Pagina 2
Inhoud Inleiding..........4 Instructiehandleiding.
Pagina 3
Flitseraansturing via het menuscherm van de camera....Draadloze flitsfotografie met radiotransmissie....104 Draadloze flitsfotografie met radiotransmissie.
Pagina 4
Inleiding Canon Speedlite EL-1 is een externe flitser voor de EOS die compatibel is met de E-TTL II / E-TTL autoflash. De Speedlite kan worden gebruikt als flitser die is bevestigd op de accessoireschoen van de camera (normaal flitsen) of als zender / ontvanger-unit bij draadloze flitsopnamen met radiotransmissie / optische transmissie.
Pagina 5
De handleiding die met het product is meegeleverd is een „Instructiehandleiding” die een overzicht geeft van de basisbediening en functies van flitsfotografie. Handleiding voor ervaren gebruikers Alle toepassingen van de Speedlite worden beschreven in deze „Handleiding voor de ervaren gebruiker”. Raadpleeg de meest recente gedetailleerde handleiding op de volgende site. https://cam.start.canon/A003/...
Pagina 6
Over deze handleiding Pictogrammen in deze handleiding Veronderstellingen in de bedieningshandleiding Pictogrammen in deze handleiding Geeft het selectiewiel aan. < > Geeft aan dat de betreffende functie gedurende circa 12 of 16 seconden geactiveerd blijft nadat u de knop hebt losgelaten. In aanvulling op de pictogrammen gebruikt, zoals de, wordt op de monitor weergegeven en enz., worden gebruikt voor de beschrijving van de instelling en bediening van de in de handleiding.
Pagina 7
Veronderstellingen in de bedieningshandleiding In de procedures gaan we ervan uit dat zowel de Speedlite als de aan- / uitschakelaars van de camera zijn ingeschakeld ( De pictogrammen die worden gebruikt om de knoppen, wieltjes en symbolen in de tekst aan te geven, komen overeen met de pictogrammen die u op de Speedlite en de camera aantreft.
Pagina 8
Veiligheidsmaatregelen Zorg dat u deze veiligheidsmaatregelen leest om het product veilig te kunnen gebruiken. Houd u aan deze veiligheidsmaatregelen om te voorkomen dat de gebruiker van het product of anderen verwondingen of letsel oplopen. WAARSCHUWING: Hiermee wordt gewezen op het risico van ernstig letsel of levensgevaar.
Pagina 9
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht wanneer u een batterijlader gebruikt. • Verwijder regelmatig met een droge doek eventueel stof dat zich op de stekker en het stopcontact ophoopt. • Steek de stekker van het product niet met natte handen in het stopcontact en haal de stekker niet met natte handen uit het stopcontact.
Pagina 10
Namen van onderdelen LCD-paneel Acculader LC-E6 Acculader LC-E6E Bijgeleverde accessoires (11) (12) (13) (14) (15) (16) (10)
Pagina 11
Wit reflectiekaartje (ingetrokken) Groothoekadapter (ingetrokken) Flitskop (lichtverspreidingseenheid) Kleurfilterdetector Externe flitserontvanger Sensor voor draadloze optische transmissie AF-hulplicht Bevestigingsvoet Borgstift (10) Contactpunten (11) Externe aansluiting stroombron (12) Detector voor indirecteflitsadapter (13) Klemafdekking (14) Deksel van batterijcompartiment (15) Vergrendeling deksel van het batterijvak (16) Pc-aansluiting Opmerking...
Pagina 16
Handmatig flitsen ( < > Handmatig flitsen Handmatig flitsvermogen Handmatig flitsniveau Opmerking De afgebeelde weergaven zijn voorbeelden. Alleen het deel dat overeenkomt met de instellingen wordt weergegeven. Wanneer een knop of een wieltje wordt bediend, wordt het LCD-paneel verlicht Stroboscopische flits ( <...
Pagina 18
Draadloze opnamen met radiotransmissie / Draadloze opnamen met optische transmissie ( S (zender) (10) (11) < > Zender instellen < > Subzender instellen* < > Draadloze radiotransmissie < > Draadloze optische transmissie Flitsmodus < > E-TTL II / E-TTL Autoflash <...
Pagina 19
< > Opladen ontvanger voltooid* Flitsgroepbesturing Zender / ontvanger opladen niet voltooid Groepsflitsstand* * 1: < > Alleen draadloze radiotransmissie * 2: < > Alleen groepsflitsen Opmerking Bij draadloze opnamen met radiotransmissie verdwijnt < > als de zender en ontvanger volledig zijn opgeladen. Voor groepsflitsen <...
Pagina 20
Ontvanger < > Ontvanger < > Transmissiekanaal < > Testflits* < > Een foto maken op afstand* < > Modelflits* < > Ontvanger instellen < > Individuele ontvanger* * 1: < > Alleen draadloze radiotransmissie * 2: < > Alleen draadloze optische transmissie...
Pagina 22
Acculader LC-E6 Lader voor accu LP-EL. Accucompartiment Oplaadlampje Stekker...
Pagina 23
Acculader LC-E6E Lader voor accu LP-EL. Oplaadlampje Accucompartiment Netsnoer Netsnoeraansluiting...
Pagina 24
Bijgeleverde accessoires Speedlite-etui (1) Opberggedeelte van het ministatief (2) Indirecte-flitsadapter / behuizing kleurfilter Ministandaard (3) Accucompartiment Indirecte-flitsadapter SBA-EL Kleurfilter SCF-ELOR1 Kleurfilter SCF-ELOR2...
Pagina 25
Acculader LC-E6/LC-E6E* Accu LP-EL * Batterijoplader LC-E6 of LC-E6E is meegeleverd (LC-E6E wordt geleverd met een netsnoer).
Pagina 26
Aan de slag en basishandelingen In dit hoofdstuk worden de voorbereidingen beschreven voordat u begint met flitsfotografie en het standaardgebruik van de flitser. Voorzichtig Waarschuwing betreffende continu flitsen Stel het aantal continue volledige flitsen in op 55 keer of minder om verminderd functioneren of beschadiging van de flitskop als gevolg van oververhitting te voorkomen Na continu flitsen op volle sterkte volgens het bovenstaande aantal keren, laat u de flitser minstens 10 minuten rusten.
Pagina 27
De accu opladen Verwijder het beschermdeksel van de accu. Steek de accu volledig in de lader.
Pagina 28
Laad de accu op. Voor de LC-E6 Klap de contactpunten van de acculader naar buiten, in de richting van de pijl, en steek ze in het stopcontact. Voor de LC-E6E Sluit het netsnoer aan op de lader en steek de stekker in het stopcontact.
Pagina 29
Het duurt ongeveer 2 uur en 10 min. om een volledig lege accu bij kamertemperatuur (+23 °C / 73°F) helemaal op te laden. Hoe lang het duurt om de accu op te laden, is sterk afhankelijk van de omgevingstemperatuur en de resterende capaciteit van de accu.
Pagina 30
Voorzichtig Raak de stekker van de lader ongeveer 10 seconden niet aan nadat u hem uit het stopcontact haalt. Indien de indicator accuniveau ongeveer 90% of hoger is, wordt de accu niet opgeladen. Opmerking Opslag van accu Berg op een koele, droge en goed geventileerd plek op. Zelfs wanneer de accu uit de Speedlite is gehaald, blijft er een kleine hoeveelheid stroom door de accu stromen.
Pagina 31
De accu plaatsen Gebruik de LP-EL accu voor de stroomvoorziening. Open het deksel. Schuif het klepje naar rechts terwijl u de vergrendeling naar beneden duwt om het accucomprtiment te openen. De accu plaatsen Volg de instructies op plaats de accu vanaf de zijkant van het accucontact.
Pagina 32
Flitsinterval en aantal flitsen Alleen EL-1 Flitsinterval Aantal keer flitsen Snelle flits Normale flits Circa 0,1 t/m 0,8 sec. Circa 0,1 t/m 0,9 sec. Circa 335 - 2345 maal * Met de snelle flitsfunctie kunt u flitsen voordat de flitser helemaal is opgeladen ( VOORZICHTIG Raak bij continu flitsen nooit de flitskop, batterijen en het gedeelte bij het batterijcompartiment aan.
Pagina 33
De Speedlite op de camera bevestigen en loskoppelen Bevestig de Speedlite. Schuif de bevestigingsvoet van de Speedlite helemaal op de accessoireschoen van de camera. Zet de Speedlite vast. Schuif de borgknop van de bevestigingsvoet naar rechts. Als u een klik hoort, is hij vergrendeld. De Speedlite demonteren.
Pagina 34
Voorzichtig Zorg ervoor dat u de Speedlite uitschakelt voordat u deze monteert of demonteert.
Pagina 35
De flitser inschakelen Over de Snelle flitsfunctie Over de Functie voor automatisch uitschakelen Over de Vergrendelfunctie Over de Verlichting van het lcd-scherm Zet de aan- / uitschakelaar op < >. Het opladen begint. Tijdens het opladen, wordt < > weergegeven op het lcd- scherm.
Pagina 36
Voorzichtig U kunt de testflits niet gebruiken bij het bedienen van de flitstimer aan de camerazijde. Opmerking De flitsinstellingen blijven van kracht, zelfs nadat de flitser is uitgeschakeld. U kunt instellen dat de pieptoon niet klinkt wanneer het opladen is voltooid (P.Fn-06).
Pagina 37
Over de Functie voor automatisch uitschakelen Om het batterijvermogen te sparen, gaat de flitser automatisch uit als deze ongeveer 90 seconden niet is gebruikt. U schakelt de Speedlite weer in door de ontspanknop van de camera half in te drukken of op de testflitsknop (flits-gereed-lampje) te drukken. Als de flitser is ingesteld als masterunit voor draadloze flitsopnamen met radiotransmissie ) of is ingesteld voor gekoppeld fotograferen ( ), duurt het circa 5 minuten voordat het...
Pagina 38
Over de Vergrendelfunctie Als u de aan- / uitschakelaar instelt op < > schakelt u de knoppen en wieltjes van de flitser uit. Deze functie is handig wanneer u wilt voorkomen dat de flitsfunctie-instellingen die u hebt ingesteld per ongeluk worden gewijzigd. Als u een knop of wieltje bedient, ziet u <...
