Inleiding De Canon EL-5 is een externe Speedlite compatibel met E-TTL II / E-TTL autoflash en ontworpen voor EOS-camera's die zijn uitgerust met een multifunctionele schoen. Bij normale flitsfotografie kan hij worden gebruikt als een flitser die is bevestigd op de multifunctionele schoen van de camera en bij draadloze flitsfotografie met radiotransmissie kan hij worden gebruikt als een zender of ontvanger.
Instructiehandleiding De meegeleverde Instructiehandleiding bevat basisinstructies voor flitsfotografie. Handleiding voor ervaren gebruikers Complete instructies vindt u in deze Handleiding voor ervaren gebruikers. Ga naar de volgende website voor de meest recente Handleiding voor ervaren gebruikers. https://cam.start.canon/A006/...
Over deze handleiding Pictogrammen in deze handleiding Uitgangspunten Pictogrammen in deze handleiding Geeft het selectiewiel aan. < > Geeft de duur van de werking (ongeveer 12 of 16 seconden) aan voor de knop waarop u hebt gedrukt, vanaf het moment waarop u de knop loslaat. De handleiding gebruikt dezelfde pictogrammen en weergave-items als de Speedlite om te verwijzen naar knoppen en instellingen.
Uitgangspunten De instructies gaan er vanuit dat de Speedlite en camera zijn ingeschakeld ( De pictogrammen die worden gebruikt om de knoppen, wieltjes en symbolen in de tekst aan te geven, komen overeen met de pictogrammen die u op de Speedlite en de camera aantreft.
Veiligheidsmaatregelen Zorg dat u deze veiligheidsmaatregelen leest om het product veilig te kunnen gebruiken. Houd u aan deze veiligheidsmaatregelen om te voorkomen dat de gebruiker van het product of anderen verwondingen of letsel oplopen. WAARSCHUWING: Hiermee wordt gewezen op het risico van ernstig letsel of levensgevaar.
Pagina 11
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht wanneer u een batterijlader gebruikt. • Verwijder regelmatig met een droge doek eventueel stof dat zich op de stekker en het stopcontact ophoopt. • Steek de stekker van het product niet met natte handen in het stopcontact en haal de stekker niet met natte handen uit het stopcontact.
Namen van de onderdelen LCD-paneel Acculader LC-E6 (afzonderlijk verkrijgbaar) Acculader LC-E6E (afzonderlijk verkrijgbaar) Meegeleverde accessoires Wit reflectiekaartje (ingetrokken afgebeeld) Groothoekadapter (ingetrokken afgebeeld) Flitskop (lichtverspreidingseenheid) Modellamp/AF-hulplicht Bevestigingsvoet Borgstift bevestigingsvoet Deksel van accuvak Contactpunten Kapje van bevestigingsvoet...
Pagina 13
Opmerking Niet uitgerust met aansluiting voor afstandsopnamen (kabel SR-N3 voor bediening op afstand kan niet worden gebruikt). (10) (11) (12) (13)
Pagina 17
Handmatig flitsen ( < > Handmatig flitsen < > / < > / < > Aangepaste flitsmodus* Handmatige flitssterkte Handmatig flitsniveau * 1: De flitsmodus wordt geïdentificeerd na de indicator voor de huidige Aangepaste flitsmodus. Opmerking Dit zijn slechts voorbeelden van displayweergaven. De daadwerkelijke displayweergaven tonen alleen de huidige instellingen.
Pagina 18
Draadloze flitsfotografie met radiotransmissie ( Zender (10) (11) < > Geconfigureerd als zender < > Geconfigureerd als subzender < > Draadloze radiotransmissie Flitsmodus < > E-TTL II / E-TTL-autoflash < > Handmatig flitsen < > Stroboscopisch flitsen < > Groepsflitsen <...
Pagina 19
< > Ontvanger volledig opgeladen Flitsgroepaansturing Zender / ontvanger laadindicator < > Modellampindicator Groepsflitsmodus* * 1: < > Alleen groepsflitsen Opmerking < > wordt niet meer weergegeven nadat zenders en ontvangers bij draadloze flitsfotografie met radiotransmissie volledig zijn opgeladen. < >, <...
Aan de slag en basishandelingen In dit hoofdstuk worden de voorbereidingen beschreven voordat u begint met flitsfotografie en het standaardgebruik van de flitser. Voorzichtig Voorzorgsmaatregelen bij continu flitsen Gebruik de flitser niet continu meer dan 40 keer achter elkaar op vol vermogen, om slijtage of beschadiging van de flitskoppen als gevolg van oververhitting te voorkomen.
De accu opladen Verwijder de beschermkap. Steek de accu volledig in de lader. Doe het omgekeerde om de accu te verwijderen.
Pagina 27
Laad de accu op. Voor de LC-E6 Klap de stekkerpootjes van de acculader naar buiten, in de richting van de pijl, en steek ze in het stopcontact. Voor de LC-E6E Sluit het netsnoer aan op de lader en steek de stekker in het stopcontact.
Pagina 28
Om veiligheidsredenen duurt opladen bij lage temperaturen (5 tot 10 °C/41 tot 50 °F) langer (tot ongeveer 4 uur). De Speedlite is bij verkoop nog niet opgeladen. Laad hem vóór gebruik op. Laad hem op de dag van gebruik op, of de dag ervoor. Accu's verliezen in opslag geleidelijk hun lading.
Pagina 29
Opmerking Opslag van accu Op een koele, droge en goed geventileerd plek bewaren. Zelfs als de accu is verwijderd, kan door het langzaam intern weglekken van de lading de accu op den duur te ver ontladen worden en verder gebruik, ondanks opladen, onmogelijk maken.
De accu plaatsen Gebruik de accu LP-EL als voedingsbron. Open het deksel. Schuif het deksel van het accuvak omlaag om het te openen. Plaats de accu. Steek eerst de polen van de accu erin, zoals aangegeven door de markering. Sluit het deksel. Sluit het deksel van het accuvak en schuif het omhoog tot het op zijn plaats vastklikt.
* Met de snelle flitsfunctie kunt u flitsen voordat de flitser helemaal is opgeladen ( * Met gebruik van een nieuwe, volledig opgeladen accu LP-EL * Gebaseerd op testnormen van Canon Voorzichtig Raak na continu flitsen de flitskop, de accu en het gedeelte rondom het accuvak niet aan.
De Speedlite bevestigen en loskoppelen Bevestig de Speedlite. Verwijder het kapje van de accessoireschoen van de camera en het kap van de bevestigingsvoet van de Speedlite. Steek de Speedlite langzaam in en let er daarbij op dat de bevestigingsvoet van de Speedlite is uitgelijnd met de multifunctionele schoen van de camera.
Pagina 33
De Speedlite demonteren. Druk op de ontgrendelingsknop, schuif de borgknop naar links en verwijder de Speedlite. Voorzichtig Zorg ervoor dat u de Speedlite uitschakelt voordat u deze monteert of demonteert. Als u de Speedlite op een camera zonder multifunctionele schoen probeert te bevestigen, kan de Speedlite of de camera beschadigd raken.
De flitser inschakelen Snelle flits Automatisch uitschakelen Bediening van de flitser vergrendelen LCD-paneelverlichting Zet de aan-/uitschakelaar op < >. Het opladen van de flitser begint. Tijdens het opladen wordt < > weergegeven op het LCD- paneel. Na het opladen van de flitser wordt dit niet meer weergegeven en klinkt een pieptoon uit de Speedlite.
Voorzichtig Er kan geen testflits worden uitgevoerd wanneer de timer voor flitsmeting van de camera actief is. Opmerking De flitsinstellingen blijven behouden, ook nadat de flitser is uitgeschakeld. De pieptoon die klinkt nadat het opladen is voltooid, kan worden uitgeschakeld in P.Fn-05.
Automatisch uitschakelen Deze functie bespaart acculading door de Speedlite automatisch uit te schakelen als deze gedurende ongeveer 90 seconden niet wordt bediend. Om de Speedlite weer in te schakelen, drukt u de ontspanknop van de camera half in of drukt u op de testflitsknop (gereed-lampje).
