Download Print deze pagina

Advertenties

Handleiding voor ervaren
gebruikers
D
CT2-D334-A
© CANON INC. 2024

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Canon SPEEDLITE EL-10

  • Pagina 1 Handleiding voor ervaren gebruikers CT2-D334-A © CANON INC. 2024...
  • Pagina 2 Inhoud Inleiding..........4 Aanvullende informatie.
  • Pagina 3 Automatisch flitsen met twee ontvangergroepen..... . 109 Automatisch flitsen met drie ontvangergroepen..... . . 113 Draadloze opnamen met meerdere flitsers en flitsverhouding.
  • Pagina 4 Inleiding De Canon EL-10 is een externe Speedlite compatibel met E-TTL II / E-TTL autoflash en ontworpen voor EOS-camera's die zijn uitgerust met een multifunctionele schoen. Bij normale flitsfotografie kan hij worden gebruikt als een flitser die is bevestigd op de multifunctionele schoen van de camera en bij draadloze flitsfotografie met radiotransmissie kan hij worden gebruikt als een zender of ontvanger.
  • Pagina 5 Aanvullende informatie Ga naar de onderstaande website voor aanvullende informatie over de Speedlite. https://cam.start.canon/H001/...
  • Pagina 6 Compatibele accessoires Ga naar de onderstaande website voor de meest recente compatibele camera's en accessoires. https://cam.start.canon/H002/...
  • Pagina 7 Instructiehandleiding De meegeleverde Instructiehandleiding bevat basisinstructies voor flitsfotografie. Handleiding voor ervaren gebruikers Complete instructies vindt u in deze Handleiding voor ervaren gebruikers. Ga naar de volgende website voor de meest recente Handleiding voor ervaren gebruikers. https://cam.start.canon/A009/...
  • Pagina 8 Over deze handleiding Pictogrammen in deze handleiding Uitgangspunten Pictogrammen in deze handleiding Geeft het selectiewiel aan. < > < > < > Geeft de kruistoetsrichtingsknoppen < > aan. < > < > Geeft de knop voor selecteren/instellen aan. < > Geeft de duur van de werking (ongeveer 12 of 16 seconden) aan voor de knop waarop u hebt gedrukt, vanaf het moment waarop u de knop loslaat.
  • Pagina 9 Het instellen van functies kan worden afgesloten door op de knop < > te drukken. We gaan ervan uit dat gebruikersfuncties/persoonlijke functies van de Speedlite en de menufuncties/gebruikersfuncties van de camera zijn ingesteld op de standaardwaarde. De numerieke waarden worden volgens de testnormen van Canon gemeten met gebruik van vier AA/LR6-alkalinebatterijen.
  • Pagina 10 Veiligheidsmaatregelen Zorg dat u deze veiligheidsmaatregelen leest om het product veilig te kunnen gebruiken. Houd u aan deze veiligheidsmaatregelen om te voorkomen dat de gebruiker van het product of anderen verwondingen of letsel oplopen. WAARSCHUWING: Hiermee wordt gewezen op het risico van ernstig letsel of levensgevaar.
  • Pagina 11 Volg aanwijzingen op om het gebruik uit te schakelen op locaties waar het gebruik ervan verboden is. Als u dit niet doet kunt u storingen in andere apparatuur veroorzaken als gevolg van elektromagnetische golven. Dit kan zelfs ongelukken veroorzaken. VOORZICHTIG: Volg onderstaande aanwijzingen op die aanzetten tot voorzichtigheid.
  • Pagina 12 Namen van de onderdelen LCD-paneel Meegeleverde accessoires Wit reflectiekaartje (ingetrokken afgebeeld) Groothoekadapter (ingetrokken afgebeeld) Flitskop (lichtverspreidingseenheid) Detector indirecte-flitsadapter Detector kleurfilter Bevestigingsvoet Borgstift bevestigingsvoet Contactpunten Kapje van bevestigingsvoet...
  • Pagina 13 (10) (11) (12) (13) (14) (15) (16)
  • Pagina 14 < > Radiotransmissielampje LCD-paneel < > Submenuknop < > Gereed-lampje/testflitsknop < > Knop Terug Borgknop bevestigingsvoet Ontgrendelingsknop Kleurfilterschoen Reflectiehoek (10) Schoen indirecte-flitsadapter (11) Deksel van accuvak (12) Aan-/uitschakelaar < > Ingeschakeld < > Knop-/wielvergrendeling (ingeschakeld) < > Uitgeschakeld (13) < >...
  • Pagina 15 LCD-paneel E-TTL II / E-TTL-autoflash ( (10) (11) < > Synchronisatie op het eerste gordijn (normale flits) < > Synchronisatie tweede gordijn < > Hogesnelheidssynchronisatie < > E-TTL II / E-TTL-autoflash < > / < > / < > Aangepaste flitsmodus* <...
  • Pagina 16 Handmatig flitsen ( < > Handmatig flitsen < > / < > / < > Aangepaste flitsmodus* Handmatige flitssterkte Handmatig flitsniveau * 1: De flitsmodus wordt geïdentificeerd na de indicator voor de huidige Aangepaste flitsmodus. Opmerking Dit zijn slechts voorbeelden van displayweergaven. De daadwerkelijke displayweergaven tonen alleen de huidige instellingen.
  • Pagina 17 Draadloze flitsfotografie met radiotransmissie ( Zender (10) (11) < > Geconfigureerd als zender < > Geconfigureerd als subzender < > Draadloze radiotransmissie Flitsmodus < > E-TTL II / E-TTL-autoflash < > Handmatig flitsen < > Groepsflitsen < > / < >...
  • Pagina 18 < > Ontvanger volledig opgeladen Flitsgroepaansturing Groepsflitsmodus* * 1: < > Alleen groepsflitsen Opmerking < > wordt niet meer weergegeven nadat zenders en ontvangers bij draadloze flitsfotografie met radiotransmissie volledig zijn opgeladen. < >, < >, < > en < >...
  • Pagina 19 Ontvanger < > Draadloze radiotransmissie < > Ontvanger < > Geconfigureerd als ontvanger Flitsgroep < > Testflits < > Opnamen op afstand < > Modelflits...
  • Pagina 20 Radiotransmissie: gekoppeld fotograferen ( < > Gekoppeld fotograferen < > / < > / < > Aangepaste flitsmodus* < > Geconfigureerd als zender < > Geconfigureerd als ontvanger < > Vrijgeven* * 1: De flitsmodus wordt geïdentificeerd na de indicator voor de huidige Aangepaste flitsmodus. * 2: <...
  • Pagina 21 Meegeleverde accessoires Speedlite-etui (1) Opbergvak ministatief Ministandaard (2) Accucompartiment...
  • Pagina 22 Aan de slag en basishandelingen In dit hoofdstuk worden de voorbereidingen beschreven voordat u begint met flitsfotografie en het standaardgebruik van de flitser. Voorzichtig Voorzorgsmaatregelen bij continu flitsen Gebruik de flitser niet continu meer dan 32 keer achter elkaar op vol vermogen, om slijtage of beschadiging van de flitskoppen als gevolg van oververhitting te voorkomen.
  • Pagina 23 Batterijen plaatsen Het apparaat werkt op vier AA/R6-batterijen. U kunt AA/LR6-alkalinebatterijen of AA/HR6- Ni-MH-batterijen gebruiken. Voorzichtig Gebruik geen AA/R6-lithiumbatterijen. Bij het gebruik van bepaalde AA/R6-lithiumbatterijen kunnen de batterijen in zeldzame gevallen zeer heet worden. Voor uw eigen veiligheid moet u het gebruik van AA/R6-lithiumbatterijen vermijden.
  • Pagina 24 Ongeveer 0,1-2,5 s Ongeveer 210-1400 maal * Met de snelle flitsfunctie kunt u flitsen voordat de flitser helemaal is opgeladen ( * Numerieke waarden volgens de testnormen van Canon gemeten met gebruik van nieuwe AA/LR6- alkalinebatterijen. Voorzichtig Raak na continu flitsen de flitskop, de accu en het gebied rondom het accuvak niet aan.