Pagina 39
Over de Verlichting van het lcd-scherm Bij gebruik van een knop of wieltje wordt, gaat het lcd-scherm ongeveer 12 sec branden Voor meer informatie over de verlichting van het lcd-scherm bij het instellen van de draadloze radio zend-unit, zie „Over de Verlichting van het lcd-scherm”.
Pagina 40
Volledig automatisch fotograferen met de flitser Wanneer u de opnamestand van de camera instel op < > (Program AE) of „Volledig automatisch”, kunt u opnamen maken met E-TTL II / E-TTL volledig automatische flitsopnamen. Kies < > met behulp van de joystick. Selecteer <...
Pagina 41
Maak de foto. * < > Voorbeeld van het scherm (Program AE). Controleer of het onderwerp zich binnen het effectieve flitsbereik bevindt (1). Als u de ontspanknop helemaal indrukt, flitst het apparaat en wordt de foto gemaakt. Opmerking Als het onderwerp donker is (onderbelicht) wanneer u de gemaakte foto bekijkt, ga dan dichter bij het onderwerp staan en maak de foto nogmaals.
Pagina 42
E-TTL II- / E-TTL Automatisch flitsen met Opnamestand Automatische zoomondersteuning voor Beeldsensorformaat Overdracht kleurtemperatuurinformatie AF-hulplicht Stel de opnamestand in op < > (sluiterprioriteit AE) < > (diafragmaprioriteit AE), < > (flexibele AE) of < > (handmatige belichting), en u kunt gebruik maken van E-TTL II / E-TTL autoflits voor iedere opnamestand.
Pagina 43
Flitssynchronisatiesnelheid in diafragmawaarde per opnamestand Sluitertijd Diafragmawaarde Automatische instelling (1/X sec. tot 1/60 sec.)* Automatisch Handmatig ingesteld (1/X sec. - 30 sec.) Automatisch Handmatig Automatische instelling (1/X sec. tot 1/60 sec.)* Automatische instelling / Handmatige instelling / automatische instelling (1/X sec. -) handmatige instelling Handmatig ingesteld (1/X sec.
Pagina 44
Automatische zoomondersteuning voor Beeldsensorformaat EOS DIGITAL-camera's hebben drie beeldsensorformaten, en de effectieve opnamebeeldhoek van de bevestigde lens is afhankelijk van het beeldformaat. De Speedlite herkent automatisch het beeldsensorformaat van de EOS DIGITAL-camera en stelt automatisch de flitsdekking in die ideaal is voor de effectieve opnamebeeldhoek van een lens met een brandpuntsafstand van 24 - 200 mm.
Pagina 45
Overdracht kleurtemperatuurinformatie Met deze functie beschikt u over een optimale witbalans bij flitsopnamen, omdat de kleurtemperatuurgegevens tijdens het flitsen naar de EOS DIGITAL-camera worden verzonden. Als u de witbalans van de camera instelt op < > < > < > wordt de functie automatisch ingeschakeld.
Pagina 46
AF-hulplicht Als het bij weinig licht moeilijk is automatisch scherp te stellen op het onderwerp of als er weinig contrast is bij opnamen via de zoeker, flitst het infrarode AF-hulplicht van de flitser automatisch voor een betere automatische scherpstelling. Het AF-hulplicht ondersteunt 28 mm en langere brandpuntsafstanden van de lens en het effectieve bereik (bij een brandpuntsafstand van 28 mm) is ca.
Pagina 47
De accugegevens controleren U kunt de status van de accu die u gebruikt controleren. Druk op de knop < >. Geef het informatiescherm weer. Duw de joystick omhoog, omlaag, naar links of rechts, of draai aan < > en selecteer < >, en duw de joystick dan verticaal.
Pagina 48
: vervangen van de batterij wordt aanbevolen Voorzichtig Wij raden het gebruik van de originele Canon LP-EL-batterij aan. Het gebruik van een andere batterij dan de originele kan leiden tot storing of een risico dat de originele prestaties van de flitser niet benut kunnen worden.
Pagina 49
Geavanceerde flitsopnamen In dit hoofdstuk wordt het maken van geavanceerde opnamen met de flitsfuncties beschreven. Voorzichtig Als de opnamestand van de camera is ingesteld op een volledig automatische stand of op een basisgebruikstand, kunnen de functies met aan de rechterkant van de paginatitel niet worden ingesteld.
Pagina 50
Flitsbelichtingscompensatie U kunt het flitsvermogen op dezelfde manier als de belichtingscompensatie aanpassen. De flitsbelichtingscompensatiewaarde kan worden ingesteld tot maximaal ±3 stops in stappen van 1/3 stop. Kies < > met behulp van de joystick.
Pagina 51
Stel de waarde voor de flitsbelichtingscompensatie in. Duw de joystick naar links of rechts of draai de < > om de hoeveelheid compensatie in te stellen, en duw de joystick verticaal. „0,3” betekent 1/3 stop en „0,7” betekent 2/3 stops Zet de compensatiewaarde terug op „±0”...
Pagina 52
U kunt drie opnamen maken terwijl het flitsvermogen automatisch steeds verandert. Dit wordt FEB (Flash Exposure Bracketing) genoemd. Het instelbare bereik is maximaal ±3 stops in stappen van 1/3 stop. Kies < > met behulp van de joystick. Duw de joystick naar beneden om FEB te selecteren.
Pagina 53
Stel het FEB-niveau in. Duw de joystick naar links of rechts of draai aan < > om het FEB- niveau in te stellen, en duw de joystick vervolgens verticaal. „0,3” betekent 1/3 stop en „0,7” betekent 2/3 stops. Bij gebruik in combinatie met flitsbelichtingscompensatie worden FEB- opnamen gemaakt op basis van de ingestelde flitsbelichtingscompensatiewaarde.
Pagina 54
Opmerking Nadat de drie opnamen zijn gemaakt, wordt FEB automatisch geannuleerd. Voordat u opnamen maakt met FEB, verdient het aanbeveling om de transportstand van de camera in te stellen op één opname en te controleren of de flitser is opgeladen. Als de transportstand is ingesteld op continue opname, wordt de opname automatisch beëindigd na drie continue opnamen.
Pagina 55
FE-vergrendeling Met FE-vergrendeling (FE = Flash Exposure, flitsbelichting) zet u voor elk deel van het onderwerp de juiste flitsbelichting vast. Terwijl < > of < > wordt weergegeven op het scherm, drukt u op de toetsen < > of < >...
Pagina 56
Opmerking Als er geen juiste belichting kan worden verkregen wanneer FE-vergrendeling wordt uitgevoerd, knippert < > in de zoeker. Verklein de afstand tot het onderwerp of open het diafragma en voer opnieuw de FE-vergrendeling uit. U kunt bij gebruik van een digitale camera ook een hogere ISO-snelheid instellen en daarna de FE-vergrendeling opnieuw uitvoeren.
Pagina 57
Hogesnelheidssynchronisatie U kunt bij hogesnelheidssynchronisatie flitsopnamen maken, zelfs met sluitersnelheden (- tijden) die de maximale sluitersnelheid voor flitssynchronisatie overschrijden. Dit is effectief wanneer u wilt fotograferen in de stand diafragmaprioriteit AE < > (open diafragma) met een onscherpe achtergrond op plekken zoals buiten bij daglicht. Duw de joystick verticaal.
Pagina 58
Selecteer < >. Duw de joystick naar links of rechts, draai < > om < > te selecteren, en duw de joystick vervolgens verticaal. Controleer of < > brand in de zoeker, en maak de opname. Voorzichtig Met hogesnelheidssynchronisatie wordt het effectieve flitsbereik kleiner naarmate de sluitertijd korter wordt.
Pagina 59
Synchronisatie op het tweede gordijn Door opnamen te maken met een lage sluitersnelheid (-tijd) en tweede-gordijnsynchronisatie kunt u het spoor van de lichtbronnen van een bewegend onderwerp, zoals autokoplampen, op natuurlijke wijze vastleggen. De flitser flitst vlak voordat de belichting wordt voltooid (bij het dichtgaan van de sluiter).
Pagina 60
Selecteer < >. Duw de joystick naar links of rechts, draai < > om < > te selecteren, en duw de joystick vervolgens verticaal. Opmerking De tweede-gordijnsynchronisatie werkt goed wanneer de opnamestand van de camera is ingesteld op < > (bulb-opnamen). Wanneer de flitsstand is ingesteld op <...
Pagina 61
Indirecte flits < > Flitsopnamen bij een korte afstand Opname met reflectie < > Indirecte flitsfotografie met de indirecte-flitsadapter Als u de flitskop op het plafond of een muur richt, weerkaatst het flitslicht van dit oppervlak voordat deze het onderwerp belicht. Hierdoor verzacht u de schaduwen van het onderwerp en wordt de opname natuurlijker.
Pagina 62
Opmerking Als de afstand tot het plafond of de muur waarvan het flitslicht moet worden weerkaatst te groot is, is de indirecte flits mogelijk te zwak om opnamen te maken met de gewenste belichting. Gebruik een groter diafragma (kleiner f-getal) als de foto er donker uitziet en probeer het vervolgens opnieuw.
Pagina 63
< > Flitsopnamen bij een korte afstand Wanneer u de flitskop 7° naar beneden zet terwijl u op de ontgrendelingsknop indirecte flits drukt, kunt u onderwerpen op korte afstand opnemen binnen een bereik van ca. 0,5 tot 2 m / 1,6 to 6,6 ft.
Pagina 64
Opname met reflectie Als u bij een portretopname het wit reflectiekaartje gebruikt, kunt u het weerkaatste licht in de ogen van een persoon vastleggen voor een levendigere uitdrukking. Draai de flitskop 90° omhoog. Trek de groothoekadapter omhoog. Trek het uitstekende gedeelte in het midden van de groothoekadapter omhoog.
Pagina 65
Voorzichtig Plaats de flitskop naar voren en 90° omhoog. Wanneer de flitskop naar links of naar rechts is gedraaid, is het witte reflectiekaartje niet erg effectief. Maak de opname binnen circa 1,5 m / 4,9 ft. van het onderwerp (bij ISO 100 met f/ 2.8) om effectief het licht in iemands ogen op te vangen.
Pagina 66
Ook bij portretopnamen kan het reflectie-effect worden bereikt. Bevestig de indirecte-flitsadapter. (1) „Canon”-logo Zet de adapter stevig aan de flitskop vast totdat deze op zijn plaats klikt (zie afbeelding).
