Inbedrijfstelling
Aansluiting gasarmatuur
Elektrische aansluiting
Controles vóór de inbedrijfstelling
Het installeren van de elektra en de
aansluitwerkzaamheden mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door
een erkend elektricien.
Houd u stipt aan de geldende
voorschriften en richtlijnen en
aan het bij de brander
geleverd elektrische schema!
Voordat u overgaat tot de
aansluiting van de brander, moet u er
zeker van zijn dat de brander op
omgevingstemperatuur is. Is dit niet
het geval dan bestaat het risico van
condensatie op de elektronische
componenten met materiële schade
en mogelijke verwondingen tot
gevolg!
Controles vóór de inbedrijfstelling
Vóór de inbedrijfstelling moeten de
volgende punten worden gecontroleerd.
• Montage van de brander volgens de
bijgeleverde handleiding.
• Voorinstelling van de brander conform
opgave insteltabel.
• Instelling van het mengtoestel.
• De warmtebron moet klaar voor
inbedrijfstelling gemonteerd zijn, de
voorschriften voor het gebruik van de
warmtebron moeten worden
opgevolgd.
Aansluiting gasarmatuur
De aansluiting van het gasblok moet
uitgevoerd worden met de stekkers op
de brander. Houd u aan de identificatie
van de vloeistoffen en het elektrisch
schema.
Elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting, dat wil
zeggen het installatiemateriaal evenals
alle geaarde verbindingen en stekkers
moeten conform de specificaties
geplaatst zijn.
De elektrische installatie van de brander
moet volgens het uitgewerkte
elektrische schema voor de
verbrandingsinstallatie uitgevoerd
• Alle elektrische aansluitingen moeten
correct uitgevoerd zijn.
• De warmtebron en het
verwarmingssysteem zijn met water
gevuld, de circulatiepompen zijn in
werking.
• De temperatuurregelaar,
drukregelaar, droogloopbeveiliging en
andere eventueel aanwezige
beveiligende
begrenzingsvoorzieningen moeten
correct aangesloten zijn en
functioneren.
• De rookgaswegen moeten vrij zijn en
de secundaire luchtvoorziening,
indien aanwezig, moet in werking zijn.
09/2011 - Art. Nr. 4200 1041 5000A
worden.
De elektrische aansluiting van de
brander mag alleen door erkende
specialisten uitgevoerd worden.
Letten op:
Tijdens de installatie van de
verbindingskabels moet u zo groot
mogelijke kabellussen kiezen om het
draaien van de keteldeur mogelijk te
maken.
Controleer als de elektrische
aansluitingen klaar zijn, de bekabeling
van het elektrisch circuit van de brander.
Bij deze werkzaamheden moet u ook de
draairichting van de motor van de
aanjager of van de brandstofpomp
controleren.
• Voldoende toevoer van verse lucht
moet gewaarborgd zijn.
• Het verzoek om warmte moet
aanwezig zijn.
• Er moet voldoende gasdruk
beschikbaar zijn.
• De brandstofleidingen moeten
vakkundig gemonteerd en ontlucht
zijn en op lekkages gecontroleerd zijn.
• Een meetplaats volgens de normen
voor de meting van rookgas moet
aanwezig zijn, het rookgastraject tot
en met de meetplaats moet dicht zijn,
zodat de meetresultaten niet worden
vervalst door valse lucht.
33