  • Pagina 25 Opmerking Batterijen moeten worden vervangen door nieuwe wanneer < > wordt weergegeven of wanneer het LCD-paneel blanco wordt tijdens het opladen van de flitser. Alle vier de batterijen moeten helemaal nieuw en van hetzelfde merk zijn. Vervang alle vier de batterijen tegelijkertijd.
  • Pagina 26 De Speedlite bevestigen en loskoppelen Bevestig de Speedlite. Verwijder het kapje van de accessoireschoen van de camera en het kap van de bevestigingsvoet van de Speedlite. Steek de Speedlite langzaam in en let er daarbij op dat de bevestigingsvoet van de Speedlite is uitgelijnd met de multifunctionele schoen van de camera.
  • Pagina 27 De Speedlite demonteren. Druk op de ontgrendelingsknop, schuif de borgknop naar links en verwijder de Speedlite. Voorzichtig Zorg ervoor dat u de Speedlite uitschakelt voordat u deze monteert of demonteert. Bevestig hem niet aan camera's zonder multifunctionele schoen. Als u hem op een camera forceert, kan er schade ontstaan.
  • Pagina 28 De flitser inschakelen Snelle flits Automatisch uitschakelen Bediening van de flitser vergrendelen LCD-paneelverlichting Zet de aan-/uitschakelaar op < >. Het opladen van de flitser begint. Tijdens het opladen wordt < > weergegeven op het LCD- paneel. Het LCD-display gaat uit wanneer het opladen voltooid is. Bevestig dat het opladen van de flitser voltooid is.
  • Pagina 29 Voorzichtig Er kan geen testflits worden uitgevoerd wanneer de timer voor flitsmeting van de camera actief is. Opmerking De flitsinstellingen blijven behouden, ook nadat de flitser is uitgeschakeld. Om de instellingen te behouden wanneer u de batterijen verwisselt, schakelt u de flitser uit alvorens de batterijen te vervangen.
  • Pagina 30 Automatisch uitschakelen Deze functie bespaart acculading door de Speedlite automatisch uit te schakelen als deze gedurende ongeveer 90 seconden niet wordt bediend. Om de Speedlite weer in te schakelen, drukt u de ontspanknop van de camera half in of drukt u op de testflitsknop (gereed-lampje).
  • Pagina 31 Bediening van de flitser vergrendelen De werking van de knoppen en wieltjes van de Speedlite kan worden uitgeschakeld door de aan/uit-schakelaar in de stand < > te zetten. Dit kan helpen voorkomen dat de instellingen van de Speedlite per ongeluk worden gewijzigd. Op het LCD-paneel wordt <...
  • Pagina 32 LCD-paneelverlichting Het LCD-paneel licht gedurende ongeveer 12 seconden ( ) op als reactie op het bedienen van een knop of wiel. LCD-paneelverlichting voor meer informatie over de LCD-paneelverlichting wanneer de Speedlite is ingesteld als zender bij draadloze flitsfotografie met radiotransmissie. Opmerking De LCD-paneelverlichting kan worden gewijzigd in C.Fn-22.
  • Pagina 33 Volledig automatisch fotograferen met de flitser Met de E-TTL II en E-TTL is volledig automatisch fotograferen met de flitser mogelijk als de camera is ingesteld op < > (Programma AE) of de volledig automatische opnamemodus. Druk op de knop < >...
  • Pagina 34 Maak de foto. * Dit is een voorbeeld van de weergave wanneer de camera in de modus < > (Programma AE) staat. Bevestig dat het onderwerp zich binnen het effectieve flitsbereik (1) bevindt. Door de ontspanknop helemaal in te drukken, gaat de flitser af en wordt een foto gemaakt.
  • Pagina 35 E-TTL II / E-TTL automatisch flitsen per opnamemodus Autozoom voor sensorformaat Verzending van kleurtemperatuurinformatie AF-hulplicht Firmwareversie/certificeringslogo bekijken E-TTL II of E-TTL autoflash die geschikt is voor de huidige opnamemodus wordt automatisch gebruikt. Stel de opnamemodus van de camera simpelweg in op < >...
  • Pagina 36 Flitssynchronisatiesnelheid en diafragmawaarde per opnamemodus Sluitertijd Diafragmawaarde Automatisch (1/X s – 1/60 s)* Automatisch Handmatig (1/X s – 30 s) Automatisch Handmatig Automatisch (1/X s – 1/60 s)* Handmatig/automatisch (minstens 1/X s) Automatisch/handmatig Handmatig (1/X s – 30 s, Bulb) Handmatig * 1/X s geeft de maximale sluitertijd voor flitssynchronisatie van de camera aan.
  • Pagina 37 Autozoom voor sensorformaat De Speedlite herkent automatisch het beeldsensorformaat van de EOS Digital-camera en stelt de optimale flitsdekking in voor de effectieve opnamebeeldhoek van een lens met een brandpuntsafstand van 24 tot 105 mm.
  • Pagina 38 Verzending van kleurtemperatuurinformatie Deze functie zorgt voor een optimale witbalans bij flitsopnamen door gebruik te maken van de kleurtemperatuurinformatie op het moment van flitsen, die door de Speedlite naar de EOS Digital-camera wordt verzonden. Dit wordt automatisch ingeschakeld wanneer de witbalans van de camera is ingesteld op <...
  • Pagina 39 AF-hulplicht In lastige omstandigheden voor automatische scherpstelling, zoals scherpstellen van opnamen met weinig licht, flitst de flitser continu (intermitterende flitsmodus) om te helpen bij de automatische scherpstelling. Het effectieve bereik van het AF-hulplicht is ca. 0,7-10 m in het middelpunt van het AF-gebied. Voorzichtig Scherpstellen met het AF-hulplicht van een externe Speedlite kan moeilijk zijn wanneer op de camera een AF-punt aan de rand wordt gebruikt, of wanneer een...
  • Pagina 40 Firmwareversie/certificeringslogo bekijken Druk op de knop < >. Geef het informatiescherm weer. Draai aan het wiel < > om < > te selecteren en druk vervolgens op < >. Hierdoor wordt de firmwareversie (1) van de Speedlite weergegeven. Open de certificeringslogoweergave. Druk op <...
  • Pagina 41 Geavanceerde flitsopnamen In dit hoofdstuk worden de geavanceerde opnamemethoden beschreven die gebruikmaken van de functies van de Speedlite. Voorzichtig Functies op pagina's met in de rechterbovenhoek zijn niet beschikbaar wanneer de camera in de Volledig automatische modus of in de Basisgebruiksmodus staat. Alle bewerkingen in dit hoofdstuk zijn beschikbaar wanneer de opnamemodus van de camera is ingesteld op <...
  • Pagina 42 Flitsbelichtingscompensatie De flitssterkte is instelbaar. De mate van flitsbelichtingscompensatie kan worden ingesteld binnen een bereik van ±3 stops, in stappen van 1/3-stop. Druk op de knop < > van de kruistoetsen < >. Druk op < > en draai aan het wiel < >...
  • Pagina 43 Stel de waarde voor de flitsbelichtingscompensatie in. Draai aan het wiel < > om een waarde voor belichtingscompensatie te selecteren en druk vervolgens op < >. "0,3" betekent 1/3 stop en "0,7" betekent 2/3 stop. Zet de waarde terug op ʺ±0" als u de flitsbelichtingscompensatie wilt annuleren.
  • Pagina 44 FE-vergrendeling Fotograferen met vergrendeling van de flitsbelichting (flash exposure; FE) zorgt voor de juiste flitsbelichting van het door u aangegeven gebied van het onderwerp. Terwijl < > wordt weergegeven op het LCD-paneel, drukt u op de knop < > (AE- vergrendeling) van de camera.
  • Pagina 45 Opmerking < > knippert in de zoeker als met FE-vergrendeling geen geschikte belichting mogelijk is. Nader het onderwerp of open het diafragma en probeer opnieuw de flitsbelichting te vergrendelen. U kunt ook proberen de ISO-snelheid te verhogen voordat u de FE-vergrendeling opnieuw probeert. Als het onderwerp op het scherm te klein is, is de FE-vergrendeling mogelijk niet effectief.