Bediening van de flitser vergrendelen De werking van de knoppen en wieltjes van de Speedlite kan worden uitgeschakeld door de aan/uit-schakelaar in de stand < > te zetten. Dit kan helpen voorkomen dat de instellingen van de Speedlite per ongeluk worden gewijzigd. Op het LCD-paneel wordt <...
LCD-paneelverlichting Het LCD-paneel licht gedurende ongeveer 12 seconden ( ) op als reactie op het bedienen van een knop of wiel. LCD-paneelverlichting voor meer informatie over de LCD-paneelverlichting wanneer de Speedlite is ingesteld als zender bij draadloze flitsfotografie met radiotransmissie. Opmerking De LCD-paneelverlichting kan worden gewijzigd in C.Fn-22.
Volledig automatisch fotograferen met de flitser Met de E-TTL II en E-TTL is volledig automatisch fotograferen met de flitser mogelijk als de camera is ingesteld op < > (Programma AE) of de volledig automatische opnamemodus. Kies < > met behulp van de joystick. Selecteer <...
Pagina 40
Maak de foto. * Dit is een voorbeeld van de weergave wanneer de camera in de modus < > (Programma AE) staat. Bevestig dat het onderwerp zich binnen het effectieve flitsbereik (1) bevindt. Door de ontspanknop helemaal in te drukken, gaat de flitser af en wordt een foto gemaakt.
E-TTL II / E-TTL automatisch flitsen per opnamemodus Autozoom voor sensorformaat Verzending van kleurtemperatuurinformatie AF-hulplicht E-TTL II of E-TTL autoflash die geschikt is voor de huidige opnamemodus wordt automatisch gebruikt. Stel de opnamemodus van de camera simpelweg in op < >...
Autozoom voor sensorformaat De Speedlite herkent automatisch het beeldsensorformaat van de EOS Digital-camera en stelt de optimale flitsdekking in voor de effectieve opnamebeeldhoek van een lens met een brandpuntsafstand van 24 tot 200 mm.
Pagina 44
Verzending van kleurtemperatuurinformatie Deze functie zorgt voor een optimale witbalans bij flitsopnamen door gebruik te maken van de kleurtemperatuurinformatie op het moment van flitsen, die door de Speedlite naar de EOS Digital-camera wordt verzonden. Dit wordt automatisch ingeschakeld wanneer de witbalans van de camera is ingesteld op <...
AF-hulplicht Het ingebouwde AF-ledhulplicht van de Speedlite flitst automatisch om te helpen met het automatisch scherpstellen van opnamen met weinig licht. Wat betreft de compatibele beeldhoeken is het AF-hulplicht effectief voor brandpuntsafstanden van de lens van 24 mm en groter, en is het effectieve bereik ongeveer 0,6 tot 10 m (2,0 tot 32,8 ft) in het midden van het AF-gebied.
De accugegevens controleren U kunt de status van de accu die u gebruikt controleren. Druk op de knop < >. Geef het informatiescherm weer. Duw de joystick in verticale of horizontale richting of draai aan < > en selecteer < >.
Pagina 47
: Matige oplaadprestaties : Het wordt aanbevolen de accu te vervangen Voorzichtig Het gebruik van een originele Canon-accu van het type LP-EL wordt aanbevolen. Niet-originele accu's bieden mogelijk niet de hoogste prestaties voor de Speedlite en kunnen tot een storing leiden.
Pagina 48
Opmerking Wanneer de melding [Cannot communicate with battery Use this battery?] wordt weergegeven, volgt u de instructies die worden gegeven.
Geavanceerde flitsopnamen In dit hoofdstuk worden de geavanceerde opnamemethoden beschreven die gebruikmaken van de functies van de Speedlite. Voorzichtig Functies op pagina's met in de rechterbovenhoek zijn niet beschikbaar wanneer de camera in de Volledig automatische modus of in de Basisgebruiksmodus staat. Alle bewerkingen in dit hoofdstuk zijn beschikbaar wanneer de opnamemodus van de camera is ingesteld op <...
Flitsbelichtingscompensatie De flitssterkte is instelbaar. De mate van flitsbelichtingscompensatie kan worden ingesteld binnen een bereik van ±3 stops, in stappen van 1/3-stop. Kies < > met behulp van de joystick.
Pagina 51
Stel de waarde voor de flitsbelichtingscompensatie in. Duw de joystick in horizontale richting of draai aan < > en stel de mate van compensatie in. Druk daarna de joystick recht in. "0,3" betekent 1/3 stop en "0,7" betekent 2/3 stop. Zet de waarde terug op ʺ±0"...
Flitsbelichtingsbracketing U kunt drie opnamen maken terwijl de flitssterkte automatisch steeds verandert. Deze functie wordt flitsbelichtingsbracketing (flash exposure bracketing; FEB) genoemd. Het instelbereik is ±3 stops, in stappen van 1/3 stop. Kies < > met behulp van de joystick. Duw de joystick omlaag om FEB te selecteren.
Pagina 53
Stel het FEB-niveau in. Duw de joystick in horizontale richting of draai aan < > en selecteer het FEB-niveau. Druk daarna de joystick recht in. "0,3" betekent 1/3 stop en "0,7" betekent 2/3 stop. Bij gebruik in combinatie met flitsbelichtingscompensatie worden FEB- opnamen gebaseerd op de ingestelde compensatiewaarde.
Pagina 54
Opmerking De FEB wordt automatisch geannuleerd nadat de drie opnamen zijn gemaakt. Overweeg voordat u FEB-opnamen maakt om de transportmodus van de camera in te stellen op enkelbeeld en controleer of het opladen van de flitser is voltooid. In de transportmodus voor continue opname wordt de opname automatisch beëindigd na drie opeenvolgende opnamen.
FE-vergrendeling Fotograferen met flitsbelichting (flash exposure; FE) vergrendeld, zorgt voor de juiste flitsbelichting over het aangegeven gebied van het onderwerp. Terwijl < > wordt weergegeven op het LCD-paneel, drukt u op de knop < > (AE- vergrendeling) van de camera. Stel scherp op het onderwerp.
Pagina 56
Opmerking < > knippert in de zoeker als met FE-vergrendeling geen geschikte belichting mogelijk is. Nader het onderwerp of open het diafragma en probeer opnieuw de flitsbelichting te vergrendelen. U kunt ook proberen de ISO-snelheid te verhogen voordat u de FE-vergrendeling opnieuw probeert. Als het onderwerp op het scherm te klein is, is de FE-vergrendeling mogelijk niet effectief.
Hogesnelheidssynchronisatie Hogesnelheidssynchronisatie maakt flitsopnamen mogelijk met nog kortere sluitertijden dan de kortste sluitertijd voor flitssynchronisatie. Dit is effectief bij het opnemen met een open diafragma in de modus < > (diafragmaprioriteit AE) om bijvoorbeeld de achtergrond achter een onderwerp buitenshuis in daglicht wazig te maken. Druk de joystick recht in.
Pagina 58
Selecteer < >. Duw de joystick in horizontale richting of draai aan < > en selecteer < >. Druk daarna de joystick recht in. Controleer vóór het opnemen of < > wordt weergegeven in de zoeker. Voorzichtig Bij hogesnelheidssynchronisatie wordt het richtgetal (effectieve flitsbereik) kleiner naarmate de sluitertijd korter wordt.
Synchronisatie op het tweede gordijn Als u bij een lange sluitertijd synchronisatie 2e gordijn gebruikt, kunt u natuurlijke opnamen maken van bewegingssporen, zoals de lichten van een auto. De flitser flitst direct voordat de camera de opname afrondt (voordat de sluiter dichtgaat). Druk de joystick recht in.
Pagina 60
Opmerking Synchronisatie tweede gordijn werkt goed in de opnamemodus < > (Bulb). De Speedlite flitst twee keer in de flitsmodus < >. De eerste flits is geen storing, maar een voorflits om de flitssterkte te bepalen. Om terug te keren naar normaal flitsen selecteert u < >...
Indirecte flits < > Flitsopnamen van dichtbij Opname met reflectie Door de flitskop op het plafond of een muur te richten en het licht dat er vanaf wordt gereflecteerd te gebruiken, kunnen schaduwen van het onderwerp worden verzacht en de opnamen natuurlijker worden.