Pagina 67
Maak de foto. Maak de foto terwijl het flitslicht van het plafond, de wanden en dergelijke weerkaatst. Voorzichtig Wanneer de indirecte-flitsadapter is aangesloten of als de indirecte-flitsadapter tegelijk met de groothoekadapter wordt gebruikt, kan dit tot onderbelichting leiden, aangezien het flitsvermogen afneemt. Neem de noodzakelijke tegenmaatregelen, zoals het verhogen van de ISO-snelheid op de camera of het toepassen van flitsbelichtingscompensatie ( Wanneer de snelle flits (...
Pagina 68
Stel de flitsdekking in Groothoekadapter U kunt de flitsdekking (het bereik van de flits) automatisch of handmatig instellen. Met de instelling < > (automatische instelling) wordt de flitsdekking automatisch aangepast op basis van de brandpuntsafstand (opnamebeeldhoek) van de gebruikte lens en het beeldsensorformaat ( ).
Pagina 69
Stel de flitsdekking in. Druk op de joystick omhoog / omlaag / links / rechts of draai aan < > om de flitsdekking te selecteren, en duw de joystick dan verticaal. Selecteer < > voor automatische instelling of selecteer een waarde (die de brandpuntsafstand aangeeft in mm) voor de handmatige instelling.
Pagina 70
Groothoekadapter Als u de interne groothoekadapter van de flitser erbij gebruikt, kunt u flitsopnamen maken met een effectieve belichting van de volledige beeldhoek van een ultragroothoeklens met een brandpuntsafstand tot zelfs 14 mm. Trek de groothoekadapter naar buiten. Trek het uitstekende gedeelte in het midden van de groothoekadapter naar buiten.
Pagina 71
Opmerking De flitsdekking wordt bij gebruik van de groothoekadapter automatisch ingesteld. Dit kan niet willekeurig worden gewijzigd.
Pagina 72
Handmatig flitsen Instellen van het flitsvermogen van de handmatige flitser met het FE-geheugen Handmatig instellen van de flitsbelichting na meting Het flitsvermogen kan worden ingesteld in stappen van 1/3 stop van volledige flits (1/1) tot 1/8192 flits. Gebruik een flitsmeter (in de handel verkrijgbaar) om het benodigde flitsvermogen vast te stellen voor een goede flitsbelichting.
Pagina 73
Kies < > met behulp van de joystick. Stel het flitsvermogen in. Duw de joystick naar links of rechts of draai aan < > om het flitsvermogen in te stellen, en duw de joystick vervolgens verticaal. Wanneer u de ontspanknop van de camera half indrukt, ziet u een indicatie van de opnameafstand (1) en de diafragmawaarde (2).
Pagina 74
Instellen van het flitsvermogen van de handmatige flitser met het FE-geheugen U kunt het flitsvermogen, aangepast in flitsstand < >, instellen als het flitsvermogen van de flitsstand < >. De FE-geheugenfunctie instellen. Stel de P.Fn-05 < >-instelling in de persoonlijke functies in op 1:ON ( Fotograferen met de flitsstand ingesteld op <...
Pagina 75
Stel de flitsmodus in op < >. Kies < > met behulp van de joystick. Duw de joystick omhoog, omlaag, naar links of rechts, of draai aan < > en selecteer < >, en duw de joystick dan verticaal. Het flitsvermogen controleren.
Pagina 76
Voorzichtig Als u wilt flitsen met de < >-instelling, doe dit dan wanneer het laadlampje rood brandt (volledig opgeladen). Als u na het fotograferen met de < >-instelling een wijziging aanbrengt in de ISO-gevoeligheid, diafragmawaarde of instellingen met betrekking tot de flitssterkte, zoals de lichtintensiteit, zoom, enz., raden we aan dat u opnieuw fotografeert met de <...
Pagina 77
Handmatig instellen van de flitsbelichting na meting Wanneer u een EOS-1D-camera gebruikt, kan het flitsbelichtingsniveau handmatig worden ingesteld voordat u opnamen maakt. Dit is handig als u zich dicht bij het onderwerp bevindt. Gebruik een 18% grijsreflector (in de handel verkrijgbaar) en maak als volgt opnamen. Configureer de camera en Speedlite-instellingen.
Pagina 78
Stel het flitsbelichtingsniveau in. Pas het handmatige flitsvermogen en het diafragma van Speedlite aan zodat het flitsbelichtingsniveau overeenkomt met de standaardbelichtingsindex. Maak de foto. Haal de grijsreflector weg en maak de foto. Opmerking U kunt alleen op EOS-1D-camera's de flitsbelichting handmatig instellen na meting.
Pagina 79
Stroboscopisch flitsen Het bepalen van de sluitertijd Bij gebruik van de stroboscopische flits met een lange sluitertijd kunt u meerdere opeenvolgende bewegingen fotograferen op één foto, vergelijkbaar met stop- motionfotografie. Stel bij stroboscopisch flitsen het flitsvermogen, het aantal flitsen en de flitsfrequentie (het aantal flitsen per seconde = Hz) in.
Pagina 80
Druk op de joystick om een optie te selecteren. Druk op de joystick omhoog / omlaag / links / rechts of draai aan < > om de flitsfrequentie (1), het flitsaantal (2) of flitsvermogen (3) te kiezen en druk de joystick omhoog. Stel de waarde in.
Pagina 81
Het bepalen van de sluitertijd Stel de camera in met een sluitersnelheid die als volgt wordt berekend om ervoor te zorgen dat de sluiter bij stroboscopisch flitsen open blijft tot het einde van de continue flitsen. Aantal flitsen ÷ flitsfrequentie = sluitertijd Als het aantal keren flitsen bijvoorbeeld wordt ingesteld op 10 (keer) en de flitsfrequentie op 5 (Hz), stelt u de sluitertijd in op 2 seconden of langer.
Pagina 82
Maximumaantal continue flitsen Wanneer het aantal keren flitsen wordt weergegeven als „----” (balk), is het maximumaantal flitsen zoals weergegeven in de volgende tabel. Flitsvermogen / 1/16 1/32 1/64 1/128 1/256 1/512 1/1024 1/2048 1/4096 1/8192 Flitsvermogen / 12-14 15-19 20-50 60-199 250-500 1/16...
Pagina 83
Externe flitsmeting < >: Automatische externe flitsmeting < >: Handmatige externe flitsmeting De ingebouwde externe meetsensor van de Speedlite meet in real-time het flitslicht dat van het onderwerp wordt weerkaatst en stopt automatisch het flitsen wanneer de standaardbelichting is bereikt. „Automatische externe flitsmeting”...
Pagina 84
Stel de flitsmodus in op < >. Duw de joystick omhoog, omlaag, naar links of rechts, of draai aan < > en selecteer < >, en duw de joystick dan verticaal. Als u de ontspanknop van de camera half indrukt, wordt het effectieve flitsbereik (1) weergegeven.
Pagina 85
< >: Handmatige externe flitsmeting U kunt de Speedlite handmatig instellen op de ISO-snelheid en het diafragma die op de camera zijn ingesteld. Het flitsvermogen wordt automatisch aangepast aan de ISO-snelheid en het diafragma dat u instelt. Kies < > met behulp van de joystick. Stel de flitsmodus in op <...
Pagina 86
Stel dezelfde ISO-snelheid in als op de camera. Duw de joystick verticaal. Druk op de joystick omhoog / omlaag / links / rechts of draai aan < > om een item (1) te selecteren en druk op de joystick. Duw de joystick naar links of rechts of draai aan < >...
Pagina 87
Stel hetzelfde diafragma in als op de camera. Druk op de joystick omhoog / omlaag / links / rechts of draai aan < > om een item (2) te selecteren en druk op de joystick. Duw de joystick naar links of rechts of draai aan < >...
Pagina 88
Prioriteitsstand continue opname Afhankelijk van de camera, wordt flitsopname mogelijk uitgevoerd met de [CSP] (prioriteitsstand continue opname). In de prioriteitsstand continue opname, wordt het flitsvermogen automatisch verlaagd met een stop vergeleken met normale flitsopname, en wordt de ISO-snelheid in plaats daarvan automatisch met een stop verhoogd. Dit is handig bij het maken van continue opnamen of wanneer u het batterijvermogen van de flits wilt sparen.
Pagina 89
Over het instellicht Druk op de < >-knop en de modellamp zal 5 minuten branden. Druk nogmaals om uit te schakelen. Dit is handig wanneer u wilt weten hoe het onderwerp schaduwen werpt vanwege het flitslicht. De modellamp schakelt automatisch uit wanneer u de ontspanknop van de camera volledig indrukt.
Pagina 90
Opmerking U kunt wijzigen hoe de modellamp brandt (C.Fn-18). U kunt de helderheid van de modellamp aanpassen (P.Fn-08). U kunt de verlichtingstijd van de modellamp selecteren (P.Fn-09). De helderheid neemt af wanneer u gebruik maakt van een groothoekadapter, indirecte-flitsadapter of kleurfilter.
Pagina 91
Modelflits Wanneer u op de diafragmaknop op de camera drukt, flitst de flitser ongeveer 1 seconde continu. Deze functie wordt „modelflits” genoemd. Dit is handig als u bij draadloze flitsopnamen de schaduw die door het flitslicht op het onderwerp valt en de lichtbalans ( wilt controleren.
Pagina 92
Compenseert het effect van een gloeilamp (oranje) Dichtheid Sterk Bevestig het kleurfilter. (1) „Canon”-logo Zet het filter stevig op de flitskop vast totdat hij op zijn plaats klikt zoals op de afbeelding. Controleer of het scherm verandert naar < >.
Pagina 93
Maak de foto. Stel de witbalans van de camera in op < > en maak de foto. Met EOS DIGITAL-camera's van 2012 en later kunt u de witbalans ook instellen op < > voor opname (met uitzondering van EOS 1200D). Controleer het resulterende beeld en voer desgewenst een witbalanscorrectie op de camera uit.
Pagina 94
Speedlite-instellingen wissen U kunt de instellingen van de Speedlite-opnamefuncties en de instellingen voor draadloze flitsopnamen terugzetten op de standaardwaarden. Druk op de knop < >. Selecteer < >. Duw de joystick omhoog, omlaag, naar links of rechts, of draai aan <...
