VOORZICHTIG
Wijzig nadat de camera is scherpgesteld de afstand tussen u en de camera niet
totdat de opname is gemaakt.
Laat de camera niet vallen.
Flitsopname is niet mogelijk. Probeer cameratrilling te voorkomen wanneer u
opnamen maakt bij weinig licht.
Opmerking
De camera annuleert de modus [Zelfportret] wanneer u de aan-uitschakelaar op
<
> zet of een van de volgende handelingen uitvoert.
• U tikt op [
] op het scherm.
• U draait het scherm terug naar de oorspronkelijke positie.
• U drukt op de knop <
Het zelfontspannerlampje (
van de camera gericht is in de modus [Zelfportret].
>.
) knippert niet wanneer het scherm naar de voorkant
108