Pagina 62
Opmerking Als het licht wordt weerkaatst door een plafond of muur dat/die te ver weg ligt, wordt mogelijk niet voldoende belichting verkregen omdat onvoldoende licht het onderwerp bereikt. Als uw opname te donker is, verlaagt u de diafragmawaarde (het f-getal) om het diafragma te openen en probeert u het opnieuw.
< > Flitsopnamen van dichtbij U kunt een onderwerp van dichtbij opnemen op een afstand van 0,5 tot 2 m (1,6 tot 6,6 ft) door de flitskop 7° omlaag te kantelen. Wanneer de flitskop 7° omlaag wordt gekanteld, wordt < >...
Opname met reflectie Als u bij een portretopname het witte reflectiekaartje gebruikt, kunt u het gereflecteerde licht in de ogen van een persoon vangen voor een levendigere uitdrukking. Kantel de flitskop 90° omhoog. Trek de groothoekadapter omhoog. Trek de lip in het midden van de groothoekadapter omhoog. Het witte reflectiekaartje komt er samen mee naar buiten.
Pagina 65
Voorzichtig Richt de flitskop naar voren en kantel hem 90° omhoog. Wanneer de flitskop naar links of naar rechts is gedraaid, is het witte reflectiekaartje niet erg effectief. Maak de opname binnen ongeveer 1,5 m (4,9 ft) vanaf het onderwerp (bij ISO 100 met f/2,8) om effectief het gereflecteerde licht in iemands ogen te vangen.
Flitsdekking-instelling Groothoekadapter De flitsdekking kan automatisch of handmatig worden ingesteld. Stel in op < > (automatische instelling) voor automatische instelling van de flitsdekking aan de hand van de brandpuntsafstand (opnamebeeldhoek) van de gebruikte lens en het beeldsensorformaat ). Met de instelling < >...
Pagina 67
Stel de flitsdekking in. Duw de joystick in verticale of horizontale richting of draai aan < > en selecteer de flitsdekking. Druk daarna de joystick recht in. Om dit automatisch in te stellen, selecteert u < >, en om dit handmatig in te stellen, selecteert u een waarde (brandpuntsafstand in mm).
Pagina 68
Groothoekadapter De ingebouwde groothoekadapter maakt het mogelijk om flitsopnamen te maken die de opnamebeeldhoek dekken van een ultragroothoeklens met een brandpuntsafstand van 14 mm. Trek de groothoekadapter naar buiten. Trek de lip in het midden van de groothoekadapter naar buiten. Het witte reflectiekaartje komt er samen mee naar buiten.
Pagina 69
Opmerking De flitsdekking wordt automatisch ingesteld wanneer de groothoekadapter wordt gebruikt. Dit kan niet handmatig worden gewijzigd.
Handmatig flitsen Handmatige flitssterkte instellen van uit FE-geheugen Handmatig instellen van de flitsbelichting na meting De flitssterkte kan worden ingesteld binnen het bereik van 1/1024 tot vol vermogen (1/1), in stappen van 1/3 stop. Door een in de handel verkrijgbare flitsmeter te gebruiken, kunt u de flitssterkte bepalen die nodig is voor een goede belichting.
Pagina 71
Kies < > met behulp van de joystick. Stel de flitssterkte in. Duw de joystick in horizontale richting of draai aan < > en stel de flitssterkte in. Druk daarna de joystick recht in. De opnameafstand (1) bij benadering en de diafragmawaarde (2) worden weergegeven wanneer u de ontspanknop van de camera half indrukt.
Pagina 72
Opmerking Het instelbereik van de flitssterkte is 1/128 tot 1/1 wanneer de hogesnelheidssynchronisatie is ingesteld. Specificaties voor meer informatie over richtgetallen wanneer handmatig flitsen wordt gebruikt. De flitssterkte kan ook rechtstreeks worden ingesteld door aan < > te draaien zonder eerst < >...
Handmatige flitssterkte instellen van uit FE-geheugen De flitssterkte die wordt gebruikt bij opnemen in de < >-flitsmodus kan worden toegepast als het niveau voor de < >-flitsmodus. Stel de FE-geheugenfunctie in. Stel in de persoonlijke functies P.Fn-04 < > in op [1] (AAN, Maak een opname in de <...
Pagina 74
Stel de flitsmodus in op < >. Kies < > met behulp van de joystick. Duw de joystick in verticale of horizontale richting of draai aan < > en selecteer < >. Druk daarna de joystick recht in. Controleer de flitssterkte. Bevestig dat het onderwerp zich binnen het effectieve flitsbereik (1) bevindt.
Pagina 75
Voorzichtig Voordat u flitst met de Speedlite ingesteld op < >, controleert u of het gereed-lampje rood brandt (volledig opgeladen). Als u de ISO-snelheid, diafragmawaarde of andere instellingen die verband houden met de flitssterkte (zoals de lichtintensiteit of zoom van de flits) aanpast na het flitsen met de Speedlite ingesteld op <...
Handmatig instellen van de flitsbelichting na meting Als u een camera gebruikt die compatibel is met handmatig instellen van de flitsbelichting na meting, kunt u het flitsbelichtingsniveau handmatig instellen vóór het opnemen. Dit is effectief voor flitsopnamen van dichtbij. Gebruik een standaard 18% grijsreflector (in de handel verkrijgbaar) en maak als volgt opnamen.
Pagina 77
Stel het flitsbelichtingsniveau in. Pas de handmatige flitssterkte van Speedlite aan zodat het flitsbelichtingsniveau overeenkomt met de standaardbelichtingsindex. Maak de foto. Haal de grijsreflector weg en maak de foto. Opmerking Raadpleeg de instructiehandleidingen van camera's voor meer informatie over camera's die compatibel zijn met handmatig instellen van de flitsbelichting na meting.
Stroboscopisch flitsen De sluitertijd berekenen Met de stroboscopische flits en een lange sluitertijd kunt u in één opname continue beweging vastleggen, zoals bij sequence-fotografie. Stel voor stroboscopisch flitsen de flitssterkte, het aantal flitsen en de flitsfrequentie (aantal flitsen per seconde, equivalent aan Hz) in. Zie Maximaal aantal opeenvolgende flitsen voor informatie over het maximale aantal opeenvolgende flitsen.
Pagina 79
Druk de joystick recht in en selecteer vervolgens een item. Duw de joystick in verticale of horizontale richting of draai aan < > en selecteer de flitsfrequentie (1), het aantal keer flitsen (2) of de flitssterkte (3). Druk daarna de joystick recht in. Stel de waarde in.
De sluitertijd berekenen Bereken als volgt de sluitertijd die u op de camera instelt als u er zeker van wilt zijn dat de sluiter open blijft totdat alle stroboscopische flitsen zijn afgerond. Aantal flitsen ÷ flitsfrequentie = sluitertijd Als het aantal flitsen bijvoorbeeld is ingesteld op 10 (keer) en de flitsfrequentie op 5 (Hz), stelt u de sluitertijd in op minimaal 2 sec.
Pagina 81
Maximaal aantal opeenvolgende flitsen Als het aantal flitsen wordt weergegeven als "----" (streepjes), is het maximale aantal flitsen als volgt. Flitssterkte / Hz 6–7 8–9 1/16 1/32 1/64 1/128 1/256 1/512 1/1024 Flitssterkte / Hz 12–14 15–19 20–50 60–199 250–500 1/16 1/32 1/64...
Modellamp Door op de < >-knop te drukken wordt de modellamp gedurende 5 minuten ingeschakeld. Om hem uit te schakelen, drukt u nogmaals op de knop. Dit is handig bij het controleren van de schaduwen van het onderwerp die door de Speedlite worden veroorzaakt.
Pagina 83
Opmerking U kunt wijzigen hoe de modellamp wordt geactiveerd in C.Fn-18. De helderheid van de modellamp kan worden ingesteld in P.Fn-06. U kunt selecteren hoe lang de modellamp ingeschakeld blijft in C.Fn-07. Het licht is gedimd wanneer een groothoekadapter wordt gebruikt. De modellamp van verbonden zenders/ontvangers ( ) wordt in- en uitgeschakeld als reactie op het drukken op de <...
Modelflits De flitser flitst gedurende ongeveer 1 seconde continu als reactie op het drukken op de DOF-controleknop op de camera wanneer een andere camera dan een model uit de EOS R- of EOS M-serie wordt gebruikt als zender met de EL-5 als ontvanger. Deze functie wordt "modelflits"...