Pagina 95
Wis de instellingen. Duw de joystick naar links of rechts, draai < > om < > te selecteren, en duw de joystick vervolgens verticaal. De Speedlite-instellingen worden gewist en normale opname en < > flitsstand worden ingesteld. Opmerking Zelfs als u de instellingen wist, worden het transmissiekanaal en de ID voor het draadloze radiosignaal voor draadloze opnamen plus de gebruikersfuncties (C.Fn) en persoonlijke functies (P.Fn) niet gewist.
Pagina 96
Flitsfunctie-instellingen met camerabedieningen In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de flitsfuncties instelt vanaf het menuscherm van de camera. Voorzichtig Als de camera is ingesteld op de opnamemodus volledig automatisch of op een basisgebruikmodus, zijn de functies in dit hoofdstuk niet beschikbaar. Stel de opnamemodus van de camera in op <...
Pagina 97
Flitseraansturing via het menuscherm van de camera Flitsfunctie-instellingen Instellingen die beschikbaar zijn in het scherm Flits functie instellingen Flits C.Fn instellingen Bij gebruik van een EOS DIGITAL-camera van 2007 of later kunt u flitsfuncties of gebruikersfuncties instellen via het menuscherm van de camera. Zie voor bediening van de camera de instructiehandleiding van de camera.
Pagina 98
Stel de functie in. Het scherm voor instelling en de weergegeven onderdelen variëren, afhankelijk van de camera. Selecteer een onderdeel en stel de functie in. Voorbeeld 1 Voorbeeld 2...
Pagina 99
Instellingen die beschikbaar zijn in het scherm Flits functie instellingen EOS DIGITAL-camera's van 2012 of later In het scherm [Flits functie instellingen] of [Func.inst. externe flitser] van de camera kunt u instellingen opgeven voor normale opnamen en voor draadloze opnamen met radiotransmissie en optische transmissie.
Pagina 100
E-TTL balans U kunt het einde (smaak) van de flitsfoto instellen volgens uw voorkeur. Afhankelijk van de instellingen, kunt u de flitsverhouding tussen het omgevingslicht en het flitslicht veranderen. E-TTL II meting Wanneer dit is ingesteld op [Eval (Gez.vrk.)], wordt de flits aangepast om aan het onderwerp te voldoen.
Pagina 101
Sluitersynchronisatie Voor de flitstiming / -methode kunt u kiezen uit [Synchronisatie 1e gordijn], [Synchronisatie 2e gordijn] en [Hogesnelheidssynchronisatie]. Stel voor normale flitsopnamen de flitser in op [Synchronisatie 1e gordijn]. Flitsbelichtingscompensatie U kunt het flitsvermogen op dezelfde manier als de belichtingscompensatie aanpassen. De flitsbelichtingscompensatiewaarde kan worden ingesteld tot maximaal ±3 stops in stappen van 1/3 stop.
Pagina 102
Flits C.Fn instellingen U kunt gebruikersfuncties voor de flitser vanuit het menuscherm van de camera instellen. De weergegeven details variëren, afhankelijk van de camera die u gebruikt. Wanneer C.Fn-21 tot en met 23 niet worden weergegeven, stelt u deze op de Speedlite in. Zie „Instellingen die kunnen worden gewijzigd met gebruikersfuncties”...
Pagina 103
Stel de gebruikersfunctie in. Selecteer het nummer van de aanpassingsfunctie (1) en stel de functie Om alle Aangepaste functie-instellingen te wissen, selecteert u [Wis instellingen] in stap 1, en selecteer [Wis alle SpeedliteC.Fn's] of [Wis C.Fn's externe flitser]. Voorzichtig Bij gebruik van een camera uit 2011 of eerder of bij EOS 4000D/3000D, EOS 1500D/2000D, EOS 1300D of EOS 1200D, worden de C.Fn-20 tot 23 instellingen niet gewist, zelfs niet als [Wis alle SpeedliteC.Fn's] of [Wis C.Fn's externe flitser] is geselecteerd.
Pagina 104
Draadloze flitsfotografie met radiotransmissie Dit hoofdstuk beschrijft stroboscopisch fotograferen met behulp van de radiotransmissie draadloze zender / ontvanger functie. Zie de systeemkaart ( ) voor de accessoires die nodig zijn voor draadloze flitsfotografie met radiotransmissie. Voorzichtig Als de camera is ingesteld op de opnamemodus volledig automatisch of op een basisgebruikmodus, zijn de functies in dit hoofdstuk niet beschikbaar.
Pagina 105
Groepsbesturing Functiebeperkingen afhankelijk van de gebruikte camera Met een Canon Speedlite die draadloze flitsopnamen met radiotransmissie ondersteunt, kunt u gemakkelijk fotograferen met meerdere draadloze flitsers, op dezelfde manier als waarop u normale E-TTL II / E-TTL autoflash stroboscopische opnamen maakt.
Pagina 106
Positionering en bereik Automatische flitsfotografie met 1 flitserontvanger ( EL-1 EL-1 (3) Transmissie-afstand: ca. 30 m / 98.4 ft.
Pagina 107
Automatische flitsfotografie met ontvangers onderverdeeld in groepen ( U kunt de ontvangers in twee of drie groepen verdelen en fotograferen in E-TTL II / E-TTL autoflash uitvoeren terwijl u de flitsverhouding wijzigt (outputsnelheid van flitser). (1) 2 (A, B) groepen (2) 3 (A, B, C) groepen Voorzichtig Voer voor het opnemen een testflits (...
Pagina 108
Opnamen maken in verschillende flitsstanden voor elke groep ( * De flitsstandinstellingen zijn alleen als voorbeeld bedoeld. (1) E-TTL II (2) E-TTL II (3) Handmatig flitsen (4) Plafond (5) Handmatig flitsen (6) Handmatig flitsen...
Pagina 109
Verschil tussen radiotransmissie en optische transmissie Draadloze fotografie met radiotransmissie biedt enkele voordelen vergeleken met draadloze fotografie met optische transmissie, zoals minder hinder van obstakels en het niet hoeven richten van de draadloze sensor van de ontvanger in de richting van de zender. De belangrijkste functionele verschillen zijn als volgt.
Pagina 110
Groepsbesturing Flitsgroep A Als u meer flitsvermogen nodig hebt of een geavanceerdere belichting wilt gebruiken, kunt u meer ontvangers gebruiken. Stel gewoon een extra ontvanger in voor de flitsgroep (A, B of C) waarvan u het flitsvermogen wilt verhogen. Als u bijvoorbeeld een flitsgroep met drie ontvangers op < >instelt, worden de drie units behandeld en bestuurd als één flitsgroep A met een groot flitsvermogen.
Pagina 111
Functiebeperkingen afhankelijk van de gebruikte camera Afhankelijk van de camera kunnen functies in draadloze stroboscopische fotografie met radiotransmissie beperkt zijn. EOS DIGITAL-camera's van 2012 of later Bij gebruik van de flitser met EOS DIGITAL-camera's van 2012 of later kunt u fotograferen zonder enige beperkingen op de flitsmodus, flitssynchronisatiesnelheid, enzovoort.
Pagina 112
Radiotransmissie draadloze instellingen Zenderinstellingen Ontvangerinstellingen Het transmissiekanaal / de draadloze radio ID instellen < > Lampje en aanduiding van verbinding Zenders flitsen AAN / UIT Geheugenfunctie E-TTL II / E-TTL Tijdens draadloze flitsfotografie met radiotransmissie via autoflitsfotografie, gebruikt u de volgende stappen om de zender en ontvanger in te stellen. Zenderinstellingen Kies <...
Pagina 113
Selecteer de flitsmethode. Duw de joystick verticaal. Druk op de joystick omhoog / omlaag / links / rechts of draai aan < > om een item (1) te selecteren en druk op de joystick. Druk de joystick naar links of rechts, draai aan < >...
Pagina 114
Ontvangerinstellingen Stel in op < >. Bedien en stel de flitser in die u wilt instellen als de ontvanger. Selecteer < > op dezelfde manier als voor de instelling van de zender. Voorzichtig Selecteer voor normale flitsopnamen < > om de draadloze (zender / ontvanger) instellingen te wissen.
Pagina 115
Het transmissiekanaal / de draadloze radio ID instellen Met de volgende procedure stelt u de transmissiekanalen en de ID voor draadloze radiotransmissie van de zender in. Stel hetzelfde kanaal en dezelfde ID in voor de zender en de ontvanger. Informatie over bediening van de ontvanger vindt u in de instructiehandleiding van de Speedlite die is uitgerust met de radiotransmissie draadloze ontvangst functie.
Pagina 116
Stel een transmissiekanaal in. Druk de joystick omhoog / omlaag / links / rechts of draai aan < > om te kiezen uit < > of Kn. 1 tot 15, druk daarna de joystick verticaal. Selecteer item (2). Selecteer de ID op dezelfde manier als de instelling van het transmissiekanaal en druk op de joystick.
Pagina 117
Stel de draadloze radio ID in. Druk de joystick naar links of rechts of draai aan < > om de in te stellen positie in te stellen, en druk dan op de joystick. Druk op de joystick omhoog of omlaag of draai aan < >...
Pagina 118
De transmissiekanalen van de zender scannen en instellen U kunt de radio-ontvangststatus scannen en het transmissiekanaal van de zender automatisch of handmatig instellen. Wanneer het kanaal op „AUTO” is ingesteld, wordt automatisch het kanaal met het beste ontvangstsignaal gekozen. Bij handmatige instelling kunt u het transmissiekanaal opnieuw instellen op basis van de scanresultaten.
Pagina 119
Scannen als kanaal 1-15 is ingesteld Druk op de knop < >. Voer de scan uit. • Duw de joystick omhoog, omlaag, naar links of rechts, of draai aan < > en selecteer < >, en duw de joystick dan verticaal. •...
Pagina 120
Stel het kanaal in. • Druk de joystick omhoog / omlaag / links / rechts of draai aan < > om te kiezen uit kanaal 1 tot 15. • Druk op de joystick om het kanaal in te stellen.
Pagina 121
< > Lampje en aanduiding van verbinding U kunt de overdrachtstatus controleren via de kleur van het < > lampje of door het pictogram op het lcd-scherm. Status Beschrijving Actie Brandt Transmissie OK – Geen verbinding Het kanaal en de ID controleren Te veel units Stel het totaal aantal zenders en ontvangers in op 16 of minder.