  • Pagina 46 Hogesnelheidssynchronisatie Hogesnelheidssynchronisatie maakt flitsopnamen mogelijk met nog kortere sluitertijden dan de kortste sluitertijd voor flitssynchronisatie. Dit is effectief bij het opnemen met een open diafragma in de modus < > (diafragmaprioriteit AE) om bijvoorbeeld de achtergrond achter een onderwerp buitenshuis in daglicht wazig te maken. Druk op <...
  • Pagina 47 Voorzichtig Bij hogesnelheidssynchronisatie wordt het richtgetal (effectieve flitsbereik) kleiner naarmate de sluitertijd korter wordt. U kunt het effectieve flitsbereik controleren op het LCD-paneel. Om te voorkomen dat de flitskop versleten of beschadigd raakt door oververhitting, kan de Speedlite het aantal opeenvolgende flitsen verlagen bij herhaald opnemen met hogesnelheidssynchronisatie.
  • Pagina 48 Synchronisatie op het tweede gordijn Als u bij een lange sluitertijd synchronisatie 2e gordijn gebruikt, kunt u natuurlijke opnamen maken van bewegingssporen, zoals de lichten van een auto. De flitser flitst direct voordat de camera de opname afrondt (voordat de sluiter dichtgaat). Druk op <...
  • Pagina 49 Opmerking Synchronisatie tweede gordijn werkt goed in de opnamemodus < > (Bulb). De Speedlite flitst twee keer in de flitsmodus < >. De eerste flits is geen storing, maar een voorflits om de flitssterkte te bepalen. Om terug te keren naar normaal flitsen selecteert u < >...
  • Pagina 50 Indirecte flits Opname met reflectie Opname met een indirecte-flitsadapter Door de flitskop op het plafond of een muur te richten en het licht dat er vanaf wordt gereflecteerd te gebruiken, kunnen schaduwen van het onderwerp worden verzacht en de opnamen natuurlijker worden. Deze opnamemethode wordt "indirecte flitsfotografie" genoemd.
  • Pagina 51 Opmerking Als het licht wordt weerkaatst door een plafond of muur dat/die te ver weg ligt, wordt mogelijk niet voldoende belichting verkregen omdat onvoldoende licht het onderwerp bereikt. Als uw opname te donker is, verlaagt u de diafragmawaarde (het f-getal) om het diafragma te openen en probeert u het opnieuw.
  • Pagina 52 Opname met reflectie Als u bij een portretopname het witte reflectiekaartje gebruikt, kunt u het gereflecteerde licht in de ogen van een persoon vangen voor een levendigere uitdrukking. Kantel de flitskop 90° omhoog. Trek de groothoekadapter omhoog. Trek de lip in het midden van de groothoekadapter omhoog. Het witte reflectiekaartje komt er samen mee naar buiten.
  • Pagina 53 Voorzichtig Richt de flitskop naar voren en kantel hem 90° omhoog. Wanneer de flitskop naar links of naar rechts is gedraaid, is het witte reflectiekaartje niet erg effectief. Maak de opname binnen ongeveer 1,5 m (4,9 ft) vanaf het onderwerp (bij ISO 100 met f/2.8) om effectief het gereflecteerde licht in iemands ogen te vangen.
  • Pagina 54 ISO 100 en f/2.8), waardoor schaduwen van het onderwerp nog meer worden beperkt. Bij het fotograferen van personen kunnen hiermee ook zogenaamde catchlights worden gecreëerd. Monteer de indirecte-flitsadapter. (1) Canon-logo Bevestig de adapter stevig aan de flitskop zoals getoond in de afbeelding totdat u een klikje hoort. Controleer of op het display <...
  • Pagina 55 Maak de foto. Laat het flitslicht tijdens de opname reflecteren van het plafond, de wanden enz. Voorzichtig Bij gebruik van een indirecte-flitsadapter of een indirecte-flitsadapter met groothoekadapter daalt het richtgetal en is er meer kans op onderbelichting. Verhoog zo nodig de ISO-snelheid van de camera of maak gebruik van flitsbelichtingscompensatie ( Omdat het gebruik van snelle flits ( ) met een indirecte-flitsadapter gemonteerd...
  • Pagina 56 Flitsdekking-instelling Groothoekadapter De flitsdekking kan automatisch of handmatig worden ingesteld. Stel in op < > (automatische instelling) voor automatische instelling van de flitsdekking aan de hand van de brandpuntsafstand (opnamebeeldhoek) van de gebruikte lens en het beeldsensorformaat ). Met de instelling < >...
  • Pagina 57 Stel de flitsdekking in. Draai aan het wiel < > om flitsdekking te selecteren en druk vervolgens op < >. Om dit automatisch in te stellen, selecteert u < >, en om dit handmatig in te stellen, selecteert u een waarde (brandpuntsafstand in mm).
  • Pagina 58 Groothoekadapter De ingebouwde groothoekadapter maakt het mogelijk om flitsopnamen te maken die de opnamebeeldhoek dekken van een ultragroothoeklens met een brandpuntsafstand van 14 mm. Trek de groothoekadapter naar buiten. Trek de lip in het midden van de groothoekadapter naar buiten. Het witte reflectiekaartje komt er samen mee naar buiten.
  • Pagina 59 Opmerking De flitsdekking wordt automatisch ingesteld wanneer de groothoekadapter wordt gebruikt. Dit kan niet handmatig worden gewijzigd.
  • Pagina 60 Handmatig flitsen Handmatige flitssterkte instellen van uit FE-geheugen Handmatig instellen van de flitsbelichting na meting De flitssterkte kan worden ingesteld binnen het bereik van 1/1024 tot vol vermogen (1/1), in stappen van 1/3 stop. Door een in de handel verkrijgbare flitsmeter te gebruiken, kunt u de flitssterkte bepalen die nodig is voor een goede belichting.
  • Pagina 61 Druk op de knop < > van de kruistoetsen < >. Stel de flitssterkte in. Draai aan het wiel < > om een waarde voor flitssterkte te selecteren en druk vervolgens op < >. De opnameafstand (1) bij benadering en de diafragmawaarde (2) worden weergegeven wanneer u de ontspanknop van de camera half indrukt.
  • Pagina 62 Opmerking Het instelbereik van de flitssterkte is 1/128 tot 1/1 wanneer de hogesnelheidssynchronisatie is ingesteld. Als de flitssterkte wordt ingesteld op 1/64, 1/80, 1/100 of 1/128 wanneer hogesnelheidssynchronisatie is ingesteld, wordt < > weergegeven op het LCD- paneel en kan de helderheid veranderen tijdens de opname. Het wordt aanbevolen om uw opnames te controleren.
  • Pagina 63 Handmatige flitssterkte instellen van uit FE-geheugen De flitssterkte die wordt gebruikt bij opnemen in de < >-flitsmodus kan worden toegepast als het niveau voor de < >-flitsmodus. Stel de FE-geheugenfunctie in. Stel in de gebruikersfuncties C.Fn-19 < > in op [1] (AAN, Maak een opname in de <...
  • Pagina 64 Stel de flitsmodus in op < >. Druk op de knop < > van de kruistoetsen < >. Draai aan het wiel < > om < > te selecteren en druk vervolgens op < >. Controleer de flitssterkte. Bevestig dat het onderwerp zich binnen het effectieve flitsbereik (1) bevindt.
  • Pagina 65 Voorzichtig Voordat u flitst met de Speedlite ingesteld op < >, controleert u of het gereed-lampje rood brandt (volledig opgeladen). Als u de ISO-snelheid, diafragmawaarde of andere instellingen die verband houden met de flitssterkte (zoals de lichtintensiteit of zoom van de flits) aanpast na het flitsen met de Speedlite ingesteld op <...
  • Pagina 66 Handmatig instellen van de flitsbelichting na meting Als u een camera gebruikt die compatibel is met handmatig instellen van de flitsbelichting na meting, kunt u het flitsbelichtingsniveau handmatig instellen vóór het opnemen. Dit is effectief voor flitsopnamen van dichtbij. Gebruik een standaard 18% grijsreflector (in de handel verkrijgbaar) en maak als volgt opnamen.