Speedlite-instellingen wissen U kunt de standaardinstellingen voor de opnamefuncties, draadloos opnemen en aangepaste flitsmodi van de Speedlite herstellen. Druk op de knop < >. Selecteer < >. Duw de joystick in verticale of horizontale richting of draai aan < > en selecteer <...
Pagina 86
Wis de instellingen. Duw de joystick in horizontale richting of draai aan < > en selecteer < >. Druk daarna de joystick recht in. De Speedlite-instellingen worden gewist, waarmee hij wordt voorbereid op normale flitsopnamen in de < >-flitsmodus. Opmerking Het wissen van de instellingen wist niet het radiokanaal of de ID van het draadloze radiosignaal voor draadloze flitsopnamen, de instellingen voor de gebruikersfuncties/persoonlijke functies (C.Fn/P.Fn) of de instellingen voor de...
Flitsfuncties instellen via de camera In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u flitsfuncties instelt via het cameramenu. Voorzichtig Handelingen die in dit hoofdstuk worden beschreven, zijn niet beschikbaar als de camera is ingesteld op de Volledig automatische modus of Basisgebruiksmodus. Stel de opnamemodus van de camera in op <...
Flitseraansturing via het cameramenu Flitsfunctie-instellingen Instellingen die beschikbaar zijn in het scherm Flits functie instellingen Flits C.Fn instellingen U kunt flits- en gebruikersfuncties instellen via het cameramenu. Als de gebruikersfuncties op de Speedlite niet worden weergegeven op de camera, probeert u de firmware van de camera te updaten of stelt u ze in via de Speedlite.
Flitsfunctie-instellingen Stel de functie in. Het instelscherm en de weergegeven items verschillen afhankelijk van de camera. Selecteer een item en stel de functie in. Voorbeeld van de displayweergave...
Instellingen die beschikbaar zijn in het scherm Flits functie instellingen Op het scherm [Flits functie instellingen] of [Func.inst. externe flitser] van de camera kunt u instellingen configureren voor normale flitsopnamen en voor draadloze flitsfotografie met radiotransmissie. De belangrijkste functies die u kunt configureren zijn als volgt. De beschikbare instellingen verschillen afhankelijk van de flitsmodus, de instellingen voor de draadloze functie en andere voorwaarden.
Cont. flitsbest. Stel in op [E-TTL elke opn.] als u voor elke opname een flitsmeting wilt uitvoeren. Stel in op [E-TTL 1e opn.] als u bij continue opnamen alleen voor de eerste opname een flitsmeting wilt uitvoeren. De flitssterkte voor de eerste opname wordt toegepast op alle volgende opnamen.
Pagina 92
Voorzichtig [In-/uitzoomen flitser] (flitsdekking) is niet beschikbaar wanneer de flitsdekking automatisch wordt ingesteld, zoals wanneer de groothoekadapter wordt gebruikt. Opmerking Flitsbelichtingscompensatie kan niet worden uitgevoerd door de camera wanneer dit ook is ingesteld op de Speedlite. Als beide tegelijkertijd zijn ingesteld, heeft de instelling op de Speedlite voorrang.
Pagina 93
Flits C.Fn instellingen U kunt de gebruikersfuncties van de Speedlite instellen via het cameramenu. De weergegeven informatie verschilt afhankelijk van de Speedlite die u gebruikt. Zie Aanpassen via gebruikersfuncties voor meer informatie over de gebruikersfuncties. Selecteer [Flitser C.Fn instellingen]. Selecteer [Flitser C.Fn instellingen] of [C.Fn-inst. externe flitser].
Pagina 94
Stel de gebruikersfunctie in. Selecteer het nummer van de gebruikersfunctie (1) en stel de functie Om alle instellingen van de gebruikersfuncties te wissen, selecteert u [Wis instellingen] in stap 1, en selecteert u daarna [Wis alle SpeedliteC.Fn's] of [Wis C.Fn's externe flitser]. Voorzichtig U kunt de persoonlijke functies (P.Fn) niet instellen of gezamenlijk wissen via het menu van de camera.
Draadloze flitsfotografie met radiotransmissie In dit hoofdstuk wordt draadloze flitsfotografie met radiotransmissie met behulp van de zender- en ontvangerfuncties beschreven. Voor meer informatie over Speedlites die compatibel zijn met draadloze flitsopnamen raadpleegt u de Aanvullende informatie ( Voorzichtig Handelingen die in dit hoofdstuk worden beschreven, zijn niet beschikbaar als de camera is ingesteld op de Volledig automatische modus of Basisgebruiksmodus.
Beperkingen voor specifieke camera's Het fotograferen met draadloze flitsbelichting vanuit meerdere flitsers is net zo eenvoudig als het maken van normale E-TTL II / E-TTL-autoflash-opnamen als u Canon Speedlites gebruikt die draadloze flitsfotografie met radiotransmissie ondersteunen. Het systeem is zo ontworpen dat de instellingen van de EL-5 (zender) automatisch worden toegepast op de draadloos bediende Speedlites (ontvangers).
Automatisch flitsen met groepen ontvangers ( U kunt E-TTL II-/E-TTL-autoflash-opnamen met twee of drie groepen ontvangers maken, waarbij u de flitsverhouding (het aandeel in de flitssterkte) naar wens kunt aanpassen. (1) 2 groepen (A, B) (2) 3 groepen (A, B, C) Voorzichtig Maak van tevoren enkele proefopnamen en test het flitsen ( Het transmissiebereik kan korter zijn afhankelijk van factoren zoals de positie...
Opnamen met een eigen flitsmodus voor elke groep ( * Dit is slechts één voorbeeld van flitsmodusinstellingen. (1) E-TTL II (2) E-TTL II (3) Handmatig flitsen (4) Plafond (5) Handmatig flitsen (6) Handmatig flitsen...
Groepsaansturing Flitsgroep A U kunt ontvangers toevoegen als er meer licht of geavanceerde belichting nodig is. Geef voor toegevoegde ontvangers eenvoudigweg de flitsgroep op (A, B of C) die u helderder wilt maken. Als bijvoorbeeld drie ontvangers zijn ingesteld voor flitsgroep < >, worden ze allemaal bestuurd als één Speedlite met een hoog vermogen in groep A.
Beperkingen voor specifieke camera's Als u een andere Speedlite dan de EL-5 gebruikt als zender, kunnen de functies die beschikbaar zijn voor draadloze flitsfotografie met radiotransmissie beperkt worden. Voor meer informatie over de beschikbare functies raadpleegt u de instructiehandleiding van de Speedlite die wordt gebruikt als zender.
Draadloze instellingen Instellen als zender Instellen als ontvanger Het transmissiekanaal / de ID van het draadloze radiosignaal instellen < >-lampje en verbindingsaanduiding Zender flitsen Aan/Uit Modellamp draadloos Aan/Uit Stel de zender en ontvanger voor draadloze flitsfotografie met radiotransmissie met E-TTL II / E-TTL-autoflash als volgt in. Instellen als zender Kies <...
Pagina 103
Selecteer de flitsmethode. Druk de joystick recht in. Duw de joystick in verticale of horizontale richting of draai aan < > en selecteer item (1). Druk daarna de joystick recht in. Duw de joystick in horizontale richting of draai aan < >...
Pagina 104
Instellen als ontvanger Stel in op < >. Configureer deze instelling op Speedlites die u wilt gebruiken als ontvanger. Selecteer < > op dezelfde manier als u de zender instelt. Voorzichtig Vóór normale flitsopnamen selecteert u < > om de instellingen voor draadloze opnamen (zender/ontvanger) te wissen.
Het transmissiekanaal / de ID van het draadloze radiosignaal instellen Stel het transmissiekanaal en de ID van het draadloze radiosignaal van de zender als volgt in. Stel voor zowel de zender als de ontvangers hetzelfde kanaal en dezelfde ID in. Voor instructies voor de ontvangers raadpleegt u de instructiehandleiding van de Speedlites die zijn uitgerust met de functie draadloze ontvanger met radiotransmissie.