Pagina 122
Zenders flitsen AAN / UIT U kunt instellen of u de zender wel of niet wilt laten flitsen als draadloze flitser die de ontvanger bestuurt. Wanneer het flitsen van de zender is ingeschakeld, flitst de flitser als flitsgroep A. Duw de joystick verticaal. Selecteer een item in (1).
Pagina 123
Stel flitsen van de zender in. Draai aan < > om flitsen van de zender AAN / UIT te zetten, en druk op de joystick. • < >: Zender flitsen AAN • < >: Zender flitsen UIT...
Pagina 124
Geheugenfunctie U kunt de draadloze instellingen opslaan op de zender en ontvanger en deze instellingen later oproepen. Bedien elke zender of ontvanger onafhankelijk op de instellingen op te slaan of op te roepen. Druk op de knop < >. Selecteer < >.
Pagina 125
Sla de instellingen op of laad ze vanuit het geheugen. Opslaan Duw de joystick naar links of rechts, draai < > om < > te selecteren, en duw de joystick vervolgens verticaal. Duw de joystick naar links of rechts, draai < >...
Pagina 126
Automatische flitsfotografie met 1 flitserontvanger Over de Verlichting van het lcd-scherm Opnamen maken met meerdere flitsers via draadloze functies Over de zender(s) In deze paragraaf worden de basishandelingen beschreven voor volledig automatische draadloze opnamen bij gebruik van een EL-1 bevestigd op de camera (zender) en een EL-1 ingesteld als een ontvanger.
Pagina 127
Stel de ontvanger in. Stel de EL-1 in om draadloos bestuurd te worden vanaf de zender als de ontvanger ( U kunt ook andere Speedlites van de EX-serie gebruiken die draadloze opnamen met radiotransmissie als ontvanger ondersteunen. Controleer het kanaal en de ID. Als de transmissiekanalen en draadloze radio ID’s van de zender en ontvanger verschillend zijn, stel ze dan hetzelfde in ( Positioneer de camera en de flitser.
Pagina 128
Stel de flitsmodus in op < >. Duw de joystick omhoog, omlaag, naar links of rechts, of draai aan < > en selecteer < >, en duw de joystick dan verticaal. De ontvanger wordt automatisch ingesteld op < > tijdens opnamen, bestuurd door de zender.
Pagina 129
Controleer de transmissiestatus en het opladen. Controleer of het lampje < > groen brandt. Wanneer de ontvangerflitser klaar is, knippert het AF-hulplicht met intervallen van circa 1 seconde. Wanneer de zender is ingesteld op P.Fn-06-0 ( ), klinkt de pieptoon van de zender wanneer het opladen van alle flitsers is voltooid.
Pagina 130
Controleer de bewerking. Druk op de testflitsknop van de zender. De Speedlite zal flitsen. Als hij niet flitst, controleer dan of deze binnen het transmissiebereik is geplaatst ( Maak de foto. Stel de camera in en maak de foto op dezelfde manier als bij normale flitsopnamen.
Pagina 131
Opmerking Het bereik van de flitser van de ontvanger is ingesteld op 24 mm. U kunt de flitsdekking ook met de hand instellen. Er kan ook een flitser afgaan vanaf de zender ( U kunt op de scherptediepteknop van de camera drukken om de modelflits af te vuren ( Wanneer ingesteld als de zender, is de tijd tot automatisch uitschakelen ca.
Pagina 132
Over de Verlichting van het lcd-scherm Tijdens draadloze flitsfotografie met radiotransmissie zal het lampje op het display van de zender aan of uit zijn afhankelijk van de oplaadstatus van de zender en ontvanger (flitsgroep). Het lcd-scherm van de zender licht op wanneer de zender en de ontvanger niet volledig zijn opgeladen.
Pagina 133
Opnamen maken met meerdere flitsers via draadloze functies Aangezien de volgende functies die zijn ingesteld op de zender automatisch op de ontvangers in dit draadloze systeem worden ingesteld, hoeft u de ontvanger(s) niet te bedienen. Daarom kunt u draadloze flitsopnamen maken op dezelfde manier als u normale flitsopnamen maakt.
Pagina 134
Over de zender(s) U kunt twee of meer zenders instellen. Wanneer u meerdere camera’s met zenders gebruikt, kunt u tussen camera’s schakelen bij draadloze stroboscopische fotografie met gebruik van dezelfde verlichting (ontvangers). Als er twee of meer zenders worden gebruikt, wordt < >...
Pagina 135
Automatische flitsfotografie met ontvangers onderverdeeld in 2 groepen U kunt de verlichtingsbalans (flitsverhouding) aanpassen met ontvangers onderverdeeld in 2 groepen, A en B. De totale hoeveelheid licht vanaf flitsgroepen A en B wordt automatisch geregeld voor een optimale standaardbelichting. Duw de joystick verticaal. Bedien de ontvangers en stel elke in.
Pagina 136
Stel de flitsgroep van de ontvanger in op (1). Selecteer < > of < > voor de flitsgroep. Stel 1 ontvanger in op < > en de andere op < >. Stel de flitsgroep van de zender in op (2). Bedien de zender om stappen 3-5 in te stellen.
Pagina 137
Stel de flitsverhouding A:B in. Duw de joystick verticaal om een item in de afbeelding te selecteren. Duw de joystick naar links of rechts of draai de < > om de hoeveelheid compensatie in te stellen, en duw de joystick verticaal. Maak de foto.
Pagina 138
Automatische flitsfotografie met ontvangers onderverdeeld in 3 groepen U kunt opnamen maken met meerdere flitsers door flitsgroep C toe te voegen aan flitsgroepen A en B. Voor een overzicht van de flitseraansturing, zie „Groepsbesturing”. C is handig als u verlichting wilt die het schaduwbeeld van het onderwerp laat wegvallen. Duw de joystick verticaal.
Pagina 139
Selecteer een item in (1). Druk op de joystick omhoog / omlaag / links / rechts of draai aan < > om een item te selecteren, en duw de joystick verticaal. Stel in op < >. Duw de joystick naar links of rechts, draai < >...
Pagina 140
Stel de flitsverhouding A:B in. Duw de joystick verticaal om een item in de afbeelding te selecteren. Duw de joystick naar links of rechts of draai de < > om de hoeveelheid compensatie in te stellen, en duw de joystick verticaal. Instellen van de waarde voor belichtingscompensatie voor flitsgroep Duw de joystick verticaal om een item in de afbeelding te selecteren.
Pagina 141
Controleer de transmissiestatus en het opladen. Controleer dat < > niet wordt weergegeven op het lcd-scherm van de zender. Controleer of het < >-pictogram dat aangeeft dat het opladen van de ontvanger is voltooid op het lcd-scherm van de zender brandt (<...
Pagina 142
Maak de foto. Stel de camera in en maak de foto op dezelfde manier als bij normale flitsopnamen. Voorzichtig Als u < > ziet op het lcd-scherm, is radiotransmissie niet mogelijk. Controleer de transmissiekanalen en draadloze radio ID's van de zender en ontvanger nogmaals.
Pagina 143
Draadloze meervoudige flitsfotografie met een ingestelde flitsverhouding In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u draadloos met meerdere flitsers handmatig flitst. U kunt het flitsvermogen met stappen van 1/3 instellen voor het flitsen binnen het volledige bereik (1/1) tot 1/8192-flitsen voor elke flitsgroep. Stel alle parameters in op de zender. Kies <...
Pagina 144
Selecteer een item in (1). Druk op de joystick omhoog / omlaag / links / rechts of draai aan < > om een item te selecteren, en duw de joystick verticaal. Stel de flitsgroep in. Druk de joystick naar links of naar rechts, of draai < >...
Pagina 145
Selecteer een flitsgroep. Als u < > of < > heeft geselecteerd in stap 2, drukt u de joystick verticaal en druk de joystick dan omhoog en omlaag, of draai < > om de groep te selecteren om he flitsvermogen in te stellen. Stel het flitsvermogen in.
Pagina 146
Opmerking Wanneer < > is ingesteld, stelt u A, B of C in als flitsgroep voor de ontvangers. Er wordt niet geflitst als u D of E instelt. Als u meerdere ontvangers met hetzelfde flitsvermogen wilt laten flitsen, selecteert u < >...
Pagina 147
Opnamen maken in verschillende flitsstanden voor elke groep (1) Plafond Bij gebruik van een EOS DIGITAL-camera van 2012 of later kunt u voor elke flitsgroep met een andere flitsmodus flitsen, met maximaal 5 groepen (A, B, C, D en E). De flitsstanden die kunnen worden ingesteld zijn (1) E-TTL II / E-TTL autofflits, (2) handmatige flits en (3) automatische externe flitsmeting.
Pagina 148
Gebruik de joystick op de zender om < > te selecteren. Stel de flitsmodus in op < >. Duw de joystick omhoog, omlaag, naar links of rechts, of draai aan < > en selecteer < >, en duw de joystick dan verticaal. De flitsstand van de ontvanger wordt tijdens opname automatisch ingesteld, bestuurd door de zender.
Pagina 149
Stel elke flitsgroep in. Stel de flitsstand van elke flitsgroep in via de zender. Duw de joystick verticaal. Druk de joystick omhoog / omlaag / links / rechts of draai aan < > om een flitsgroep te selecteren, druk daarna de joystick. Stel de flitsstand in Druk op de joystick omhoog / omlaag / links / rechts of draai aan <...
Pagina 150
Het flitsvermogen en de flitsbelichtingscompensatiewaarde instellen Druk op de joystick omhoog / omlaag / links / rechts of draai aan < > om een item te selecteren, en duw de joystick verticaal. Duw de joystick naar links of rechts of draai aan < >...
Pagina 151
Controleer de oplaadstatus en maak vervolgens de opname. Als < > wordt weergegeven, kunt u links op het scherm zien welke flitsgroepen niet volledig zijn opgeladen. Als u bijvoorbeeld flitsgroep < > volledig is opgeladen, wordt (1) weergegeven. Wanneer alle flitsgroepen volledig zijn opgeladen, verdwijnt <...
