a: Volledig automatische draadloze flitsopnamen
Als het lampje <D> rood is, is er geen radiotransmissie tot stand
gebracht. Controleer opnieuw de transmissiekanalen en de ID's van het
draadloze radiosignaal van de masterunit en slave-unit. Als u met dezelfde
instellingen geen verbinding kunt maken, schakelt u de masterunit en de
slave-unit uit en weer in.
De flitsdekking van de master-/slaveflitser is ingesteld op 24 mm. U kunt
de flitsdekking ook met de hand instellen.
Als u ook wilt flitsen met de masterunit, schakelt u in stap 5 op de vorige
pagina flitsen via de masterunit in (p. 66).
U kunt op de scherptediepteknop van de camera drukken om de
modelflits af te vuren (p. 47).
Wanneer een Speedlite is ingesteld als de masterunit, wordt het
apparaat na ongeveer 5 minuten automatisch uitgeschakeld.
Als de automatische uitschakelfunctie van de slave-unit wordt
geactiveerd, drukt u op de testflitsknop van de masterunit om de slave-
unit in te schakelen. Overigens is testflitsen niet mogelijk terwijl de timer
van de camera voor flitsmeting enz. in werking is.
U kunt instellen na welke tijd de slave-unit automatisch wordt
uitgeschakeld (C.Fn-10/p. 115).
U kunt instellen dat u een pieptoon hoort als alle flitsers (master-/slave-
units) volledig zijn opgeladen (C.Fn-20/p. 116).
Het AF-hulplicht knippert als de slave-unit is opgeladen. U kunt dit
knipperen uitschakelen (C.Fn-23/p. 117).
70
Controleer de prestaties.
7
Druk op de testflitsknop van de
masterunit.
De flitser flitst. Als deze niet flitst,
controleer dan of deze binnen het
transmissiebereik is geplaatst (p. 58).
Maak de foto.
8
Stel de camera in en maak de foto op
dezelfde manier als bij normale
flitsopnamen.
Bij standaardflitsbelichting brandt het
bevestigingslampje voor de
flitsbelichting circa 3 seconden.