Pagina 106
Stel een transmissiekanaal in. Duw de joystick in verticale of horizontale richting of draai aan < > en selecteer uit < > of de kanalen 1 tot en met 15. Druk daarna de joystick recht in. Selecteer item (2). Selecteer het ID-item op dezelfde manier als u het transmissiekanaal hebt ingesteld en druk daarna de joystick recht in.
Pagina 107
Stel de draadloze radio ID in. Duw de joystick in horizontale richting of draai aan < > en selecteer de positie (het cijfer) die u wilt instellen. Druk daarna de joystick recht Duw de joystick in verticale richting of draai aan < >...
Zendertransmissiekanalen scannen en instellen U kunt de radiosignaalomstandigheden scannen en vervolgens het zendertransmissiekanaal automatisch of handmatig instellen. Als u het kanaal instelt op [AUTO], wordt de Speedlite automatisch ingesteld op het kanaal met het sterkste signaal. Als u het kanaal handmatig instelt, kunt u de scanresultaten beoordelen terwijl u hem instelt.
Scannen indien momenteel ingesteld op een kanaal (1 t/m 15) Druk op de knop < >. Voer de scan uit. • Duw de joystick in verticale of horizontale richting of draai aan < > en selecteer < >. Druk daarna de joystick recht in. •...
Pagina 110
Stel het kanaal in. • Duw de joystick in horizontale richting of draai aan < > en selecteer een kanaal binnen het bereik van 1 tot en met 15. • Druk de joystick recht in om het kanaal in te stellen.
Pagina 111
< >-lampje en verbindingsaanduiding U kunt de verbindingsstatus bepalen aan de hand van het < >-lampje of het pictogram op het LCD-paneel. Status Beschrijving Actie Brandt Verbonden – Geen verbinding Controleer het kanaal en de ID Te veel units Gebruik in totaal maximaal 16 zenders en ontvangers Storing Start de zenders en ontvangers opnieuw op Brandt...
Zender flitsen Aan/Uit U kunt instellen of de zender flitst tezamen met de ontvangers die hij draadloos aanstuurt. Wanneer het flitsen van de zender is ingeschakeld, flitst de zender als flitsgroep A. Druk de joystick recht in. Selecteer het item aangegeven in (1). Duw de joystick in verticale of horizontale richting of draai aan <...
Pagina 113
Opmerking Door het flitsen van de zender uit te schakelen, wordt het bereik van de beschikbare flitssterkte uitgebreid van 1/1024 naar 1/8192.
Modellamp draadloos Aan/Uit De modellamp van verbonden zenders/ontvangers gaat aan en uit in reactie op het drukken op de < >-knop van de zender wanneer de EL-5 een zender of ontvanger. Op deze manier kunt u de schaduwen van het onderwerp die door meerdere Speedlites worden veroorzaakt, controleren door alleen de zender te bedienen.
Automatisch flitsen met één ontvanger LCD-paneelverlichting Flitsopnamen met gebruik van draadloze functies Meerdere zenders gebruiken In deze paragraaf worden de basishandelingen beschreven voor volledig automatische draadloze opnamen met een EL-5 bevestigd op de camera als zender, en een EL-5 ingesteld als ontvanger. Stel een flitser in als de zender.
Pagina 116
Stel een flitser in als de ontvanger. Stel de EL-5 in om als ontvanger draadloos te worden bediend door de zender ( U kunt ook andere Speedlites die zijn uitgerust met de functionaliteit van een draadloze ontvanger met radiotransmissie gebruiken. Controleer het kanaal en de ID.
Pagina 117
Stel de flitsmodus in op < >. Duw de joystick in verticale of horizontale richting of draai aan < > en selecteer < >. Druk daarna de joystick recht in. De ontvanger wordt automatisch ingesteld op < > tijdens opnamen, zoals aangestuurd door de zender. Controleer of het aansturen van de flitsgroep is ingesteld op <...
Pagina 118
Controleer de verbinding en verzeker u ervan dat de flitsers zijn opgeladen. Controleer of het < >-lampje groen brandt. Controleer of de gereed-lampjes van de zender en ontvanger branden. Als P.Fn-05 is ingesteld op [0] ( ), brengt de zender een pieptoon voort nadat alle Speedlites zijn opgeladen.
Pagina 119
Controleer de werking. Druk op de testflitsknop van de zender. De Speedlites flitsen. Als ze niet flitsen, controleert u of ze zich binnen het transmissiebereik bevinden ( Maak de foto. Maak net als bij normale flitsopnamen de foto nadat u de camera hebt geconfigureerd.
Pagina 120
Opmerking De flitsdekking van de zender en ontvanger is ingesteld op 24 mm. U kunt de flitsdekking ook handmatig instellen. De zender kan ook flitsen ( U kunt de modelflits activeren door op de scherptediepte-controleknop van de camera te drukken wanneer een EL-5 is ingesteld als ontvanger ( ).
Pagina 121
LCD-paneelverlichting Bij draadloze flitsopnamen is het LCD-paneel van de zender al dan niet aan afhankelijk van de vraag of zenders en ontvangers (flitsgroepen) zijn opgeladen. Het LCD-paneel van de zender is verlicht wanneer de zender en de ontvanger niet volledig zijn opgeladen.
U kunt ook flitsbelichtingscompensatie en flitsdekking handmatig instellen op elke ontvanger. Met een EL-5 ingesteld als zender is opnemen met synchronisatie op het tweede gordijn mogelijk met andere Canon Speedlites ingesteld als ontvangers. Raadpleeg de Aanvullende informatie ( ) voor meer informatie over compatibele Speedlites.
Meerdere zenders gebruiken Meerdere apparaten kunnen worden ingesteld als zender. Onder hetzelfde lichtarrangement (met dezelfde ontvangers) kunt u ook met andere camera's draadloze flitsopnamen maken. Hiervoor bevestigt u de zender op een andere camera. < > wordt weergegeven op het LCD-paneel wanneer meerdere zenders worden gebruikt.
Automatisch flitsen met twee ontvangergroepen Ontvangers kunnen worden ingedeeld in flitsgroep A en B en u kunt de verlichtingsbalans (flitsverhouding) ertussen instellen. De belichting wordt automatisch geregeld zodat het gecombineerde vermogen van de groepen een standaardbelichting oplevert. Druk de joystick recht in. Voer deze instellingen uit op elke ontvanger.
Pagina 125
Stel de flitsgroep van de ontvanger in bij (1). Selecteer < > of < > voor de flitsgroep. Stel één ontvanger in op < > en een andere op < >. Stel de flitsgroep van de zender in bij (2). Voer stap 3 tot en met 5 uit op de zender.
Pagina 126
Stel de flitsverhouding A:B in. Druk de joystick recht in om het item te selecteren dat in de afbeelding wordt weergegeven. Duw de joystick in horizontale richting of draai aan < > en stel de A:B-flitsverhouding in. Druk daarna de joystick recht in.
Pagina 127
Controleer de verbinding en verzeker u ervan dat de flitsers zijn opgeladen. Controleer of het < >-lampje groen brandt. Controleer of de gereed-lampjes van de zender en ontvanger branden. Als P.Fn-05 is ingesteld op [0] ( ), brengt de zender een pieptoon voort nadat alle Speedlites zijn opgeladen.
Automatisch flitsen met drie ontvangergroepen Nadat flitsgroep A en B zijn ingesteld, kunt u flitsen met meerdere Speedlites door groep C toe te voegen. Zie Groepsaansturing voor een overzicht van het aansturen van het flitsen. Groep C is nuttig wanneer u schaduwen in de achtergrond achter het onderwerp wilt voorkomen.
Pagina 129
Selecteer het item aangegeven in (1). Duw de joystick in verticale of horizontale richting of draai aan < > en selecteer het item. Druk daarna de joystick recht in. Stel in op < >. Duw de joystick in horizontale richting of draai aan < >...
Pagina 130
Stel de flitsverhouding A:B in. Druk de joystick recht in om het item te selecteren dat in de afbeelding wordt weergegeven. Duw de joystick in horizontale richting of draai aan < > en stel de A:B-flitsverhouding in. Druk daarna de joystick recht in. Stel de flitsbelichtingscompensatiewaarde voor flitsgroep C in.