Pagina 152
Testflits / modelflits vanaf een ontvanger Tijdens radiotransmissie draadloze opname, kunnen testflits en modelflits ( ) worden uitgevoerd vanaf de EL-1 die is ingesteld als de ontvanger. Duw de joystick verticaal. Geef de flits. [Flitser testen] Duw de joystick omhoog, omlaag, naar links of rechts, of draai aan <...
Pagina 153
Voorzichtig Modelflits is niet mogelijk vanaf een ontvanger met camera's van 2011 of eerder of met EOS 4000D/3000D, EOS 1500D/2000D, EOS 1300D of EOS 1200D. Zie „Modelflits” voor de voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de modelflits. Wanneer de zender is ingesteld op C.Fn-02-1 ( ) zal de modelflits niet flitsen, zelfs niet wanneer u <...
Pagina 154
Opname op afstand vanaf een ontvanger Bij gebruik van een EOS DIGITAL-camera van 2012 of later kunt u op afstand een foto maken vanaf een EL-1 die is ingesteld als ontvanger tijdens radiotransmissie draadloos fotograferen. Duw de joystick verticaal. Maak de foto. Duw de joystick omhoog, omlaag, naar links of rechts, of draai aan <...
Pagina 155
Opmerking Fotograferen op afstand wordt met „één opname” gedaan, ongeacht de transportstandinstelling van de camera. Als er twee of meer zenders zijn ( ) wordt het flitssignaal verzonden naar de zender. Bij opnamen op afstand vanaf de ontvanger wordt < >...
Pagina 156
Gekoppeld fotograferen met radiotransmissie Bij gebruik van een EOS DIGITAL-camera van 2012 of later (met uitzondering van de EOS 4000D/3000D, EOS 1500D/2000D, EOS 1300D en EOS 1200D) kunt u gekoppeld fotograferen, waarbij de sluiter van een camera met ontvanger automatisch wordt geactiveerd doordat deze is gekoppeld aan de zendercamera.
Pagina 157
Opmerking Wanneer een EL-1 ingesteld voor gekoppeld fotograferen en een camera worden gecombineerd, worden deze aangeduid als een „zendercamera” en een „ontvangercamea”.
Pagina 158
Bevestig voordat u de volgende handelingen verricht, een Speedlite of transmitter op alle camera's die u voor gekoppeld fotograferen wilt gebruiken. Raadpleeg de instructiehandleiding bij de apparatuur voor meer informatie over het instellen van andere apparaten. Kies < > met behulp van de joystick. Stel in op de normale opnamemodus.
Pagina 159
Instellen als zender / ontvanger. Druk de joystick omhoog / omlaag / links / rechts of draai aan < > om < > of < > te selecteren, druk daarna de joystick verticaal. Stel het transmissiekanaal en de ID voor het draadloze radiosignaal „Het transmissiekanaal / de draadloze radio ID instellen”...
Pagina 160
Maak de foto. Controleer of het < >-lampje van zender groen brandt, en maak de foto. De ontvangercamera's maken foto's door middel van de zendercamera. Ontvangers waarvoor gekoppeld fotograferen wordt uitgevoerd worden aangeduid met een < > op het lcd-scherm. Opmerking Als u het gekoppeld fotograferen wilt beëindigen, wijzigt u op elke Speedlite afzonderlijk de instelling naar <...
Pagina 161
Voorzichtig Het instellen van de focusinstellingsknoppen van de lenzen die zijn bevestigd op de ontvangercamera naar < > en de foto maken met handmatige scherstelling wordt aanbevolen. Wanneer u niet kunt scherpstellen met de automatische scherpstelling, is gekoppeld fotograferen niet mogelijk met de overeenkomende camera met de ontvanger.
Pagina 162
Draadloze flitsfotografie met optische transmissie Dit hoofdstuk beschrijft stroboscopisch fotograferen met behulp van de optische transmissie draadloze zender / ontvanger functie. Zie de systeemkaart ( ) voor de accessoires die nodig zijn voor draadloze flitsfotografie met optische transmissie. Voorzichtig Als de camera is ingesteld op de opnamemodus volledig automatisch of op een basisgebruikmodus, zijn de functies in dit hoofdstuk niet beschikbaar.
Pagina 163
Draadloze flitsfotografie met optische transmissie Positionering en bereik Groepsbesturing Met een Canon Speedlite (ontvanger) die draadloze flitsfotografie met optische transmissie ondersteunt, kunt u gemakkelijk opnamen maken met meerdere draadloze flitsers, op dezelfde manier als waarop u normale E-TTL II / E-TTL autoflash stroboscopische opnamen maakt.
Pagina 164
Positionering en bereik Automatische flitsfotografie met 1 flitserontvanger ( (1) Binnenshuis (2) Buitenshuis (4) Ongeveer 80° (5) Transmissiebereik (6) Ongeveer 8 m / 26.2 ft. (7) Ongeveer 12 m / 39.4 ft. (8) Ongeveer 10 m / 32.8 ft. (9) Ongeveer 15 m / 49.2 ft.
Pagina 165
Automatische flitsfotografie met ontvangers onderverdeeld in groepen ( U kunt de ontvangers in twee of drie groepen verdelen en fotograferen in E-TTL II / E-TTL autoflash uitvoeren terwijl u de flitsverhouding wijzigt (outputsnelheid van flitser). (1) 2 (A, B) groepen (2) 3 (A, B, C) groepen Voorzichtig Als u flitst met flitsgroep C rechtstreeks op het hoofdonderwerp gericht, kan dit...
Pagina 166
Groepsbesturing Flitsgroep A Als u meer flitsvermogen nodig hebt of een geavanceerdere belichting wilt gebruiken, kunt u meer ontvangers gebruiken. Stel gewoon een extra ontvanger in voor de flitsgroep (A, B of C) waarvan u het flitsvermogen wilt verhogen. Er is geen beperking op het aantal units. Als u bijvoorbeeld een flitsgroep met drie ontvangers op <...
Pagina 167
Optische transmissie draadloze instellingen Zenderinstellingen Ontvangerinstellingen Het transmissiekanaal instellen Zenders flitsen AAN / UIT Geheugenfunctie E-TTL II / E-TTL Tijdens draadloze flitsfotografie met optische transmissie via autoflitsfotografie, gebruikt u de volgende stappen om de zender en ontvanger in te stellen. Zenderinstellingen Kies <...
Pagina 168
Selecteer de flitsmethode. Duw de joystick verticaal. Druk op de joystick omhoog / omlaag / links / rechts of draai aan < > om een item (1) te selecteren en druk op de joystick. Druk de joystick naar links of rechts, draai aan < >...
Pagina 169
Ontvangerinstellingen Stel in op < >. Bedien en stel de flitser in die u wilt instellen als de ontvanger. Selecteer < > op dezelfde manier als voor de instelling van de zender. Voorzichtig Voor normale flitsfotografie, selecteert u < > om de zenderinstellingen te wissen.
Pagina 170
Het transmissiekanaal instellen Volg de onderstaande procedure om het communicatiekanaal van de zender in te stellen. Het ingestelde kanaal moet hetzelfde zijn voor de zender en de ontvanger. Zie de instrutiehandleiding van de Speedlite uitgerust met de optische transmissie voor meer informatie over de bediendingsprocedure van de ontvanger.
Pagina 171
Voorzichtig Wanneer de transmissiekanalen van de zender en ontvanger niet hetzelfde zijn, zal de ontvanger niet flitsen. Stel beide in op dezelfde waarde.
Pagina 172
Zenders flitsen AAN / UIT U kunt instellen of u de zender wel of niet wilt laten flitsen als draadloze flitser die de ontvanger bestuurt. Wanneer het flitsen van de zender is ingeschakeld, flitst de flitser als flitsgroep A. Duw de joystick verticaal. Selecteer een item in (1).
Pagina 173
Stel flitsen van de zender in. Druk de joystick naar links of rechts of draai aan < > om zender flitsen AAN / UIT te selecteren, en druk op de joystick. • < >: Zender flitsen AAN • < >: Zender flitsen UIT Voorzichtig Zelfs wanneer het flitsen op de zender op UIT is gezet, wordt geflitst om de ontvanger (optische transmissie) aan te sturen.
Pagina 174
Geheugenfunctie U kunt de draadloze instellingen opslaan op de zender en ontvanger en deze instellingen later oproepen. Bedien elke zender of ontvanger onafhankelijk op de instellingen op te slaan of op te roepen. Druk op de knop < >. Selecteer < >.
Pagina 175
Sla de instellingen op of laad ze vanuit het geheugen. Opslaan Duw de joystick naar links of rechts, draai < > om < > te selecteren, en duw de joystick vervolgens verticaal. Duw de joystick naar links of rechts, draai < >...
Pagina 176
Automatische flitsfotografie met 1 flitserontvanger Automatische flitsopnamen maken met meerdere ontvangers Opnamen maken met meerdere flitsers via draadloze functies Over de zender(s) In deze paragraaf worden de basishandelingen beschreven voor volledig automatische draadloze opnamen bij gebruik van een EL-1 bevestigd op de camera (zender) en een EL-1 ingesteld als een ontvanger.
Pagina 177
Stel de ontvanger in. Stel de EL-1 in om draadloos bestuurd te worden vanaf de zender als de ontvanger ( U kunt ook andere Speedlites van de EX-serie gebruiken die als ontvanger draadloze opnamen met optische transmissie ondersteunen. U kunt A, B of C als flitsgroep (1) gebruiken. Controleer het kanaal.
Pagina 178
Stel de flitsmodus in op < >. Duw de joystick omhoog, omlaag, naar links of rechts, of draai aan < > en selecteer < >, en duw de joystick dan verticaal. De ontvanger wordt automatisch ingesteld op < > tijdens opnamen, bestuurd door de zender.
Pagina 179
Controleer de bewerking. Druk op de testflitsknop van de zender. De Speedlite zal flitsen. Als hij niet flitst, controleer dan of deze binnen het transmissiebereik is geplaatst ( Maak de foto. Stel de camera in en maak de foto op dezelfde manier als bij normale flitsopnamen.
Pagina 180
Opmerking Het bereik van de flitser van de ontvanger is ingesteld op 24 mm. U kunt de flitsdekking ook met de hand instellen. Er kan ook een flitser afgaan vanaf de zender ( U kunt op de scherptediepteknop van de camera drukken om de modelflits af te vuren ( Als de automatische uitschakelfunctie van de ontvanger wordt geactiveerd, drukt u op de testflitsknop van de zender om de ontvanger in te schakelen.
