ANZKONF1 Parameter Waarde/ Omschrijving selectie ANZEIGE3 Aanduiding 3 ANZ WERT OHNE FKT Aanduidingswaarde zonder functie ANALOG 1 analoge ingang 1 ANALOG 4 analoge ingang 4 MATHE 1 wiskunde 1 MATHE 2 wiskunde 2 ISTWERT gemeten waarde SOLLWERT setpoint...
  • Pagina 71: Binaire Functies

    10 Configuratieniveau 1 10.8 Binaire functies Hier worden de functies toegewezen van het binaire signaal van de binaire in- gang, grenswaardecontact, stuurcontacten, signaal tolerantieband, signaal programma-einde en de logische module. KONFIG 1 BINÄRFKT Parameter Waarde/ Omschrijving selectie BINÄR B1 OHNE FKT binaire ingang 1 zonder functie TUNESTRT...
  • Pagina 72 10 Configuratieniveau 1 Schakel- De binaire functies worden via de binaire ingang (potentiaalvrije contacten verhouding (schakel/relaiscontact)), grenswaardecontacten, stuurcontacten of logica ge- activeerd. Potentiaalvrij contact of schakelimpuls IN - contact gesloten Inschakel- Uitschakel- UIT - contact open flank flank De functies zijn in twee groepen ingedeeld: Flank- De binaire functie reageert op inschakelflanken.
  • Pagina 73 10 Configuratieniveau 1 Voorbeeld: Voorbeeld: Binaire ingang 1 De selectie van de gemeten waarde zal via een binaire ingang en de situatie van een grenswaardecontact geschieden. Daaruit volgt deze indeling: Grenswaardecontact 1 Z1 - binaire ingang 1 Z2 - stuurcontact 1 Setpoint Gemeten waarde Programma...
  • Pagina 74: Interface

    10 Configuratieniveau 1 10.9 Interface KONFIG 1 SCHNITTS Parameter Waarde/ Omschrijving selectie PROTOKOL MODBUS Protocolsoort MOD-bus/J-bus MODINT MOD-bus int DATENFMT Dataformaat BAUDRATE 1200 Baudrate 1200 baud 2400 2400 baud 4800 4800 baud 9600 9600 baud 19200 19200 baud PARITÄT KEINE Pariteit geen pariteit UNGERADE...
  • Pagina 75: Optimalisatie

    11 Optimalisatie 11.1 Zelfoptimalisatie Procedure De zelfoptimalisatiefunctie SO bepaald de gunstigste regelaarparameter voor PID- of PI-regelaar. De volgende regelaarparameters worden altijd naar regelaarsoort bepaald: Integratietijd (Tn1, Tn2), differentiatiesnelheid (Tv1, Tv2), proportioneel bereik (Xp1, Xp2), schakeltijd (Cy1, Cy2), filtertijdconstante (dF) Afhankelijk van de grootte van de regelafwijking selecteert de regelaar tussen twee procedures a of b: b) SO setpoint a) SO tijdens ingebruikname...
  • Pagina 76: Controle Optimalisatie

    11 Optimalisatie 11.2 Controle optimalisatie Procedure ont- De optimale aanpassing van de regelaar aan het regeltraject kan door het re- wikkeling gistreren van het proces gecontroleerd worden. De navolgende diagrammen geven aanwijzingen omtrent mogelijke foutieve instellingen en het oplossen daarvan. Stuurgedrag Als voorbeeld is hier het stuurgedrag van een regeltraject van de 3e orde voor PID-regelaar gegeven.
  • Pagina 77: Fuzzy-Parameter

    11 Optimalisatie 11.3 Fuzzy-parameter De software voor de regelaar bevat naast de algoritmes voor de verschil- lende regelaarstructuren ook een fuz- zy-module. Hiermee kunnen zowel het stuurgedrag als het storingsgedrag van de regelaar met I-gedrag verbeterd worden. Fuzzy- module Bij een geactiveerde fuzzy-module stelt de regeluitgang y zich samen uit de regeluitgang van de regelaar onder de uitgangssignaal van de fuzzy-...
  • Pagina 78 11 Optimalisatie Actie Reactie storing verstoringsgedrag wordt kleiner, reactietijd wordt ↑ ↑ ↑ ↑ groter verstoringsgedrag wordt storingsgedrag zonder fuzzy-logic groter, reactietijd wordt kleiner reactietijd wordt kleiner, ↑ ↑ ↑ ↑ reactietijd wordt groter storingsgedrag bij Fc1 > 0, Fc2 = 30 storingsgedrag bij Fc1 >...
  • Pagina 79: Het Monteren Van Modules

