Langzame synchronisatie
U kunt de flitssynchronisatiesnelheid voor flitsfotografie instellen in de modus <
<
>.
[
] 1/200-30 sec. auto
De flitssynchronisatiesnelheid wordt automatisch ingesteld in een bereik van 1/200 tot
30 seconden, afhankelijk van de helderheid van de scène. Fotograferen met langzame
synchronisatie wordt gebruikt bij weinig licht (onder bepaalde opnameomstandigheden)
en de sluitertijd wordt automatisch verlengd.
[
] 1/200-1/60 sec. auto
Voorkomt dat er automatisch een lange sluitertijd wordt ingesteld bij weinig licht. Dit is
geschikt voor het voorkomen van onscherpe opnamen en cameratrilling. De achtergrond
kan er echter donker uitzien, terwijl het onderwerp goed door de flitser wordt belicht.
[
] 1/200 sec. (vast)
De sluitertijd staat vast op 1/200 sec. Dit werkt doeltreffender om onscherpe opnamen
en cameratrilling te voorkomen dan [1/200-1/60 sec. auto]. In slechte
lichtomstandigheden wordt de achtergrond echter wel donkerder dan met de optie
[1/200-1/60 sec. auto].
VOORZICHTIG
Om opnamen te maken met behulp van langzame synchronisatie in de modus
<
> of <
>, stelt u deze optie in op [1/200-30 sec. auto].
224
> of