Pagina 181
Automatische flitsopnamen maken met meerdere ontvangers Wanneer u meer flitsvermogen nodig hebt of gemakkelijker wilt kunnen verlichten, kunt u het aantal ontvangers vermeerderen en ze als één flitser laten flitsen. Voeg een ontvanger toe en volg dezelfde procedure die wordt vermeld in „Automatische flitsfotografie met 1 flitsontvanger”...
Pagina 182
Opnamen maken met meerdere flitsers via draadloze functies Aangezien de volgende functies die zijn ingesteld op de zender automatisch op de ontvangers in dit draadloze systeem worden ingesteld, hoeft u de ontvanger(s) niet te bedienen. Daarom kunt u draadloze flitsopnamen maken op dezelfde manier als u normale flitsopnamen maakt.
Pagina 183
Over de zender(s) U kunt twee of meer zenders instellen. Wanneer u meerdere camera's met zenders gebruikt, kunt u tussen camera's schakelen bij draadloze stroboscopische fotografie met gebruik van dezelfde verlichting (ontvangers).
Pagina 184
Automatische flitsfotografie met ontvangers onderverdeeld in 2 groepen U kunt de verlichtingsbalans (flitsverhouding) aanpassen met ontvangers onderverdeeld in 2 groepen, A en B. De totale hoeveelheid licht vanaf flitsgroepen A en B wordt automatisch geregeld voor een optimale standaardbelichting. Duw de joystick verticaal. Bedien de ontvangers en stel elke in.
Pagina 185
Stel de flitsgroep van de ontvanger in op (1). Selecteer < > of < > voor de flitsgroep. Stel 1 ontvanger in op < > en de andere op < >. Stel de flitsgroep van de zender in op (2). Bedien de zender om stappen 3-5 in te stellen.
Pagina 186
Stel de flitsverhouding A:B in. Duw de joystick verticaal om een item in de afbeelding te selecteren. Duw de joystick naar links of rechts of draai de < > om de hoeveelheid compensatie in te stellen, en duw de joystick verticaal. Maak de foto.
Pagina 187
Automatische flitsfotografie met ontvangers onderverdeeld in 3 groepen U kunt opnamen maken met meerdere flitsers door flitsgroep C toe te voegen aan flitsgroepen A en B. Voor een overzicht van de flitseraansturing, zie „Groepsbesturing”. C is handig als u verlichting wilt die het schaduwbeeld van het onderwerp laat wegvallen. Duw de joystick verticaal.
Pagina 188
Selecteer een item in (1). Druk op de joystick omhoog / omlaag / links / rechts of draai aan < > om een item te selecteren, en duw de joystick verticaal. Stel in op < >. Duw de joystick naar links of rechts, draai < >...
Pagina 189
Stel de flitsverhouding A:B in. Duw de joystick verticaal om een item in de afbeelding te selecteren. Duw de joystick naar links of rechts of draai de < > om de hoeveelheid compensatie in te stellen, en duw de joystick verticaal. Instellen van de waarde voor belichtingscompensatie voor flitsgroep Duw de joystick verticaal om een item in de afbeelding te selecteren.
Pagina 190
Controleer de bewerking. Druk op de testflitsknop van de zender. Flitsgroepen A, B en C gaan flitsen. Als deze niet flitst, controleer dan of deze binnen het bewerkingsbereik is geplaatst. Maak de foto. Stel de camera in en maak de foto op dezelfde manier als bij normale flitsopnamen.
Pagina 191
Draadloze meervoudige flitsfotografie met een ingestelde flitsverhouding In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u draadloos met meerdere flitsers handmatig flitst. U kunt het flitsvermogen met stappen van 1/3 instellen voor het flitsen binnen het volledige bereik (1/1) tot 1/128-flitsen voor elke flitsgroep. Stel alle parameters in op de zender. Kies <...
Pagina 192
Selecteer een item in (1). Druk op de joystick omhoog / omlaag / links / rechts of draai aan < > om een item te selecteren, en duw de joystick verticaal. Stel de flitsgroep in. Druk de joystick naar links of naar rechts, of draai < >...
Pagina 193
Selecteer een flitsgroep. Als u < > of < > heeft geselecteerd in stap 2, drukt u de joystick verticaal en druk de joystick dan omhoog en omlaag, of draai < > om de groep te selecteren om he flitsvermogen in te stellen. Stel het flitsvermogen in.
Pagina 194
Handmatige flitser / meervoudige flitser ingesteld op de ontvanger Handmatig flitsen Stroboscopisch flitsen U kunt de ontvanger rechtstreeks bedienen om handmatig de handmatige of stroboscopische flits in te stellen. Deze functie wordt de „individuele ontvanger” genoemd. Dit is handig wanneer u bijvoorbeeld de Speedlite-transmitter ST-E2 (afzonderlijk verkrijgbaar) gebruikt om draadloos handmatig of stroboscopisch te flitsen.
Pagina 195
Stel de flitsmodus in. Kies < > met behulp van de joystick. Duw de joystick naar links of rechts of draai < > om < > of < > te selecteren, druk daarna de joystick verticaal. Handmatig flitsen Stel het vermogen van de handmatige flits in. Stel het vermogen van de handmatige flits in. „Handmatig flitsen”...
Pagina 196
Stroboscopisch flitsen Stel de instellingen voor stroboscopisch flitsen in. Stel de instellingen voor stroboscopisch flitsen in. Zie „Stroboscopisch flitsen” voor meer informatie over de instelprocedure. Voorzichtig U kunt de flitsfrequentie voor stroboscopisch flitsen tijdens draadloze opnamen met optische transmissie instellen op 1 - 199 Hz (instellingen van 250 - 500 Hz zijn niet beschikbaar).
Pagina 197
De Speedlite aanpassen In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de Speedlite kunt aanpassen met de gebruikersfuncties (C.Fn) en persoonlijke functies (P.Fn). Voorzichtig Als de camera is ingesteld op de opnamemodus volledig automatisch of op een basisgebruikmodus, zijn de functies in dit hoofdstuk niet beschikbaar. Stel de opnamemodus van de camera in op <...
Pagina 198
Gebruikersfuncties en persoonlijke functies instellen : Aanpassingsfuncties : Persoonlijke functies Lijst gebruikersfuncties Lijst persoonlijke functies Alle gebruikersfuncties / persoonlijke functies wissen Met de gebruikersfuncties kunt u de verschillende flitsfuncties helemaal naar uw opnamevoorkeuren instellen. Hiervoor gebruikt u de gebruikersfuncties en de persoonlijke functies.
Pagina 199
: Aanpassingsfuncties Druk op de knop < >. Geef het scherm met gebruikersfuncties weer. Duw de joystick omhoog, omlaag, naar links of rechts, of draai aan < > en selecteer < >, en duw de joystick dan verticaal. Het scherm met gebruikersfuncties wordt weergegeven.
Pagina 200
Selecteer een onderdeel om in te stellen. Duw de joystick naar links of rechts of draai < > om het in te stellen item (aantal) te selecteren. Wijzig de instelling. Duw de joystick verticaal. Druk de joystick omhoog of omlaag of draai < >...
Pagina 201
: Persoonlijke functies Druk op de knop < >. Geef het scherm met persoonlijke functies weer. Selecteer < > door dezelfde procedure uit stap 2 van de gebruikersfuncties te volgen, druk daarna de joystick verticaal. Stel de functie in. Stel de persoonlijke functies op dezelfde manier in als de gebruikersfuncties (stap 3 en 4).
Pagina 202
Lijst gebruikersfuncties Aantal Item C.Fn-00 Afstandsindicatieweergave < > C.Fn-01 Automatisch uitschakelen < > C.Fn-02 Modelflits < > C.Fn-03 FEB automatisch annuleren < > C.Fn-04 FEB-volgorde < > C.Fn-08 AF-hulplicht < > C.Fn-10 Ontvanger timer auto uitschakelen < > C.Fn-11 Ontvanger auto uitschakelen annuleren <...
Pagina 203
Lijst persoonlijke functies Aantal Item P.Fn-01 AF-hulplichtmethode < > P.Fn-02 Snelle flits < > P.Fn-03 Flitsen tijdens gekoppeld fotograferen < > P.Fn-04 Instellingen wijzigen met het wiel < > P.Fn-05 FE-geheugen < > P.Fn-06 Pieptoon < > P.Fn-07 Ventilator < >...
Pagina 204
Alle gebruikersfuncties / persoonlijke functies wissen Selecteer < > of < > op het scherm hierboven en selecteer < > om alle persoonlijke functies of aangepaste functies te annuleren. Voorzichtig Zelfs als u alle gebruikersfuncties wist, wordt C.Fn-00 niet gewist. Opmerking U kunt alle gebruikersfuncties van de Speedlite instellen of wissen in het menuscherm van de camera (...
Pagina 205
Instellingen die kunnen worden gewijzigd met gebruikersfuncties C.Fn-00: (Afstandsindicatieweergave) U kunt voor de afstandsindicatie op het LCD-paneel meter of voet selecteren. 0: m (Meter (m)) 1: ft (Voet (ft)) Opmerking Als de effectieve flitsafstand meer is dan 18 m / 60 ft., verandert de rechterkant van het effectieve flitsbereik op het LCD-paneel in <...
Pagina 206
C.Fn-03: (FEB automatisch annuleren) U kunt instellen of u FEB automatisch wilt annuleren nadat u drie opnamen met FEB hebt gemaakt. 0: ON (Ingeschakeld) 1: OFF (Uitgeschakeld) C.Fn-04: (FEB volgorde) U kunt de FEB-opnamereeks wijzigen. 0: standaardbelichting, –: minder belichting (donkerder) en +: meer belichting (lichter).
Pagina 207
C.Fn-11: (Ontvanger auto uitschakelen annuleren) Als u bij draadloze flitsopnamen met radiotransmissie/optische transmissie op de testflitsknop van de zender drukt, kunt u de automatisch uitgeschakelde ontvangers weer inschakelen. U kunt de tijd wijzigen waarin de ontvangers die automatisch zijn uitgeschakeld, deze functie accepteren.