  • Pagina 67 Stel het flitsbelichtingsniveau in. Pas de handmatige flitssterkte van Speedlite aan zodat het flitsbelichtingsniveau overeenkomt met de standaardbelichtingsindex. Maak de foto. Haal de grijsreflector weg en maak de foto. Opmerking Raadpleeg de instructiehandleidingen van camera's voor meer informatie over camera's die compatibel zijn met handmatig instellen van de flitsbelichting na meting.
  • Pagina 68 Modelflits De flitser flitst gedurende ongeveer 1 seconde continu als reactie op het drukken op de DOF-controleknop op de camera wanneer een andere camera dan een model uit de EOS R- of EOS M-serie wordt gebruikt als zender met de EL-10 als ontvanger. Deze functie wordt "modelflits"...
  • Pagina 69 Breng het kleurfilter aan. (1) Canon-logo Bevestig het filter stevig aan de flitskop zoals getoond in de afbeelding totdat u een klikje hoort.
  • Pagina 70 Maak de foto. Stel de witbalans van de camera in op < > en maak de foto. De witbalans voor de opname kan ook worden ingesteld op < > of < >. Controleer de gemaakte foto en corrigeer zo nodig de witbalans aan de kant van de camera.
  • Pagina 71 Speedlite-instellingen wissen U kunt de standaardinstellingen voor de opnamefuncties, draadloos opnemen en aangepaste flitsmodi van de Speedlite herstellen. Druk op de knop < >. Selecteer < >. Draai aan het wiel < > om < > te selecteren en druk vervolgens op <...
  • Pagina 72 Wis de instellingen. Draai aan het wiel < > om < > te selecteren en druk vervolgens op < >. De Speedlite-instellingen worden gewist, waarmee hij wordt voorbereid op normale flitsopnamen in de < >-flitsmodus. Opmerking Het wissen van de instellingen wist niet het radiokanaal of de ID van het draadloze radiosignaal voor draadloze flitsopnamen, de instellingen voor de gebruikersfuncties/persoonlijke functies (C.Fn/P.Fn) of de instellingen voor de aangepaste flitsmodi (behalve de instellingen voor automatisch updaten en...
  • Pagina 73 Flitsfuncties instellen via de camera In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u flitsfuncties instelt via het cameramenu. Voorzichtig Handelingen die in dit hoofdstuk worden beschreven, zijn niet beschikbaar als de camera is ingesteld op de Volledig automatische modus of Basisgebruiksmodus. Stel de opnamemodus van de camera in op <...
  • Pagina 74 Flitseraansturing via het cameramenu Flitsfunctie-instellingen Instellingen die beschikbaar zijn in het scherm Flits functie instellingen Flits C.Fn instellingen U kunt flits- en gebruikersfuncties instellen via het cameramenu. Als de gebruikersfuncties op de Speedlite niet worden weergegeven op de camera, probeert u de firmware van de camera te updaten of stelt u ze in via de Speedlite.
  • Pagina 75 Flitsfunctie-instellingen Stel de functie in. Het instelscherm en de weergegeven opties verschillen afhankelijk van de camera. Selecteer een optie en stel de functie in. Voorbeeld van de displayweergave...
  • Pagina 76 Instellingen die beschikbaar zijn in het scherm Flits functie instellingen Op het scherm [Flits functie instellingen] of [Func.inst. externe flitser] van de camera kunt u instellingen configureren voor normale flitsopnamen en voor draadloze flitsfotografie met radiotransmissie. De belangrijkste functies die u kunt configureren zijn als volgt. De beschikbare instellingen verschillen afhankelijk van de flitsmodus, de instellingen voor de draadloze functie en andere voorwaarden.
  • Pagina 77 Cont. flitsbest. Stel in op [E-TTL elke opn.] als u voor elke opname een flitsmeting wilt uitvoeren. Stel in op [E-TTL 1e opn.] als u bij continue opnamen alleen voor de eerste opname een flitsmeting wilt uitvoeren. De flitssterkte voor de eerste opname wordt toegepast op alle volgende opnamen.
  • Pagina 78 Voorzichtig Wanneer er een indirecte-flitsadapter is aangebracht, is [In-/uitzoomen flitser] (flitsdekking) niet beschikbaar als de flitsdekking automatisch wordt ingesteld, zoals bij gebruik van de groothoekadapter. Opmerking Flitsbelichtingscompensatie kan niet worden uitgevoerd door de camera wanneer dit ook is ingesteld op de Speedlite. Als beide tegelijkertijd zijn ingesteld, heeft de instelling op de Speedlite voorrang.
  • Pagina 79 Flits C.Fn instellingen U kunt de gebruikersfuncties van de Speedlite instellen via het cameramenu. De weergegeven informatie verschilt afhankelijk van de Speedlite die u gebruikt. Zie Aanpassen via gebruikersfuncties voor meer informatie over de gebruikersfuncties. Selecteer [Flitser C.Fn instellingen]. Selecteer [Flitser C.Fn instellingen] of [C.Fn-inst. externe flitser].
  • Pagina 80 Stel de gebruikersfunctie in. Selecteer het nummer van de gebruikersfunctie (1) en stel de functie Om alle instellingen van de gebruikersfuncties te wissen, selecteert u [Wis instellingen] in stap 1, en selecteert u daarna [Wis alle SpeedliteC.Fn's] of [Wis C.Fn's externe flitser]. Voorzichtig U kunt de persoonlijke functies (P.Fn) niet instellen of gezamenlijk wissen via het menu van de camera.
  • Pagina 81 Draadloze flitsfotografie met radiotransmissie In dit hoofdstuk wordt draadloze flitsfotografie met radiotransmissie met behulp van de zender- en ontvangerfuncties beschreven. Voor meer informatie over Speedlites die compatibel zijn met draadloze flitsopnamen raadpleegt u de Aanvullende informatie ( Voorzichtig Handelingen die in dit hoofdstuk worden beschreven, zijn niet beschikbaar als de camera is ingesteld op de Volledig automatische modus of Basisgebruiksmodus.
  • Pagina 82 Beperkingen voor specifieke camera's Het fotograferen met draadloze flitsbelichting vanuit meerdere flitsers is net zo eenvoudig als het maken van normale E-TTL II / E-TTL-autoflash-opnamen als u Canon Speedlites gebruikt die draadloze flitsfotografie met radiotransmissie ondersteunen. Het systeem is zo ontworpen dat de instellingen van de EL-10 (zender) automatisch worden toegepast op de draadloos bediende Speedlites (ontvangers).
  • Pagina 83 Plaatsing en bereik Automatisch flitsen met één ontvanger ( EL-10 EL-10 (3) Transmissiebereik: ong. 30 m (98,4 ft)
  • Pagina 84 Automatisch flitsen met groepen ontvangers ( U kunt E-TTL II-/E-TTL-autoflash-opnamen met twee of drie groepen ontvangers maken, waarbij u de flitsverhouding (het aandeel in de flitssterkte) naar wens kunt aanpassen. (1) 2 groepen (A, B) (2) 3 groepen (A, B, C) Voorzichtig Maak van tevoren enkele proefopnamen en test het flitsen ( Het transmissiebereik kan korter zijn afhankelijk van factoren zoals de positie...
  • Pagina 85 Opnamen met een eigen flitsmodus voor elke groep ( * Dit is slechts één voorbeeld van flitsmodusinstellingen. (1) E-TTL II (2) E-TTL II (3) Handmatig flitsen (4) Plafond (5) Handmatig flitsen (6) Handmatig flitsen...
  • Pagina 86 Groepsaansturing Flitsgroep A U kunt ontvangers toevoegen als er meer licht of geavanceerde belichting nodig is. Geef voor toegevoegde ontvangers eenvoudigweg de flitsgroep op (A, B of C) die u helderder wilt maken. Als bijvoorbeeld drie ontvangers zijn ingesteld voor flitsgroep < >, worden ze allemaal bestuurd als één Speedlite met een hoog vermogen in groep A.
  • Pagina 87 Beperkingen voor specifieke camera's Als u een andere Speedlite dan de EL-10 gebruikt als zender, kunnen de functies die beschikbaar zijn voor draadloze flitsfotografie met radiotransmissie beperkt worden. Voor meer informatie over de beschikbare functies raadpleegt u de instructiehandleiding van de Speedlite die wordt gebruikt als zender.