Pagina 131
Controleer de verbinding en verzeker u ervan dat de flitsers zijn opgeladen. Controleer of het < >-lampje groen brandt. Controleer of de gereed-lampjes van de zender en ontvanger branden. Als P.Fn-05 is ingesteld op [0] ( ), brengt de zender een pieptoon voort nadat alle Speedlites zijn opgeladen.
Pagina 132
Controleer de werking. Druk op de testflitsknop van de zender. De Speedlites flitsen. Als ze niet flitsen, controleert u of ze binnen het transmissiebereik staan ( Maak de foto. Maak net als bij normale flitsopnamen de foto nadat u de camera hebt geconfigureerd.
Draadloze opnamen met meerdere flitsers en flitsverhouding In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u in de modus Handmatig flitsen draadloze opnamen met meerdere flitsers maakt. U kunt voor elke flitsgroep de flitssterkte instellen binnen het bereik van volledig 1/1 vermogen tot 1/1024, in stappen van 1/3 stop. Alle instellingen worden op de zender geconfigureerd.
Pagina 134
Selecteer het item aangegeven in (1). Duw de joystick in verticale of horizontale richting of draai aan < > en selecteer het item. Druk daarna de joystick recht in. Configureer de instelling voor de flitsgroep. Duw de joystick in horizontale richting of draai aan < >...
Pagina 135
Selecteer een flitsgroep. Als u < > of < > hebt geselecteerd in stap 5, drukt u de joystick recht in. Duw daarna de joystick in de verticale of horizontale richting of draai aan < > en selecteer een groep waarvoor u de flitssterkte wilt instellen.
Pagina 136
Opmerking Wanneer < > is ingesteld, stelt u A, B of C in als de flitsgroep voor ontvangers. Ze flitsen niet als ze zijn ingesteld op D of E. Als u meerdere ontvangers met dezelfde flitssterkte wilt laten flitsen, selecteert u <...
Opnemen in groep-specifieke flitsmodi (1) Plafond U kunt fotograferen met maximaal vijf groepen (A tot en met E), waarbij elke groep is ingesteld op een specifieke flitsmodus. De beschikbare flitsmodi zijn (1) E-TTL II / E-TTL-autoflash, (2) handmatige flits en (3) automatische externe flitsmeting.
Pagina 138
Stel de flitsmodus in op < >. Duw de joystick in verticale of horizontale richting of draai aan < > en selecteer < >. Druk daarna de joystick recht in. De flitsmodus van ontvangers wordt tijdens de opname automatisch ingesteld, zoals aangestuurd door de zender. Stel de flitsgroepen van de ontvangers in.
Pagina 139
Configureer elke flitsgroep. Stel op de zender de flitsmodus in voor elke flitsgroep. Druk de joystick recht in. Duw de joystick in verticale of horizontale richting of draai aan < > en selecteer een flitsgroep. Druk daarna de joystick recht in. De flitsmodus instellen Duw de joystick in verticale of horizontale richting of draai aan <...
Pagina 140
De flitssterkte en de flitsbelichtingscompensatiewaarde instellen Duw de joystick in verticale of horizontale richting of draai aan < > en selecteer het item. Druk daarna de joystick recht in. Duw de joystick in horizontale richting of draai aan < > en stel de flitssterkte of de flitsbelichtingscompensatiewaarde in.
Pagina 141
Bevestig vóór het opnemen dat het opladen van de flitsers voltooid is. Wanneer < > wordt weergegeven, kunt u aan de hand van de pictogrammen bepalen welke flitsgroepen niet volledig zijn opgeladen. Het pictogram weergegeven bij (1) geeft bijvoorbeeld aan dat flitsgroep <...
Testflits/modelflits uit ontvangers activeren Een testflits of modelflits ( ) kan in draadloze flitsfotografie met radiotransmissie worden geflitst vanuit Speedlites EL-5 die zijn ingesteld als ontvanger. Druk de joystick recht in. Geef de flits. [Flitser testen] Duw de joystick in verticale of horizontale richting of draai aan < >...
Pagina 143
Voorzichtig Modelflits voor de voorzorgsmaatregelen bij een modelflits. Opmerking Als er meerdere zenders zijn ( ), wordt het flitssignaal verzonden naar de hoofdzender.
Opnamen op afstand via ontvangers Speedlites EL-5 die zijn ingesteld als ontvanger kunnen worden gebruikt om op afstand opnamen te maken bij draadloze flitsfotografie met radiotransmissie, waardoor het uitvoeren van opnamen op afstand mogelijk wordt. Druk de joystick recht in. Maak de foto.
Pagina 145
Opmerking De camera neemt op in de enkelbeeld-opnamemodus ongeacht de huidige instelling van de transportmodus. Als er meerdere zenders zijn ( ), wordt het flitssignaal verzonden naar de hoofdzender. < > wordt weergegeven op het LCD-paneel van de zender tijdens het uitvoeren van opnamen op afstand vanaf ontvangers.
Gekoppeld fotograferen Gekoppeld fotograferen wordt ondersteund, waarbij de sluiter van ontvangercamera's automatisch wordt ontspannen wanneer de zender flitst. U kunt gekoppeld fotograferen met in totaal maximaal 16 zender- en ontvangercamera's. Dit is nuttig bij het fotograferen van een onderwerp vanuit verschillende hoeken tegelijk. Voor gekoppeld fotograferen bevestigt u Speedlites of Speedlite-zenders die draadloze flitsopnamen met radiotransmissie ondersteunen op de camera's.
Pagina 147
Voorzichtig Het fotograferen gebeurt niet gelijktijdig omdat de ontvangercamera's iets na de zendercamera een opname maken.
Pagina 148
Voordat u deze stappen uitvoert, bevestigt u een Speedlite of zender op alle camera's die u bij het gekoppeld fotograferen gaat gebruiken. Voor het instellen van andere apparaten raadpleegt u de instructiehandleiding van die apparaten. Kies < > met behulp van de joystick. Stel in op <...
Pagina 149
Stel de camera in als zender of ontvanger. Duw de joystick in verticale of horizontale richting of draai aan < > en selecteer < > of < >. Druk daarna de joystick recht in. Druk de joystick recht in. Selecteer het item aangegeven in (1). Duw de joystick in verticale of horizontale richting of draai aan <...
Pagina 150
Stel de flitsmodus in. Duw de joystick in verticale of horizontale richting of draai aan < > en selecteer de flitsmodus. Druk daarna de joystick recht in. De beschrijvingen naast < > tot en met < > verschillen afhankelijk van de geregistreerde instellingen. Aangepaste flitsmodi voor meer informatie over aangepaste flitsmodi.
Pagina 151
Plaats de ontvangercamera's. Plaats alle ontvangercamera's binnen ongeveer 30 m (98,4 ft) vanaf de zendercamera. Controleer of het < >-lampje van ontvangers groen brandt. Maak de foto. Controleer vóór de opname of het < >-lampje van de zender groen brandt. Opnemen met de zendercamera activeert automatisch het opnemen door de ontvangercamera's.
Pagina 152
Voorzichtig Overweeg de scherpstelmodusknop van de lens in de stand < > te zetten op ontvangercamera's en de camera's handmatig scherp te stellen voordat u gekoppelde opnamen maakt. Ontvangercamera's kunnen alleen gekoppeld opnames maken wanneer ze met behulp van AF kunnen scherpstellen op onderwerpen.
De Speedlite aanpassen In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u met de gebruikers-/persoonlijke functies (C.Fn/ P.Fn) de Speedlite kunt aanpassen. Voorzichtig Handelingen die in dit hoofdstuk worden beschreven, zijn niet beschikbaar als de Speedlite is bevestigd op een camera die is ingesteld op de Volledig automatische modus of de Basisgebruiksmodus.
Gebruikersfuncties en persoonlijke functies instellen : Gebruikersfuncties : Persoonlijke functies Lijst gebruikersfuncties Lijst persoonlijke functies Alle gebruikersfuncties/persoonlijke functies wissen U kunt de functies van de Speedlite afstemmen op uw fotografievoorkeuren. De functies hiervoor worden gebruikersfuncties en persoonlijke functies genoemd. Persoonlijke functies maken ook aanpassingen mogelijk speciaal voor de EL-5.
Pagina 155
: Gebruikersfuncties Druk op de knop < >. Geef het scherm met gebruikersfuncties weer. Duw de joystick in verticale of horizontale richting of draai aan < > en selecteer < >. Druk daarna de joystick recht in. Het scherm met gebruikersfuncties wordt weergegeven.