    12 Het monteren van modules Voor het monteren van modules zijn de navolgende stappen noodzakelijk: Het monteren van modules mag alleen door gekwalificeerd vak- personeel worden uitgevoerd. De modules kunnen door elektrostatische ontladingen beschadigd wor- den. Vermijd daarom bij montage en demontage elektrostatische opla- dingen.
  • Pagina 80 12 Het monteren van modules h Setup-stekker uithalen Regelaardeel er uit trekken h Frontplaat aan de geribbelde vlak- ken aan de boven- en onderzijde (c.q. links en rechts bij lengtefor- maat) samendrukken, daarna het re- gelaartussenstuk er uit trekken. h Het bijbehorende slot voor de module bepalen Slot plaatsen Slot...
  • Pagina 81 12 Het monteren van modules h Geleideplaat er uit trekken (1) Platine inzetten h Optie in geleidespoor schuiven, tot aan de rustnaden in de daarvoor be- doelde groeven ineensluiten (2) h Geleideplaat bevestigen Regelaar tus- senstuk inzet- h Regelaartussenstuk in de behuizing schuiven, tot aan de rustnaden (onder de geribbelde vlakken) ineensluiten.
  • Pagina 82 12 Het monteren van modules...
  • Pagina 83: Interface Rs422

    13 Interface RS422/485 Door middel van de interface kan de regelaar worden opgenomen in een net- werk. De volgende toepassingen zijn mogelijk: - Procesvisualisatie - Installatiebesturing - Protocolleren Het bussysteem is volgens het master-slave-principe opgebouwd. Een mas- ter-computer kan tot max. 31 regelaars en instrumenten aanspreken (slaves). De interface is een seriële interface volgens de standaard RS422 en RS485.
  • Pagina 84 13 Interface RS422/485...
  • Pagina 85: Toebehoren

    14 Toebehoren 14.1 Externe relaismodule ER8 Met de externe relaismodule ER8 kan de regelaar met acht relaisuitgangen worden uitgebreid. De communicatie met de regelaar vindt plaats via interface RS422/485. Het kan alle signalen voor schakelende uitgangen uitgeven. De configuratie kan alleen via het setup-programma. v Hoofdstuk 7.4 „Uitgangen“...
  • Pagina 86: Setup-Programma

    14 Toebehoren 14.2 Setup-programma Voor eenvoudige configuratie van de regelaar is er een setup-programma voor ® 95/98/NT4.0 beschikbaar. Windows Systeemvereisten: - PC-486DX-2-100 - 16 MB RAM - 15 MB vrije schijfruimte - CD-ROM - 1 vrije seriële interface Het programma toont in de achtergrond de actuele configuratie in lijstvorm. Door dubbel te klikken op de lijst of via de menu‘s wordt de bijbehoren in- voersjabloon opgeroepen.
  • Pagina 87: Appendix

    15 Appendix 15.1 Technische gegevens Ingang thermo-element Benaming Meetbereik Meetnauwkeurigheid Omgevings- temperatuurinvloed ≤ ≤ ≤ ≤ 0,25% Fe-CuNi„L“ -200 …+900°C 100 ppm/K ≤ ≤ ≤ ≤ 0,25% Fe-CuNi„J“ DIN EN 60584 -210 …+1200°C 100 ppm/K ≤ ≤ ≤ ≤ 0,25% Cu-CuNi„U“...
  • Pagina 88 15 Appendix Uitgang Relais Wisselcontact Schakelvermogen 3A bij 250VAC ohmsche belasting Levensduur contact 150.000 schakelingen bij nominale belasting Logica 0/5V Stroombegrenzing 20mA ≥ ≥ ≥ ≥ 250 Ω Ω Ω Ω Belastingsweerstand belast Halfgeleider relais Schakelvermogen 1A bij230V Spanning Uitgangssignalen -10 …...
  • Pagina 89: Alarmmeldingen En Aanduidingsprioriteiten