  • Pagina 88 Draadloze instellingen Instellen als zender Instellen als ontvanger Het transmissiekanaal / de ID van het draadloze radiosignaal instellen < >-lampje en verbindingsaanduiding Zender flitsen Aan/Uit Stel de zender en ontvanger voor draadloze flitsfotografie met radiotransmissie met E-TTL II / E-TTL-autoflash als volgt in. Instellen als zender Druk op de knop <...
  • Pagina 89 Selecteer de flitsmethode. Druk op < >. Draai aan het wiel < > om optie (1) te selecteren en druk vervolgens op < >. Draai aan het wiel < > om < >, < > of < > te selecteren en druk vervolgens op < >.
  • Pagina 90 Instellen als ontvanger Stel in op < >. Configureer deze instelling op Speedlites die u wilt gebruiken als ontvanger. Selecteer < > op dezelfde manier als u de zender instelt. Voorzichtig Vóór normale flitsopnamen selecteert u < > om de instellingen voor draadloze opnamen (zender/ontvanger) te wissen.
  • Pagina 91 Het transmissiekanaal / de ID van het draadloze radiosignaal instellen Stel het transmissiekanaal en de ID van het draadloze radiosignaal van de zender als volgt in. Stel voor zowel de zender als de ontvangers hetzelfde kanaal en dezelfde ID in. Voor instructies voor de ontvangers raadpleegt u de instructiehandleiding van de Speedlites die zijn uitgerust met de functie draadloze ontvanger met radiotransmissie.
  • Pagina 92 Stel een transmissiekanaal in. Draai aan het wiel < > om < > of een van de kanalen 1 tot en met 15 te selecteren en druk vervolgens op < >. Selecteer optie (2). Selecteer de ID-optie op dezelfde manier als u het transmissiekanaal hebt ingesteld en druk vervolgens op <...
  • Pagina 93 Stel de draadloze radio ID in. Draai aan het wiel < > om de positie (het cijfer) te selecteren en druk vervolgens op < >. Draai aan het wiel < > om of een van de cijfers 0 tot en met 9 te selecteren en druk vervolgens op <...
  • Pagina 94 Zendertransmissiekanalen scannen en instellen U kunt de radiosignaalomstandigheden scannen en vervolgens het zendertransmissiekanaal automatisch of handmatig instellen. Als u het kanaal instelt op [AUTO], wordt de Speedlite automatisch ingesteld op het kanaal met het sterkste signaal. Als u het kanaal handmatig instelt, kunt u de scanresultaten beoordelen terwijl u hem instelt.
  • Pagina 95 Scannen indien momenteel ingesteld op een kanaal (1 t/m 15) Druk op de knop < >. Voer de scan uit. • Draai aan het wiel < > om < > te selecteren en druk vervolgens op < >. • Selecteer < >.
  • Pagina 96 Stel het kanaal in. • Draai aan het wiel < > om een van de kanalen 1 tot en met 15 te selecteren. • Druk op < > om het kanaal in te stellen.
  • Pagina 97 < >-lampje en verbindingsaanduiding U kunt de verbindingsstatus bepalen aan de hand van het < >-lampje of het pictogram op het LCD-paneel. Status Beschrijving Actie Brandt Verbonden – Geen verbinding Controleer het kanaal en de ID Te veel units Gebruik in totaal maximaal 16 zenders en ontvangers Storing Start de zenders en ontvangers opnieuw op Brandt...
  • Pagina 98 Zender flitsen Aan/Uit U kunt instellen of de zender flitst tezamen met de ontvangers die hij draadloos aanstuurt. Wanneer het flitsen van de zender is ingeschakeld, flitst de zender als flitsgroep A. Druk op < >. Selecteer de optie aangegeven in (1). Draai aan het wiel <...
  • Pagina 99 Opmerking Door het flitsen van de zender uit te schakelen, wordt het bereik van de beschikbare flitssterkte uitgebreid van 1/1024 naar 1/8192.
  • Pagina 100 Automatisch flitsen met één ontvanger LCD-paneelverlichting Flitsopnamen met gebruik van draadloze functies Meerdere zenders gebruiken In deze paragraaf worden de basishandelingen beschreven voor volledig automatische draadloze opnamen met een EL-10 bevestigd op de camera als zender, en een EL-10 ingesteld als ontvanger. Stel een flitser in als de zender.
  • Pagina 101 Stel een flitser in als de ontvanger. Stel de EL-10 in om als ontvanger draadloos te worden bediend door de zender ( U kunt ook andere Speedlites die zijn uitgerust met de functionaliteit van een draadloze ontvanger met radiotransmissie gebruiken. Controleer het kanaal en de ID.
  • Pagina 102 Stel de flitsmodus in op < >. Draai aan het wiel < > om < > te selecteren en druk vervolgens op < >. De ontvanger wordt automatisch ingesteld op < > tijdens opnamen, zoals aangestuurd door de zender. Controleer of het aansturen van de flitsgroep is ingesteld op < >.
  • Pagina 103 Controleer de verbinding en verzeker u ervan dat de flitsers zijn opgeladen. Controleer of het < >-lampje groen brandt. Controleer of de gereed-lampjes van de zender en ontvanger branden. Controleer of het pictogram < > (1) dat de voltooiing van het opladen van de zender/ontvanger aangeeft, wordt weergegeven op het LCD- paneel (<...
  • Pagina 104 Controleer de werking. Druk op de testflitsknop van de zender. De Speedlites flitsen. Als ze niet flitsen, controleert u of ze zich binnen het transmissiebereik bevinden ( Maak de foto. Maak net als bij normale flitsopnamen de foto nadat u de camera hebt geconfigureerd.
  • Pagina 105 Opmerking De flitsdekking van de zender en ontvanger is ingesteld op 24 mm. U kunt de flitsdekking ook handmatig instellen. De zender kan ook flitsen ( U kunt de modelflits activeren door op de scherptediepte-controleknop van de camera te drukken wanneer een EL-10 is ingesteld als ontvanger ( ).
  • Pagina 106 LCD-paneelverlichting Bij draadloze flitsopnamen met radiotransmissie is het LCD-paneel van de zender al dan niet aan afhankelijk van de vraag of zenders en ontvangers (flitsgroepen) zijn opgeladen. Het LCD-paneel van de zender is verlicht wanneer de zender en de ontvanger niet volledig zijn opgeladen.
  • Pagina 107 U kunt ook flitsbelichtingscompensatie en flitsdekking handmatig instellen op elke ontvanger. Met een EL-10 ingesteld als zender is draadloos opnemen met radiotransmissie met synchronisatie op het tweede gordijn mogelijk met andere Canon Speedlites ingesteld als ontvangers. Raadpleeg de Aanvullende informatie ( ) voor meer...
  • Pagina 108 Meerdere zenders gebruiken Meerdere apparaten kunnen worden ingesteld als zender. Onder hetzelfde lichtarrangement (met dezelfde ontvangers) kunt u ook met andere camera's draadloze flitsopnamen maken. Hiervoor bevestigt u de zender op een andere camera. < > wordt weergegeven op het LCD-paneel wanneer meerdere zenders worden gebruikt.
  • Pagina 109 Automatisch flitsen met twee ontvangergroepen Ontvangers kunnen worden ingedeeld in flitsgroep A en B en u kunt de verlichtingsbalans (flitsverhouding) ertussen instellen. De belichting wordt automatisch geregeld zodat het gecombineerde vermogen van de groepen een standaardbelichting oplevert. Druk op < >.
  • Pagina 110 Stel de flitsgroep van de ontvanger in bij (1). Selecteer < > of < > voor de flitsgroep. Stel één ontvanger in op < > en een andere op < >. Stel de flitsgroep van de zender in bij (2). Voer stap 3 tot en met 5 uit op de zender.
  • Pagina 111 Stel de flitsverhouding A:B in. Druk op < > om de in de afbeelding getoonde optie te selecteren. Draai aan het wiel < > om de flitsverhouding A:B te selecteren en druk vervolgens op < >.