Pagina 156
Selecteer een item om in te stellen. Duw de joystick in horizontale richting of draai aan < > en selecteer het item (nummer) dat u wilt instellen. Wijzig de instelling. Druk de joystick recht in. Duw de joystick in verticale richting of draai aan < >...
Pagina 157
: Persoonlijke functies Druk op de knop < >. Geef het scherm met persoonlijke functies weer. Selecteer < > zoals in stap 2 voor de gebruikersfuncties. Druk daarna de joystick recht in. Stel de functie in. Stel de persoonlijke functies in zoals in stap 3 en 4 voor de gebruikersfuncties.
Alle gebruikersfuncties/persoonlijke functies wissen Selecteer < > of < > op het scherm hierboven en selecteer daarna < > om alle persoonlijke functies of aangepaste functies te wissen. Voorzichtig Als u alle gebruikersfuncties wist, wordt C.Fn-00 niet gewist. Opmerking U kunt de gebruikersfuncties van Speedlite ook instellen en wissen via het cameramenu ( Alle gebruikersfuncties/persoonlijke functies die zijn geregistreerd in de aangepaste flitsmodi <...
Aanpassen via gebruikersfuncties C.Fn-00: (Afstandsindicatieweergave) U kunt voor de afstandsindicatie op het LCD-paneel meter of voet selecteren. 0: m (Meter (m)) 1: ft (Voet (ft)) Opmerking Het rechter uiteinde van het effectieve flitsbereik op het LCD-paneel verandert naar < > wanneer de effectieve flitsafstand groter wordt dan 18 m (60 ft). C.Fn-01: (Automatisch uitschakelen) Om acculading te besparen, wordt de Speedlite automatisch uitgeschakeld als hij niet wordt...
Pagina 162
C.Fn-04: (FEB volgorde) U kunt de FEB-opnamereeks wijzigen. 0: Standaardbelichting, –: Negatieve compensatie (donkerder) en +: Positieve compensatie (lichter). 0: 0 → – → + 1: – → 0 → + C.Fn-08: (AF-hulplicht) 0: ON (Ingeschakeld) 1: OFF (Uitgeschakeld) Schakelt het AF-hulplicht van de Speedlite uit. C.Fn-10: (Timer ontvanger automatisch uitschakelen) U kunt de tijd instellen waarna automatisch uitschakelen in werking treedt wanneer de...
Pagina 163
C.Fn-13: (Flitsbelichtingscompensatie instellen) (knop + selectiewiel) (Direct instellen met selectiewiel) U kunt aan < > draaien om de hoeveelheid flitsbelichtingscompensatie of de flitssterkte rechtstreeks in te stellen zonder dat u eerst < > selecteert met de joystick. C.Fn-18: (Modellamp activeren) U kunt selecteren hoe de modellamp wordt geactiveerd.
Pagina 164
C.Fn-22: (Verlichting LCD-paneel) Het LCD-paneel licht op als reactie op het bedienen van een knop of wiel. U kunt deze verlichtingsinstelling wijzigen. 0: 12 sec. (Verlicht gedurende 12 seconden) 1: OFF (Paneelverlichting uitschakelen) 2: ON (blijft aan)
Aanpassen via persoonlijke functies P.Fn-01: (Snelle flits) U kunt instellen of de flitser kan afgaan (snelle flits) wanneer het gereed-lampje nog rood knippert (voordat hij volledig opgeladen is), zodat u minder lang hoeft te wachten op het opladen. 0: ON (Ingeschakeld) 1: OFF (Uitgeschakeld) Voorzichtig Als snelle flits wordt gebruikt bij continue opname (...
Pagina 166
P.Fn-03: (Instellingen wijzigen met het wiel) U kunt selecteren of rechtstreekse configuratie van de soort functies aangegeven in de onderstaande afbeelding is toegestaan door simpelweg aan < > te draaien op schermen zoals dit scherm die worden weergegeven door de joystick recht in te drukken. 0: OFF (Uitgeschakeld) Normale bedieningsmethode.
Pagina 167
P.Fn-04: (FE-geheugen) U kunt selecteren of de flitssterkte die wordt gehandhaafd in de handmatige modus moet worden geüpdatet op basis van de ETTL-flitssterkte. 0: OFF (Uitgeschakeld) 1: ON (Ingeschakeld) 2: ON / Opmerking Als P.Fn-04 wordt ingesteld op [2], zijn de beschikbare modi beperkt tot <...
Pagina 168
P.Fn-06: (Modellamp (helderheid)) U kunt de helderheid van de modellamp instellen. Draai aan < > en selecteer een optie. Druk daarna de joystick recht in. (1) Geselecteerde cursorpositie (2) Standaardindicator : Druk de joystick in horizontale richting of draai aan < >...
Pagina 169
P.Fn-08: (Joystick aanpassen) U kunt veelgebruikte functies toewijzen aan verticale of horizontale posities van de joystick. Dit vereenvoudigt de toegang tot het instelscherm. Duw simpelweg de joystick in de richting waaraan de functie is toegewezen. Om een richting te selecteren voor de instelling duwt u de joystick in horizontale richting, en om de toe te wijzen functie te selecteren drukt u de joystick recht in.
Aangepaste flitsmodi Aangepaste flitsmodi registreren Automatisch updaten annuleren Geregistreerde aangepaste flitsmodi wissen Koppelen aan opnamemodi van de camera De Speedlite kan worden gebruikt met instellingen voor flitsmodi en draadloze functies die u van tevoren hebt geregistreerd. Opmerking In eerste instantie zijn de aangepaste flitsmodi als volgt. •...
Pagina 171
Stel de flitsmodus in. Duw de joystick in verticale of horizontale richting of draai aan < > en selecteer < >, < > of < >. Druk daarna de joystick recht in. De beschrijvingen naast < > tot en met < >...
Aangepaste flitsmodi registreren U kunt de huidige instellingen van de Speedlite, zoals algemene flitsfuncties, aangepaste functies (behalve C.Fn-00) ( ) en persoonlijke functies ( ), registreren als aangepaste flitsmodi toegewezen aan de modi < > tot en met < >. Druk op de knop <...
Pagina 173
Registreer de gewenste items. Duw de joystick in horizontale richting of draai aan < > en selecteer < >. Druk daarna de joystick recht in.
Automatisch updaten annuleren Als u een instelling verandert tijdens een opname in de aangepaste flitsmodus, kan de modus automatisch worden geüpdatet met de nieuwe instelling. Standaard is deze functie ingeschakeld (< >). Druk op de knop < >. Selecteer < >.
Pagina 175
Selecteer < >. Duw de joystick in verticale richting of draai aan < > en selecteer < >. Druk daarna de joystick recht in. De weergave verandert vervolgens in < >.
Geregistreerde aangepaste flitsmodi wissen Op het scherm van stap 3 in Aangepaste flitsmodi registreren selecteert u de aangepaste flitsmodus die u wilt wissen (< >, < > of < >). De algemene flitsfuncties, aangepaste functies (behalve C.Fn-00) ( ) en persoonlijke functies ( worden gewist.
Koppelen aan opnamemodi van de camera Aangepaste flitsmodi kunnen worden gebruikt in combinatie met de aangepaste opnamemodi op de camera. Zie de instructiehandleiding van de camera voor camera- instructies. Welke flitsmodi beschikbaar zijn, is afhankelijk van de opnamemodus van de camera. [E- TTL II-flitsmeting], [Handmatig flitsen] en [MULTI-flits (stroboscoop)] zijn beschikbaar in de modi <...
Pagina 178
Selecteer < >. Duw de joystick in verticale of horizontale richting of draai aan < > en selecteer < >. Druk daarna de joystick recht in. Selecteer < >. Duw de joystick in verticale richting of draai aan < > en selecteer <...
Pagina 179
Opmerking Aangepaste flitsmodi kunnen alleen worden gekoppeld aan cameramodi wanneer de Speedlite wordt gebruikt met een camera die aangepaste opnamemodi heeft. Aangepaste opname- en flitsmodi met hetzelfde nummer zijn aan elkaar gekoppeld. Bij gebruik met een camera zonder aangepaste opnamemodus < >...
