2.
Stel de gewenste sluitertijd in.
Stel in met het instelwiel <
3.
Stel scherp op het onderwerp.
Druk de ontspanknop half in.
4.
Bekijk de weergave en maak een opname.
Zolang de diafragmawaarde niet knippert, wordt de standaardbelichting
gebruikt.
VOORZICHTIG
Als de kleinste diafragmawaarde knippert, is er sprake van onderbelichting.
Draai aan het instelwiel <
diafragmawaarde niet meer knippert of stel een hogere ISO-snelheid in.
Als de hoogste diafragmawaarde knippert, is er sprake van overbelichting.
Draai aan het instelwiel <
diafragmawaarde niet meer knippert of stel een lagere ISO-snelheid in.
>.
> om een langere sluitertijd in te stellen totdat de
> om een kortere sluitertijd in te stellen totdat de
152