  • Pagina 112 Controleer de verbinding en verzeker u ervan dat de flitsers zijn opgeladen. Controleer of het < >-lampje groen brandt. Controleer of de gereed-lampjes van de zender en ontvanger branden. Verzeker u ervan dat < > niet wordt weergegeven op het LCD- paneel van de zender.
  • Pagina 113 Automatisch flitsen met drie ontvangergroepen Nadat flitsgroep A en B zijn ingesteld, kunt u flitsen met meerdere Speedlites door groep C toe te voegen. Zie Groepsaansturing voor een overzicht van het aansturen van het flitsen. Groep C is nuttig wanneer u schaduwen in de achtergrond achter het onderwerp wilt voorkomen.
  • Pagina 114 Selecteer de optie aangegeven in (1). Draai aan het wiel < > om een optie te selecteren en druk vervolgens op < >. Stel in op < >. Draai aan het wiel < > om < > te selecteren en druk vervolgens op <...
  • Pagina 115 Stel de flitsverhouding A:B in. Druk op < > om de in de afbeelding getoonde optie te selecteren. Draai aan het wiel < > om de flitsverhouding A:B te selecteren en druk vervolgens op < >. Stel de flitsbelichtingscompensatiewaarde voor flitsgroep C in. Druk op <...
  • Pagina 116 Controleer de verbinding en verzeker u ervan dat de flitsers zijn opgeladen. Controleer of het < >-lampje groen brandt. Controleer of de gereed-lampjes van de zender en ontvanger branden. Verzeker u ervan dat < > niet wordt weergegeven op het LCD- paneel van de zender.
  • Pagina 117 Controleer de werking. Druk op de testflitsknop van de zender. De Speedlites flitsen. Als ze niet flitsen, controleert u of ze binnen het transmissiebereik staan ( Maak de foto. Maak net als bij normale flitsopnamen de foto nadat u de camera hebt geconfigureerd.
  • Pagina 118 Draadloze opnamen met meerdere flitsers en flitsverhouding In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u in de modus Handmatig flitsen draadloze opnamen met meerdere flitsers maakt. U kunt voor elke flitsgroep de flitssterkte instellen binnen het bereik van volledig 1/1 vermogen tot 1/1024, in stappen van 1/3 stop. Alle instellingen worden op de zender geconfigureerd.
  • Pagina 119 Selecteer de optie aangegeven in (1). Draai aan het wiel < > om een optie te selecteren en druk vervolgens op < >. Configureer de instelling voor de flitsgroep. Draai aan het wiel < > om de flitsmethode te selecteren uit de volgende opties.
  • Pagina 120 Stel de flitssterkte in. Druk op < >. Draai aan het wiel < > om een waarde voor flitssterkte te selecteren en druk vervolgens op < >. Herhaal stap 6 en 7 om de flitssterkte voor alle groepen in te stellen. Maak de foto.
  • Pagina 121 Opnemen in groep-specifieke flitsmodi (1) Plafond U kunt fotograferen met maximaal vijf groepen (A tot en met E), waarbij elke groep is ingesteld op een specifieke flitsmodus. De beschikbare flitsmodi zijn (1) E-TTL II / E-TTL-autoflash, (2) handmatige flits en (3) automatische externe flitsmeting.
  • Pagina 122 Stel de flitsmodus in op < >. Draai aan het wiel < > om < > te selecteren en druk vervolgens op < >. De flitsmodus van ontvangers wordt tijdens de opname automatisch ingesteld, zoals aangestuurd door de zender. Stel de flitsgroepen van de ontvangers in. Stel een flitsgroep (A tot en met E) in voor elke ontvanger.
  • Pagina 123 Configureer elke flitsgroep. Stel op de zender de flitsmodus in voor elke flitsgroep. Druk op < >. Draai aan het wiel < > om een flitsgroep te selecteren en druk vervolgens op < >. De flitsmodus instellen Draai aan het wiel < >...
  • Pagina 124 De flitssterkte en de flitsbelichtingscompensatiewaarde instellen Draai aan het wiel < > om een optie te selecteren en druk vervolgens op < >. Draai aan het wiel < > om de flitssterkte of flitsbelichtingscompensatie af te stellen en druk vervolgens op < >.
  • Pagina 125 Voorzichtig Controleer voor de flitsmodus < > of de ontvangers automatische externe flitsmeting ondersteunen. De ontvangers flitsen niet als ze deze functie niet ondersteunen. In de flitsmodus < > of < > wordt de belichting zodanig geregeld dat standaardbelichting van het hoofdonderwerp wordt verkregen alsof er één flitsgroep wordt gebruikt.
  • Pagina 126 Testflits/modelflits uit ontvangers activeren Een testflits of modelflits ( ) kan in draadloze flitsfotografie met radiotransmissie worden geflitst vanuit Speedlites EL-10 die zijn ingesteld als ontvanger. Druk op < >. Geef de flits. [Flitser testen] Draai aan het wiel < >...
  • Pagina 127 Voorzichtig Modelflits voor de voorzorgsmaatregelen bij een modelflits. Opmerking Als er meerdere zenders zijn ( ), wordt het flitssignaal verzonden naar de hoofdzender.
  • Pagina 128 Opnamen op afstand via ontvangers Speedlites EL-10 die zijn ingesteld als ontvanger kunnen worden gebruikt om op afstand opnamen te maken bij draadloze flitsfotografie met radiotransmissie, waardoor het uitvoeren van opnamen op afstand mogelijk wordt. Druk op < >. Maak de foto. Draai aan het wiel <...
  • Pagina 129 Opmerking De camera neemt op in de enkelbeeld-opnamemodus ongeacht de huidige instelling van de transportmodus. Als er meerdere zenders zijn ( ), wordt het flitssignaal verzonden naar de hoofdzender. < > wordt weergegeven op het LCD-paneel van de zender tijdens het uitvoeren van opnamen op afstand vanaf ontvangers.
  • Pagina 130 Gekoppeld fotograferen Gekoppeld fotograferen wordt ondersteund. Hierbij activeert het fotograferen met de zendercamera automatisch de sluiterontspanning van ontvangercamera's. U kunt gekoppeld fotograferen met in totaal maximaal 16 zender- en ontvangercamera's. Dit is nuttig bij het fotograferen van een onderwerp vanuit verschillende hoeken tegelijk. Voor gekoppeld fotograferen bevestigt u Speedlites of Speedlite-zenders die draadloze flitsopnamen met radiotransmissie ondersteunen op de camera's.
  • Pagina 131 Voorzichtig Het fotograferen gebeurt niet gelijktijdig omdat de ontvangercamera's iets na de zendercamera een opname maken. Voordat u deze stappen uitvoert, bevestigt u een Speedlite of zender op alle camera's die u bij het gekoppeld fotograferen gaat gebruiken. Voor het instellen van andere apparaten raadpleegt u de instructiehandleiding van die apparaten.
  • Pagina 132 Stel de camera in als zender of ontvanger. Draai aan het wiel < > om < > of < > te selecteren en druk vervolgens op < >. Druk op < >. Selecteer de optie aangegeven in (1). Draai aan het wiel < >...
  • Pagina 133 Stel de flitsmodus in. Draai aan het wiel < > om een flitsmodus te selecteren en druk vervolgens op < >. De beschrijvingen naast < > tot en met < > verschillen afhankelijk van de geregistreerde instellingen. Aangepaste flitsmodi voor meer informatie over aangepaste flitsmodi.
  • Pagina 134 Plaats de ontvangercamera's. Plaats alle ontvangercamera's binnen ongeveer 30 m (98,4 ft) vanaf de zendercamera. Controleer of het < >-lampje van ontvangers groen brandt. Maak de foto. Controleer vóór de opname of het < >-lampje van de zender groen brandt. Opnemen met de zendercamera activeert automatisch het opnemen door de ontvangercamera's.
  • Pagina 135 Voorzichtig Overweeg de scherpstelmodusknop van de lens in de stand < > te zetten op ontvangercamera's en de camera's handmatig scherp te stellen voordat u gekoppelde opnamen maakt. Ontvangercamera's kunnen alleen gekoppeld opnames maken wanneer ze met behulp van AF kunnen scherpstellen op onderwerpen.