Verwijzingen In dit hoofdstuk wordt het flitssysteem beschreven en een aantal veelgestelde vragen beantwoord. • Flitserblokkering als gevolg van temperatuurstijging • Problemen oplossen • Specificaties • Accessoires...
Flitserblokkering als gevolg van temperatuurstijging Temperatuurstijgingswaarschuwing Aantal opeenvolgende flitsen en wachttijd Herhaaldelijk gebruik van continu flitsen, stroboscopische flits of modelflits met een kort interval kan de temperatuur van de flitskop, de accu en het gebied rondom het accuvak doen oplopen. Herhaaldelijk flitsen verlengt geleidelijk het flitsinterval tot ongeveer 4 seconden om te voorkomen dat de flitskop versleten of beschadigd raakt door oververhitting.
Pagina 182
Waarschuwing toename modellamptemperatuur De volgende waarschuwing wordt weergegeven wanneer de modellamp heet wordt. Om de waarschuwing te wissen, drukt u de joystick recht in of drukt u op de knop < >. De modellamp kan worden gedimd of uitgeschakeld als de onmiddellijke omgevingstemperatuur ervan te hoog wordt.
Modelflits ( Stroboscopisch flitsen ( Afhankelijk van de flitsomstandigheden * Zoals gemeten in de handmatige flitsmodus conform de testnormen van Canon. * Met gebruik van een nieuwe, volledig opgeladen accu LP-EL * 1: Bij het gebruik van de groothoekadapter Voorzichtig Raak na continu flitsen de flitskop, de accu en het gebied rondom het accuvak niet aan.
Pagina 184
Voorzichtig Open of sluit het deksel van het accuvak niet terwijl een flitsbeperking actief is. Hierdoor wordt de flitsbeperking opgeheven, wat potentieel zeer gevaarlijk is. Het flitsinterval wordt langer naarmate de flitskop heter wordt, ook als geen waarschuwingsniveau 1 wordt weergegeven. Nadat een waarschuwing van niveau 1 verschijnt, staakt u het gebruik van de Speedlite gedurende minstens 40 minuten.
(1) de acculader of de accu een probleem heeft of (2) de communicatie met een accu van een ander merk dan Canon is mislukt. In het geval van (1) koppelt u de lader los, plaatst u de accu erin en wacht u 2 tot 3 minuten voordat u de lader weer aansluit.
Pagina 186
[Cannot communicate with battery Use this battery?] verschijnt. De accu is mogelijk beschadigd. Als dat het geval is, koopt u een vervangende accu. Overweeg omwille van de veiligheid om een originele Canon-accu van het type LP-EL te kopen. Als veiligheidsmechanisme duurt het opladen van de flitser langer als u een slecht reagerende accu blijft gebruiken.
Pagina 187
Normale flitsopnamen De flitser gaat niet aan. Verzeker u ervan dat het deksel van het accuvak is gesloten ( Vervang de accu door een nieuwe. De Speedlite flitst niet. Steek de bevestigingsvoet helemaal in de accessoireschoen van de camera en schuif de borgknop naar rechts om de Speedlite op de camera te bevestigen ( Als na ongeveer 15 seconden nog steeds <...
Pagina 188
De modellamp gaat niet branden. Als de modellamp uitgaat, staakt u het gebruik van de Speedlite gedurende 40 minuten. Als het probleem aanhoudt, neemt u contact op met een Canon Service Center. De flitssterkte van het AF-hulplicht kan niet worden ingesteld.
Pagina 189
Draadloze flitsfotografie met radiotransmissie De ontvangers flitsen niet of flitsen onverwacht op vol vermogen. Stel de zender in op < > en de ontvangers op < > ( Gebruik op de zender en de ontvangers dezelfde instellingen voor transmissiekanaal en ID van het draadloze radiosignaal ( Ga na of ontvangers zich binnen het transmissiebereik van de zender bevinden ( Voer een transmissiekanaalscan uit en stel het kanaal met het beste signaal in (...
Pagina 190
Gekoppeld fotograferen De standaardbelichting wordt niet geleverd of de belichting is ongelijkmatig. Als meerdere Speedlites tegelijkertijd flitsen bij gekoppeld fotograferen, kan dat een geschikte belichting verhinderen of een ongelijkmatige belichting veroorzaken. Overweeg om slechts één Speedlite te laten flitsen, of gebruik een zelfontspanner om meerdere Speedlites op verschillende tijden te laten flitsen.
Type Flitsschoen E-TTL II / E-TTL-autoflash Speedlite Compatibele EOS-camera's met een multifunctionele schoen en firmware die compatibel is met EL-5 camera's * Raadpleeg de Canon-website voor meer informatie ( Flitskop Richtgetal normale flits Maximaal richtgetal (bij ongeveer ISO 100) Flitsdekking...
Pagina 192
Richtgetal handmatige flits Maximaal richtgetal (bij ongeveer ISO 100) Flitsdekking Flitssterkte Eenheid 14 mm* 24 mm 28 mm 35 mm 50 mm 70 mm 80 mm 105 mm 135 mm 200 mm 14,8 28,7 30,0 36,0 42,7 47,1 49,1 53,9 55,4 60,0 48,6...
Belichting Flitsstanden en beschikbare functies Draadloze Flits mode Flitsbelichtingscompensatie FEB Flitsbelichtingsvergrendeling radiotransmissie E-TTL II/E-TTL- ○ ○ ○ ○ autoflash* Handmatig ○ flitsen Stroboscopisch ○ Flitsmodi flitsen (belichtingsregelmodi) ○ ○ ○ Groepsflitsen* ○* Aangepaste Volgt de geregistreerde flitsmodus flitsmodus * 1: Wordt automatisch ingesteld wanneer de opnamestand van de camera is ingesteld op basis zonestanden * 2: Kan alleen worden ingesteld wanneer de Speedlite wordt gebruikt als zender bij draadloze radiotransmissie...
Pagina 195
Normale flits Snelle flits Oplaadtijd Accu LP-EL 0,1–1,2 seconde 0,1–1,0 seconde * Met gebruik van een nieuwe, volledig opgeladen accu LP-EL * Gebaseerd op testnormen van Canon Normale flits (volledig Snelle flits Bezig met opladen opgeladen) Gereed-lampje Brandt rood Knippert rood (8 Hz)
Pagina 196
AF-hulplicht Het AF-ledhulplicht wordt niet gebruikt onder deze omstandigheden - Lens bevestigd: Ingesteld op < >-modus - Camera: Ingesteld op [Servo AF] en [AF-hulplicht] ingesteld op [Uitschak.] • Licht uitgestraald Zichtbaar licht (uit witte leds) • Compatibel AF-systeem CMOS-AF met dubbele pixels Led-modus •...
Draadloze functies via radiotransmissie Ondersteund * Secundaire en additionele eenheden dienen als subzenders en geven een ʺSUB Zender Draadloze SENDERʺ-pictogram weer * Ontvangers kunnen niet op afstand subzenders aansturen instellingen Ontvanger Ondersteund Standaarden waaraan wordt IEEE 802.15.4, ARIB STD-T66 voldaan Primaire modulatie: OQPSK Communicatiemethode Secundaire modulatie: DS-SS...
Pagina 198
Ongeveer 350–2.450 Maximaal aantal * Met gebruik van een nieuwe, volledig opgeladen accu LP-EL flitsen * Gebaseerd op testnormen van Canon Tijd draadloze Ongeveer 17 uur continu fotografie met * Tijd totdat de Speedlite wordt uitgeschakeld terwijl hij draadloos is verbonden via radiotransmissie...
Gebruiksomgeving Bedrijfstemperatuurbereik 0–45 °C (32–113 °F) Gebruiksvochtigheid 85% of minder Alle bovenstaande technische specificaties zijn gebaseerd op testnormen van Canon. De productspecificaties en de vormgeving van het product kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Omdat dit product is ontworpen voor optimale prestaties met originele Canon-accessoires, wordt het gebruik van originele Canon-accessoires aanbevolen. Merk op dat Canon niet aansprakelijk is voor eventuele schade voortvloeiend uit ongevallen, zoals een storing of brand, die het gevolg zijn van lekkage of explosie van de accu of andere problemen met niet-originele Canon-accessoires.