Pagina 208
C.Fn-21: (Belichtingshoek) U kunt de kenmerken van de belichtingshoek (flitsdekking) van de flits wijzigen relatief aan de opnamehoek wanneer de flitsdekking is ingesteld op < > (automatische instelling). (Standaard) De optimale flitsdekking voor de beeldhoek wordt automatisch ingesteld. (Richtgetalvoorkeur) Hoewel de rand van de foto iets donkerder is dan bij de instelling 0, is deze instelling effectief als u het flitsvermogen prioriteit wilt geven.
Pagina 209
Instellingen die gewijzigd kunnen worden met persoonlijke functies P.Fn-01: (Projectiemethode AF-hulplicht) U kunt de projectiemethode van het AF-hulplicht selecteren. (Infrarood AF-hulplicht) (Intermitterende flitsmethode) Vuur het AF-hulplicht af met de intermitterende flitsmethode ( Voorzichtig Het AF-hulplicht wordt niet geprojecteerd tijdens livebeeldopname. Als er een kleurfilter is gemonteerd, zal het AF-hulplicht worden geprojecteerd door de ( ) intermitterende flits.
Pagina 210
P.Fn-03: (Flitser flitsen tijdens gekoppeld fotograferen) Bij het maken van opnamen met gekoppeld fotograferen ( ) kunt u instellen of u de flitser die op de camera is bevestigd, wel of niet wilt laten flitsen. Stel deze in voor elke flitser die u bij gekoppeld fotograferen gebruikt.
Pagina 211
P.Fn-04: (Instellingen wijzigen met het wiel) Duw de joystick verticaal om het instellingsscherm weer te geven zoals weergeven in de afbeelding hieronder en draai < > om te selecteren of er wordt toegestaan dat de volgende functies direct kunnen worden ingesteld. 0: OFF (Uitgeschakeld) Dit is de normale besturingsmethode.
Pagina 212
P.Fn-05: (FE-geheugen) U kunt selecteren of het flitsvermogen in de handmatige modus, dat wordt bijgehouden in overeenstemming met het flitsvermogen dat wordt afgevuurd door de ETTL, moet worden geactualiseerd. 0: OFF (Uitgeschakeld) 1: ON (Ingeschakeld) 2: ON / Opmerking Wanneer P.Fn-05-2 is ingesteld, verandert de stand niet naar een andere stand dan <...
Pagina 213
P.Fn-07: (ventilator) U kunt instellen wanneer de ventilator in werking moet treden. 0: ON (Ingeschakeld) 1: OFF (Uitgeschakeld) Voorzichtig Als de ventilator kapot gaat of wanneer het tpm hoog is, zal er een waarschuwing worden weergegeven en de ventilator stopt. Bij het opnemen van een video terwijl de flitser op de camera is gemonteerd, kan het geluid van activering van de ventilator mogelijk worden opgenomen.
Pagina 214
P.Fn-08: (Modellamp (helderheid, kleur)) U kunt de kleur en de helderheid van de modellamp instellen. Gebruik de joystick om < > of < > te selecteren. Draai < > om uw gewenste instelling te selecteren, druk de joystick daarna verticaal. (1) Geselecteerde cursorpositie (2) Standaardindicator : Duw de joystick naar links of rechts of draai aan het <...
Pagina 215
Verwijzingen Dit hoofdstuk beschrijft het flitssysteem en beantwoord een aantal veelgestelde vragen. • EL-1-systeem • Flitserblokkering als gevolg van temperatuurstijging • Problemen oplossen • Technische gegevens • Accessoires...
Pagina 216
EL-1-systeem Draadloze flitsopnamen Speedlite / transmitter uitgerust met een Speedlite uitgerust met een ontvangersfunctie zenderfunctie Radiotransmissie Camera / Speedlite / transmitter uitgerust met Speedlite uitgerust met een ontvangersfunctie zenderfunctie Optische transmissie (3)(4) (10) (11)
Pagina 217
EL-1. Voorzichtig Gebruik van een andere externe voeding van een ander merk dan van Canon kan tot een storing leiden. Bij gebruik van een van de Speedlites in (9) die de functie van het wisselen van...
Pagina 218
Flitserblokkering als gevolg van temperatuurstijging Temperatuurstijgingswaarschuwing Aantal continue flitsen en wachttijd Als u bij continu of stroboscopisch flitsen of bij gebruik van de modelflits herhaaldelijk met een korte interval flitst, kunnen de flitskop, de batterijen en het gedeelte bij het batterijcompartiment heet worden.
Pagina 219
Als de omgevingstemperatuur van de modellamp te hoog wordt, kan de lamp dimmen of uitschakelen. Weergave Niveau 1 Niveau 2 Pictogram Bij het instellen van de maximale Helderheid helderheid: gedimd Waarschuwing toename batterijtemperatuur Het onderstaande symbool verschijnt wanneer de temperatuur van de batterij stijgt. Vervolgens keert de weergave terug naar dezelfde status als de waarschuwing temperatuurtoename (...
Pagina 220
Aantal continue flitsen en wachttijd In de volgende tabel ziet u hoe vaak u continu kunt flitsen voordat de waarschuwing (niveau 1) wordt weergegeven plus de vereiste wachttijd (richtlijn) totdat u weer normaal kunt flitsen. Aantal continue flitsen voor waarschuwing van niveau 1 (richtlijn) Benodigde Functie...
Pagina 221
Voorzichtig Open of sluit het deksel van het batterijcompartiment niet als er een beperking is ingesteld voor het flitsen. Dit is erg gevaarlijk omdat de flitserblokkering wordt geannuleerd. Ook als er geen waarschuwing van niveau 1 wordt weergegeven, wordt het flitsinterval verlengd naarmate de flitskop warmer wordt.
Pagina 222
Als (1) de acculader of de accu een probleem heeft of (2) er geen communicatie met de accu kon plaatsvinden (met een accu van een ander merk dan Canon), stopt het beveiligingscircuit met opladen en knippert het laadlampje snel en constant oranje.
Pagina 223
[Cannot communicate with battery Use this battery?] verschijnt. De batterij is mogelijk defect. Als hij defect is, vervang hem dan door een nieuwe batterij. Voor de veiligheid raden wij het gebruik van LP-EL, originele batterij aan. Als u doorgaat met het werken met een accublok waarmee communicatie niet mogelijk is, wordt de flitsoplaadtijd verlengt uit veiligheidsoverwegingen.
Pagina 224
Normale flitsmodus De flitser gaat niet aan. Controleer of het klepje van het batterijencompartiment gesloten is ( Vervang de batterijen door nieuwe. De Speedlite flitst niet. Schuif de bevestigingsvoet helemaal in de accessoireschoen van de camera, schuif de borgknop naar rechts en zet daarmee de Speedlite vast op de camera ( Vervang de batterijen als de indicatie <...
Pagina 225
Zet de aan-/uitschakelaar van de Speedlite op < > in plaats van < > ( Modellamp gaat niet branden. Laat de unit 30 minuten rusten als de modellamp uitgaat. Als het probleem aanhoudt, neemt u contact op met uw dealer of het dichtstbijzijnde Canon Service Center.
Pagina 226
Draadloze flitsfotografie met radiotransmissie De ontvanger flitst niet of flitst onverwacht met volledig vermogen. Stel de zender in op < > en de ontvanger in op < > ( Stel de transmissiekanalen en de ID's van het draadloze radiosignaal van de zender en de ontvanger op dezelfde waarde in ( Controleer of de ontvanger binnen het draadloze transmissiebereik van de zender is Voer de transmissiekanaalscan uit en stel het kanaal met het beste ontvangstsignaal in...
Pagina 227
Gekoppeld fotograferen Standaardbelichting wordt niet verkregen. / Ongelijkmatige belichting vindt plaats. Als u meerdere Speedlites tegelijkertijd laat flitsen tijdens gekoppeld fotograferen, wordt de relevante belichting mogelijk niet bereikt of krijgt u mogelijk een onevenwichtige belichting. Het verdient aanbeveling slechts één Speedlite in te stellen om te flitsen of een zelfontspanner te gebruiken om de timing van de flitsen te spreiden.
Pagina 228
Type Type Flitsschoen E-TTL II / E-TTL autoflits Speedlite Compatibele Voor de EOS-serie geschikte E-TTL II / E-TTL autoflits camera's * Raadpleeg de Canon-website voor meer informatie. Flitskop Richtgetal normale flits Maximum richtgetal (bij ca. ISO 100) Flitsdekking Lichtverdeling Eenheid...
Pagina 231
E-TTL II / E-TTL-autoflash ○ ○ Optische transmissie Handmatig flitsen ○ ○ (zender) Stroboscopische flits ○ * 1: Voor meer informatie over camera's die deze functie ondersteunen, zie de Canon-website. Modellamp Ondersteund Ondersteund Modelflits * Flitser flitst circa 1 seconde continu.
Pagina 232
Normale flits Snelle flits Oplaadtijd Accu LP-EL 0,1 tot 0,9 seconden 0,1 tot 0,8 seconden 335 - 2345 * Gebaseerd op testnormen van Canon Normale flits (volledig Snelle flits Bezig met opladen opgeladen) Gereed-lampje Brandt rood Knippert rood (8 Hz)
Pagina 233
Draadloze functies voor radiotransmissie Ondersteund * Secundaire en additionele eenheden dienen als subzenders en geven een „SUB Zender Instellingen voor SENDER”-pictogram weer * Subzenders kunnen niet op afstand worden bestuurd door een ontvanger draadloos flitsen Ontvanger Ondersteund Conformiteitsnormen IEEE 802.15.4, ARIB STD-T66 Primaire modulatie: OQPAK Communicatiemethode Secundaire modulatie: DS-SS...
Pagina 234
Gewicht (Ca.) Gewicht Alleen de body 572 g Gebruiksomgeving Bedrijfstemperatuurbereik 0 - 45 °C Gebruiksvochtigheid 85 % of minder Alle bovenstaande technische specificaties zijn gebaseerd op testnormen van Canon. Specificaties en uiterlijk van het product kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Pagina 235
Daarom wordt het sterk aanbevolen om dit product met originele accessoires te gebruiken. Canon is niet aansprakelijk voor eventuele schade aan dit product en / of ongelukken zoals storing, brand, enz., die worden veroorzaakt door het gebruik van niet-originele accessoires (bijvoorbeeld lekkage en / of explosie van een batterij).