[: Fotograferen in een andere flitsmodus voor elke groep
80
Stel elke flitsgroep in.
3
Stel de flitsmodus van elke flitsgroep
in via de masterunit.
Druk op functieknop 3 <F>
(p) als <M> wordt
weergegeven.
Draai <9> om de gewenste
flitsgroep te selecteren voor de
instelling.
De flitsmodus instellen
Druk op functieknop 2 <2> en
selecteer vervolgens flitsmodus
<a>, <q> of </>.
Het flitsvermogen en de
flitsbelichtings-
compensatiewaarde instellen
Druk op functieknop 3 <1>.
Draai <9> om het flitsvermogen of
de flitsbelichtingscompensatie in te
stellen en druk vervolgens op <8>.
Stel het flitsvermogen in als u de
modus <q> gebruikt. Als u de modus
<a> of </> gebruikt, stelt
u de gewenste
flitsbelichtingscompensatie in.
Herhaal stap 3 om de
flitsfunctiewaarde van alle
flitsgroepen in te stellen.
Als u op functieknop 2 <@> drukt
wanneer <M> wordt
weergegeven, kunt u de
flitsbelichtingscompensatie voor alle
flitsgroepen instellen.