    15 Appendix 15.2 Alarmmeldingen en aanduidingsprioriteiten Alarmmeldingen in duidelijke bewoordingen (matrixaanduiding) Prioriteit Aanduiding Aantekening hoog (geen aanduiding) binaire functie „alle aanduidingen uit“ is geconfigureerd en actief BRUCH E1 sensorbreuk of -kortsluiting aan ingang x … BRUCH E4 ORANGE 1 meetbereikoverschrijding aan ingang x …...
  • Pagina 90 15 Appendix Alarmmelding bij numerieke aanduiding Aanduiding Aantekening 9999. - meetbereikoverschrijding - sensorbreuk ORANGE 1 BRUCH E1 oder (segmentaanduiding knippert) meetbereikonderschrijding 1999. (segmentaanduiding knippert) URANGE 1 ---- geen meetwaarde ÍÍÍÍ...
  • Pagina 91: Tekenset Voor Matrixaanduiding

    15 Appendix 15.3 Tekenset voor matrixaanduiding Hier worden speciale tekens voor tekstinvoer in het setup-programma afge- beeld. De invoer is mogelijk m.b.v. de toetscombinatie Alt + XXX 200 … 210 gereserveerd voor bargraphaanduiding...
  • Pagina 92: Apparaatoutillage (Configuratieniveau 2)

    15 Appendix 15.4 Apparaatoutillage (configuratieniveau 2) Hier wordt de softwareversie en de hardware-outillage van het programma af- gebeeld. KONF 2 Parameter Waarde/selectie Omschrijving VERSION 50.0X.0X Versie versienummer VDN-NR STANDARD VDN-nummer standaarduitvoering XXX.XXXX VDN-nummer (wijziging van de stan- daarduitvoering) EIN3 NEIN Analoge ingang 3 niet voorradig EIN4...
  • Pagina 93 16 Index Symbols ± (uit-)wisfunctie 50 Galvanische scheiding 19 grenswaardcontact relatief 51 grenswaarde 50 aanduiding 68 grenswaardecontact 71 aanduidingsomschakeling absoluut 51 automatische 68 grenswaardecontacten 49 Aansluitschema 16 Aanvulling standaardtype 9 ± Afmetingen 11 alarmmeldigen handeling te beantwoorden 89 automatisch 24 29 alarmmeldingen 89 handmatig 24 28 48 Analoge ingang 9...
  • Pagina 94 16 Index standaard aanduiding 25 startdag 33 nakalibratie startmodule 33 klantspecifieke 55 starttijd 33 nulpunt 58 stilstand 24 61 Strakke montage 13 stuurcontact 28 71 Onderhoud van het bedieningspaneel 13 Optimalisatie 76 opvragen code 25 technische gegevens 87 tekenset 91 tijd 63 tijd instellen 42 parameterniveau 25...
  • Pagina 95 16 Index...
  • Pagina 96 16 Index...
  • Pagina 98 Programma-nr.:___ Module-nr. wordt automatisch met 1 verhoogd! P P P P P P P P X ___:___:___ ___:___:___ ___:___:___ ___:___:___ ___:___:___ ___:___:___ ___:___:___ ___:___:___ ___:___:___ ___:___:___...
  • Pagina 100 JUMO Meet- en Regeltechniek B.V. JUMO AUTOMATION S.P.R.L./ Postbus 115, 1380 AC WEESP P.G.M.B.H./B.V.B.A. Rijnkade 18, 1382 GT WEESP Industriestraße 18 Tel.: 0294 - 491491 B-4700 Eupen Techn. ondersteuning: 0294 - 491493 Tel.: 087 - 595300 Fax: 0294 - 419577 Fax: 087 - 740203 E-mail: info@jumo.nl...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Dicon 501

Inhoudsopgave