  • Pagina 136 De Speedlite aanpassen In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u met de gebruikers-/persoonlijke functies (C.Fn/ P.Fn) de Speedlite kunt aanpassen. Voorzichtig Handelingen die in dit hoofdstuk worden beschreven, zijn niet beschikbaar als de Speedlite is bevestigd op een camera die is ingesteld op de Volledig automatische modus of de Basisgebruiksmodus.
  • Pagina 137 Gebruikersfuncties en persoonlijke functies instellen : Gebruikersfuncties : Persoonlijke functies Lijst gebruikersfuncties Lijst persoonlijke functies Alle gebruikersfuncties/persoonlijke functies wissen U kunt de functies van de Speedlite afstemmen op uw fotografievoorkeuren. De functies hiervoor worden gebruikersfuncties en persoonlijke functies genoemd. Persoonlijke functies maken ook aanpassingen mogelijk speciaal voor de EL-10.
  • Pagina 138 : Gebruikersfuncties Druk op de knop < >. Geef het scherm met gebruikersfuncties weer. Draai aan het wiel < > om < > te selecteren en druk vervolgens op < >. Het scherm met gebruikersfuncties wordt weergegeven.
  • Pagina 139 Selecteer een optie om in te stellen. Draai aan het wiel < > om een optie (cijfer) te selecteren om in te stellen. Wijzig de instelling. Druk op < >. Draai aan het wiel < > om een de gewenste optie te selecteren en druk vervolgens op <...
  • Pagina 140 : Persoonlijke functies Druk op de knop < >. Geef het scherm met persoonlijke functies weer. Selecteer < > zoals in stap 2 voor gebruikersfuncties en druk vervolgens op < >. Stel de functie in. Stel de persoonlijke functies in zoals in stap 3 en 4 voor de gebruikersfuncties.
  • Pagina 141 Lijst gebruikersfuncties Aantal Item C.Fn-00 Afstandsindicatieweergave < > C.Fn-01 Automatisch uitschakelen < > C.Fn-08 AF-hulplicht < > C.Fn-10 Ontvanger timer auto uitschakelen < > C.Fn-11 Ontvanger auto uitschakelen annuleren < > C.Fn-13 Flitsbelichtingscompensatie instellen < > C.Fn-19 FE-geheugen < > C.Fn-21 Lichtverdeling <...
  • Pagina 142 Lijst persoonlijke functies Aantal Item P.Fn-01 Dichtheid LCD-paneel < > P.Fn-02 Snelle flits < > P.Fn-03 Flitsen tijdens gekoppeld fotograferen < > P.Fn-04 Instellingen wijzigen met het wiel < >...
  • Pagina 143 Alle gebruikersfuncties/persoonlijke functies wissen Selecteer < > of < > op het scherm hierboven en selecteer daarna < > om alle persoonlijke functies of aangepaste functies te wissen. Voorzichtig Als u alle gebruikersfuncties wist, wordt C.Fn-00 niet gewist. Opmerking U kunt de gebruikersfuncties van Speedlite ook instellen en wissen via het cameramenu ( Alle gebruikersfuncties/persoonlijke functies die zijn geregistreerd in de aangepaste flitsmodi <...
  • Pagina 144 Aanpassen via gebruikersfuncties C.Fn-00: (Afstandsindicatieweergave) U kunt voor de afstandsindicatie op het LCD-paneel meter of voet selecteren. 0: m (Meter (m)) 1: ft (Voet (ft)) C.Fn-01: (Automatisch uitschakelen) Om acculading te besparen, wordt de Speedlite automatisch uitgeschakeld als hij niet wordt bediend gedurende ongeveer 90 seconden, maar deze functie kan worden gedeactiveerd.
  • Pagina 145 C.Fn-10: (Timer ontvanger automatisch uitschakelen) U kunt de tijd instellen waarna automatisch uitschakelen in werking treedt wanneer de Speedlite is ingesteld als ontvanger bij draadloze flitsfotografie met radiotransmissie. < > wordt weergegeven op het LCD-paneel wanneer de ontvanger naar de modus automatisch uitschakelen gaat.
  • Pagina 146 C.Fn-19: (FE-geheugen) U kunt selecteren of de flitssterkte die wordt gehandhaafd in de handmatige modus moet worden geüpdatet op basis van de ETTL-flitssterkte. 0: OFF (Uitgeschakeld) 1: ON (Ingeschakeld) 2: ON / Opmerking C.Fn-19 is ingesteld op [2]; er kunnen geen andere modi dan < >...
  • Pagina 147 C.Fn-22: (Verlichting LCD-paneel) Het LCD-paneel licht op als reactie op het bedienen van een knop of wiel. U kunt deze verlichtingsinstelling wijzigen. 0: 12 sec. (Verlicht gedurende 12 seconden) 1: OFF (Paneelverlichting uitschakelen) 2: ON (blijft aan)
  • Pagina 148 Aanpassen via persoonlijke functies P.Fn-01: (Dichtheid LCD-paneel) De dichtheid voor het LCD-paneel kan in 5 stappen worden afgesteld. P.Fn-02: (Snelle flits) U kunt instellen of de flitser kan afgaan (snelle flits) wanneer het gereed-lampje nog rood knippert (voordat hij volledig opgeladen is), zodat u minder lang hoeft te wachten op het opladen.
  • Pagina 149 P.Fn-04: (Instellingen wijzigen met het wiel) U kunt selecteren of rechtstreekse configuratie van de soort functies aangegeven in de onderstaande afbeelding is toegestaan door simpelweg aan het wiel < > te draaien op schermen zoals dit scherm die worden weergegeven door op < >...
  • Pagina 150 Aangepaste flitsmodi Aangepaste flitsmodi registreren Automatisch updaten annuleren Geregistreerde aangepaste flitsmodi wissen Koppelen aan opnamemodi van de camera De Speedlite kan worden gebruikt met instellingen voor flitsmodi en draadloze functies die u van tevoren hebt geregistreerd. Opmerking In eerste instantie zijn de aangepaste flitsmodi als volgt. •...
  • Pagina 151 Stel de flitsmodus in. Draai aan het wiel < >, selecteer < >, < > of < > en druk vervolgens op < >. De beschrijvingen naast < > tot en met < > verschillen afhankelijk van de geregistreerde instellingen.
  • Pagina 152 Aangepaste flitsmodi registreren U kunt de huidige instellingen van de Speedlite, zoals algemene flitsfuncties, aangepaste functies (behalve C.Fn-00) ( ) en persoonlijke functies ( ), registreren als aangepaste flitsmodi toegewezen aan de modi < > tot en met < >. Druk op de knop <...
  • Pagina 153 Registreer de gewenste items. Draai aan het wiel < > om < > te selecteren en druk vervolgens op < >.
  • Pagina 154 Automatisch updaten annuleren Als u een instelling verandert tijdens een opname in de aangepaste flitsmodus, kan de modus automatisch worden geüpdatet met de nieuwe instelling. Standaard is deze functie ingeschakeld (< >). Druk op de knop < >. Selecteer < >.
  • Pagina 155 Selecteer < >. Draai aan het wiel < > om < > te selecteren en druk vervolgens op < >. De weergave verandert vervolgens in < >.
  • Pagina 156 Geregistreerde aangepaste flitsmodi wissen Op het scherm van stap 3 in Aangepaste flitsmodi registreren selecteert u de aangepaste flitsmodus die u wilt wissen (< >, < > of < >). De algemene flitsfuncties, aangepaste functies (behalve C.Fn-00) ( ) en persoonlijke functies ( worden gewist.
  • Pagina 157 Koppelen aan opnamemodi van de camera Aangepaste flitsmodi kunnen worden gebruikt in combinatie met de aangepaste opnamemodi op de camera. Zie de instructiehandleiding van de camera voor camera- instructies. Welke flitsmodi beschikbaar zijn, is afhankelijk van de opnamemodus van de camera. [E- TTL II-flitsmeting] en [Handmatig flitsen] zijn beschikbaar in de modi <...
  • Pagina 158 Selecteer < >. Draai aan het wiel < > om < > te selecteren en druk vervolgens op < >. De weergave verandert vervolgens in < >. Voorzichtig Wanneer de rol van ontvanger is geregistreerd in een aangepaste flitsmodus, kan die modus niet worden gekoppeld aan opnamemodi van de camera.
