Autoselectie AF
Het gebieds-AF-kader (gehele AF-gebied) wordt gebruikt om scherp te stellen.
Met [1-beeld AF] stelt de camera over het algemeen scherp op het dichtstbijzijnde
onderwerp. Houd er rekening mee dat eventuele gedetecteerde gezichten voorrang
krijgen bij het scherpstellen.
Met [AI Servo AF] wordt scherpgesteld zolang het gebied-AF-kader het onderwerp kan
volgen.
VOORZICHTIG
AF-punten kunnen onder bepaalde opnameomstandigheden het onderwerp niet
volgen als [AI Servo AF] wordt gebruikt met [Handmatige selectie:Zone-AF],
[Handm. selectie:grote zone-AF] of [Autoselectie AF].
Scherpstellen kan moeilijk zijn bij het gebruik van een AF-punt op de rand of bij een
groothoek- of telelens. Gebruik in dat geval het middelste AF-punt of een AF-punt
dat zich dicht bij het midden bevindt.
Wanneer de AF-punten oplichten, kan de zoeker gedeeltelijk of geheel rood
oplichten. Dit is kenmerkend voor de AF-puntweergave.
Bij lage temperaturen kan de AF-puntweergave soms moeilijk te zien zijn of kan het
volgen langzamer gaan. Dit komt door de onderliggende techniek van de AF-
puntweergave (met vloeibare kristallen).
176