4.
Stel scherp op het onderwerp.
Druk de ontspanknop half in.
(1) Standaardbelichtingsindex
(2) Markering belichtingsniveau
De belichtingsinstelling wordt in de zoeker weergegeven.
Controleer de belichtingsniveaumarkering < > om te zien hoever het
huidige belichtingsniveau van het standaardbelichtingsniveau is
verwijderd.
5.
Stel de belichting in en maak de opname.
Controleer de indicator voor het belichtingsniveau en stel de gewenste
sluitertijd en diafragmawaarde in.
< > of < > wordt getoond bij de uiteinden van de belichtingsniveau-
indicator als het belichtingsniveau meer dan ±3 stops (of in de zoeker:
±2 stops) afwijkt van de standaardbelichting.
160