Gasblok
Apparaat voor dichtheidscontrole
Testbrander
Testbrander
Afhankelijk van de eisen van bepaalde
landen met betrekking tot de installatie
van stoomketels, kan het nodig zijn het
gasblok uit te rusten met een testbrander
(bijvoorbeeld volgens richtlijn TRD 412).
Deze laatste dient voor het ontluchten
van de gasbuizen.
De gastoevoer wordt ingeschakeld met
een druk op de knop (1). De gasstroom
zuigt de vereiste hoeveelheid lucht aan
via de opening in de branderbuis (3). Het
gas/lucht mengsel wordt meegevoerd
naar de kop van de brander (4) en
handmatig ontstoken ter hoogte van de
opening. De gastoevoer duurt zolang de
knop ingedrukt is en stopt zodra deze
losgelaten wordt.
Technische gegevens:
• Type gas:
Gas volgens technische werkblad
DVGW G 260/1, gasfamilies 1, 2, 3
• Omgevingstemperatuur: -15 °C tot
+70 °C
• Inbouwpositie: vertikaal rechtop
• Werkdruk tot: 500 mbar
18
09/2011 - Art. Nr. 4200 1041 5000A
1
Contactdoos Wieland 7P.
3
Filterelement
4
Afdichtingsring Ø 10,5 x 2,25
5
Zekering
T6,3 250V Ø 5 x 20
6
Gele controlelampje brandt:
Afdichtingstest gevalideerd
7
Rode controlelampje brandt:
Afdichtingstest niet gevalideerd
Handmatige reset
8
Houder vervangingszekering
9
Meetnippel pa (p2) Ø 9
pe + 20 mbar
10
Meetnippel pe (p1) Ø 9
Ingangsdruk (elektrische voeding)
Apparaat voor dichtheidscontrole
VPS 504 S02
Werkingsprincipe:
Het controlesysteem test voor elke start
van de brander de afdichting tussen de
veiligheidskleppen en de hoofdkleppen
door een verhoging van de
voedingsdruk.
Het apparaat voor de dichtheidscontrole
wordt elektrisch in serie geschakeld
tussen het thermostaatcircuit en de
branderautomaat.
Plaatsing:
Rechtstreeks op de klep.
Programmaverloop:
Bij het stoppen zijn de veiligheids- en
hoofdkleppen gesloten.
Bij het sluiten van het thermostaatcircuit,
wordt het apparaat van de
dichtheidscontrole onder spanning
gezet, de aanjager verhoogt de
voedingsdruk met 20 mbar.
Na maximaal 30 seconden werking:
- als de afdichtingstest klaar is, licht het
gele controlelampje op, wordt de
voedingsspanning van de
branderautomaat vrijgegeven en
begint het programma.
- als de afdichtingstest niet klaar is, licht
het rode controlelampje op, wordt de
voedingsspanning van de
branderautomaat niet vrijgegeven.
Een handmatige interventie is
noodzakelijk om opnieuw een
controlecyclus te starten. Als de
storing blijft bestaan, vervang dan de
klep.
Instelling:
Het apparaat voor de dichtheidscontrole
hoeft niet ter plaatse ingesteld te
worden.
Test van de werking:
Tijdens de werkingstijd van het apparaat
voor de dichtheidscontrole.
• Open de meetnippel pa. De
veroorzaakte ontsnapping voorkomt
het oplopen van de overdruk, het
apparaat schakelt naar de
veiligheidsstand.
• Sluit de meetnippel pa weer.
• Ontgrendel de veiligheid van het
afdichtingscontroleur door te drukken
op het rode controlelampje.
De afdichtingscontrole start opnieuw en
na 30 seconden gaat de gele lamp
branden en wordt de branderautomaat
onder spanning gezet, die zijn
programma begint.