q: Handmatig flitsenN
U kunt het flitsvermogen instellen in stappen van 1/3 stop, van 1/1 tot
1/128 van het totale vermogen.
Gebruik een flitsmeter (in de handel verkrijgbaar) om het benodigde
flitsvermogen vast te stellen voor een goede flitsbelichting. We raden u
aan de opnamemodus van de camera in te stellen op <f> of <q>.
Opnameafstand
Zie pagina 137 voor meer informatie over richtgetallen bij handmatig
flitsen.
U kunt het flitsvermogen rechtstreeks instellen door <9> te draaien
zonder op de knop <@> te drukken (C.Fn-13/p. 116).
40
Stel de flitsmodus in op <q>.
1
Stel het flitsvermogen in.
2
Diafragma
Druk op de knop <E>.
Draai <9> om <R> te
selecteren en druk vervolgens op
<8>.
Druk op functieknop 2 <@>.
Het flitsvermogenniveau is
geselecteerd.
Draai <9> om het flitsvermogen in
te stellen en druk vervolgens op
<8>.
Wanneer u de ontspanknop van de
camera half indrukt, ziet u een
indicatie van de opnameafstand en
de diafragma-instelling.