  • Pagina 159 Verwijzingen In dit hoofdstuk wordt het flitssysteem beschreven en een aantal veelgestelde vragen beantwoord. • Flitserblokkering als gevolg van temperatuurstijging • Problemen oplossen • Specificaties • Accessoires...
  • Pagina 160 Flitserblokkering als gevolg van temperatuurstijging Temperatuurstijgingswaarschuwing Aantal opeenvolgende flitsen en wachttijd Herhaaldelijk gebruik van continu flitsen of modelflits met een kort interval kan de temperatuur van de flitskop, de batterijen en het gebied rondom het batterijvak doen oplopen. Herhaaldelijk flitsen verlengt geleidelijk het flitsinterval tot ongeveer 4 seconden om te voorkomen dat de flitskop versleten of beschadigd raakt door oververhitting.
  • Pagina 161 47 keer of meer 55 keer of meer minuten Modelflits ( * Zoals gemeten in de handmatige flitsmodus conform de testnormen van Canon. * Maakt gebruik van nieuwe AA/LR6-alkalinebatterijen * 1: Bij het gebruiken van de groothoekadapter Voorzichtig Raak na continu flitsen de flitskop, de accu en het gebied rondom het accuvak niet aan.
  • Pagina 162 Voorzichtig Open of sluit het deksel van het accuvak niet terwijl een flitsbeperking actief is. Hierdoor wordt de flitsbeperking opgeheven, wat potentieel zeer gevaarlijk is. Het flitsinterval wordt langer naarmate de flitskop heter wordt, ook als geen waarschuwingsniveau 1 wordt weergegeven. Nadat een waarschuwing van niveau 1 verschijnt, staakt u het gebruik van de Speedlite gedurende minstens 35 minuten.
  • Pagina 163 Draadloze flitsfotografie met radiotransmissie Gekoppeld fotograferen Los problemen met de Speedlite op aan de hand van de instructies in dit gedeelte. Als het probleem aanhoudt, neemt u contact op met een Canon Service Center. Normale flitsopnamen De flitser gaat niet aan.
  • Pagina 164 Foto's zijn onder- of overbelicht. Stel flitsbelichtingscompensatie in als het hoofdonderwerp er erg donker of erg licht uitziet ( Gebruik FE-vergrendeling als de scène sterk reflecterende voorwerpen bevat ( Bij hogesnelheidssynchronisatie wordt het richtgetal (effectieve flitsbereik) kleiner naarmate de sluitertijd korter wordt. Verklein de afstand tot het onderwerp ( De onderkant van de foto ziet er donker uit.
  • Pagina 165 Draadloze flitsfotografie met radiotransmissie De ontvangers flitsen niet of flitsen onverwacht op vol vermogen. Stel de zender in op < > en de ontvangers op < > ( Gebruik op de zender en de ontvangers dezelfde instellingen voor transmissiekanaal en ID van het draadloze radiosignaal ( Ga na of ontvangers zich binnen het transmissiebereik van de zender bevinden ( Voer een transmissiekanaalscan uit en stel het kanaal met het beste signaal in (...
  • Pagina 166 Gekoppeld fotograferen De standaardbelichting wordt niet geleverd of de belichting is ongelijkmatig. Als meerdere Speedlites tegelijkertijd flitsen bij gekoppeld fotograferen, kan dat een geschikte belichting verhinderen of een ongelijkmatige belichting veroorzaken. Overweeg om slechts één Speedlite te laten flitsen, of gebruik een zelfontspanner om meerdere Speedlites op verschillende tijden te laten flitsen.
  • Pagina 167 Type Type Flitsschoen E-TTL II/E-TTL-autoflash Speedlite Compatibele Camera uit de EOS R-serie met multifunctionele schoen camera's * Raadpleeg de Canon-website voor meer informatie ( Flitskop (licht uitstralende eenheid) Richtgetal normale flits Maximaal richtgetal (bij ongeveer ISO 100) Flitsdekking Lichtverdeling Eenheid...
  • Pagina 168 Richtgetal handmatige flits Maximaal richtgetal (bij ongeveer ISO 100) Flitsdekking Flitssterkte Eenheid 14 mm* 24 mm 28 mm 35 mm 50 mm 70 mm 80 mm 105 mm 12,1 20,7 22,2 25,2 29,6 36,1 37,3 40,5 39,7 67,9 72,8 82,7 97,1 118,4 122,4...
  • Pagina 169 Bouncerichting Bouncehoek (ongeveer) Omhoog 0° 45° 60° 75° 90° Links 0° 60° 75° 90° 120° 150° Bouncehoek Rechts 0° 60° 75° 90° 120° 150° 180° * Klikaanslagen bij de bovenstaande hoeken. * Indirecte flits omlaag is niet mogelijk. Normale flits Flitsduur (ongeveer, Flitsduur (ongeveer, Flitssterkte...
  • Pagina 170 Belichting Flitsstanden en beschikbare functies Flits mode Bevestigd Draadloze radiotransmissie E-TTL II/E-TTL-autoflash* ○ ○ Handmatig flitsen ○ ○ Flitsmodi (belichtingsregelmodi) Aangepast flitsen Volgt de geregistreerde flitsmodus Groepsflitsen ― ○ * 1: Wordt automatisch ingesteld wanneer de opnamemodus van de camera is ingesteld op basisgebruiksmodi.
  • Pagina 171 AA/LR6-alkalinebatterijen 0,1-2,2 seconde 0,1-2,5 seconde Oplaadtijd Ni-MH-batterijen, maat AA 0,1-1,3 seconde 0,1-1,5 seconde * Bij gebruik van nieuwe batterijen, gebaseerd op testnormen van Canon. * Gebaseerd op testnormen van Canon. Normale flits Bezig met opladen Snelle flits (volledig opgeladen) Flitser-gereed-...
  • Pagina 172 AF-hulplicht Het intermitterende AF-hulplicht gaat niet af onder de volgende omstandigheden: - Lens bevestigd: handmatige scherpstelling (< >) - Camera: ingesteld op [Servo AF], of met [AF-hulplicht] ingesteld op [Uitschak.] • Licht uitgestraald Zichtbaar licht • Compatibel AF-systeem Intermitterende CMOS-AF met dubbele pixels flitsmodus •...
  • Pagina 173 Draadloze functies via radiotransmissie Ondersteund Zender * Secundaire en additionele units dienen als sub-zenders Draadloze instellingen Ontvanger Ondersteund Standaarden waaraan wordt IEEE 802.15.4, ARIB STD-T66 voldaan Primaire modulatie: OQPSK Communicatiemethode Secundaire modulatie: DS-SS Transmissiefrequentie 2405–2475 MHz Instelling kanaal Kanaal 1-15: automatisch/handmatig 0000–9999 ID draadloze radiogolflengte Instelling: Handmatig...
  • Pagina 174 Maximaal aantal flitsen Ni-MH-batterijen, maat AA Ongeveer 260-1700 maal * Bij gebruik van nieuwe batterijen, gebaseerd op testnormen van Canon. * Gebaseerd op testnormen van Canon. Ongeveer 9 uur continu Tijd draadloze * Tijd tot de Speedlite uitgaat met flitsen van de zender uitgeschakeld, bij gebruik van draadloze fotografie met radiotransmissie.
  • Pagina 175 Gebruiksomgeving Bedrijfstemperatuurbereik 0-45 °C/32-113 °F Gebruiksvochtigheid 85% of minder Alle bovenstaande technische specificaties zijn gebaseerd op testnormen van Canon. De productspecificaties en de vormgeving van het product kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
  • Pagina 176 Accessoires Het gebruik van originele Canon-accessoires wordt aanbevolen Omdat dit product is ontworpen voor optimale prestaties in combinatie met originele Canon- accessoires, wordt gebruik in combinatie met originele accessoires aanbevolen. Wees u ervan bewust dat Canon niet aansprakelijk kan worden gesteld voor eventuele schade aan dit product en/of ongevallen, zoals een storing, brand enz., veroorzaakt door...