Service
Onderhoud
Controle / montage van het mengtoestel
Filter vervangen
• De filterzeef van het multiblok (geldt
alleen voor MBC...) moet ten minste
eenmaal per jaar gecontroleerd
worden en vervangen indien
dichtgeslibd (zie pagina 13).
• Bouten van het filterdeksel op het
multiblok losdraaien.
• Filterzeef verwijderen en de houder
reinigen.
• Geen onder druk staand
schoonmaakmiddel gebruiken.
• Filterzeef door een nieuwe zeef
vervangen.
• Deksel weer vastschroeven.
• Handmatige afsluiter weer openen.
• Op lekkages controleren.
• Verbrandingswaarden controleren.
Reinigen van de kap
• Geen chloorhoudende of schurende
middelen gebruiken.
• Kap met water en een
schoonmaakmiddel schoonmaken.
• Kap weer monteren.
Montage mengtoestel
• Controleer de correcte stand van de
O-ring J1 in de gasbocht.
• Controleer de afbuigplaat (reinig deze
als hij vuil of beroet is).
• Controleer de sproeier (vervang deze
als ze verstopt, vuil of beschadigd zijn).
• Controleer de
ontstekingstransformator.
• Controleer de instelling van de
elektroden.
• Controleer de ontstekingskabels.
• Controleer de snelkoppeling van de
olieaansluiting.
• Sluit de ontstekingskabel aan op de
elektroden en de transformatoren (let
op: verwissel niet de aansluitingen
voor olie en gas).
• Breng de verbinding met de olievoeding
tot stand (kleppenblok - oliesysteem).
• Sluit de elektrische verbindingskabels
aan op de elektrokleppen.
• Schuif het mengtoestel in de vlambuis,
zet de bevestigingsschroeven S3 vast.
• Sluit de ionisatiekabel en de
ontstekingskabel aan op het
mengtoestel.
• Sluit de ontstekingskabel aan op de
ontstekingstransformator T1.
Belangrijk
De brander moet opnieuw ingesteld
worden bij iedere verandering van het
gastype, bijvoorbeeld van aardgas E
naar L of LL of omgekeerd.
Er zijn geen wijzigingen van het
mengtoestel noodzakelijk.
Belangrijk
Na elke ingreep: de
verbrandingswaarden onder
bedrijfsomstandigheden controleren
(deuren gesloten, kap gemonteerd,
enz.). Meetwaarden in documenten
verwarmingsruimte noteren.
Belangrijk
Met het oog op de instelling van de
drukbewakers, moeten zij beveiligd
worden tegen elke ontregeling. Dit
kan bijvoorbeeld uitgevoerd worden
door een verfmerkteken aan te
brengen op ten minste één schroef
op het beschermdeksel van de
apparaten.
Na onderhoud van de brander of een
wijziging van de instelling van de
veiligheden op de brander
(drukbewakers bijvoorbeeld), moet
de correcte werking van de
veiligheidssystemen van de brander
gecontroleerd worden. Ook moet, na
het onderhoud van de brander, de
goede werking van het
veiligheidscircuit van de ketel
conform de geldende specificaties
gecontroleerd worden. Deze controle
moet plaatsvinden met goedkeuring
van de exploitant.
09/2011 - Art. Nr. 4200 1041 5000A
Controle van de rookgastemperatuur
• Controleer regelmatig de
rookgastemperatuur.
• Ketel reinigen, als de
rookgastemperatuur de waarde van
de inbedrijfstelling met meer dan
30 °C overschrijdt.
• Om de controle te vereenvoudigen
een rookgasthermometer gebruiken.
45