gebruiksaanwijzing van het toegepaste desinfecteermiddel. Er wordt aanbevolen bij de
desinfectie geschikte handschoenen (bijv. huishoud- of wegwerphandschoenen) te
gebruiken.
6.8.1 Apparaat
Het huis en de netaansluitleiding van het therapieapparaat worden door eenvoudige
wisdesinfectie gereinigd. Wij adviseren hiervoor TERRALIN.
6.8.2 Slangsysteem (lekkagesysteem)
Als desinfectiemiddel adviseren wij GIGASEPT FF. Voer bij het gebruik van GIGASEPT FF
dezelfde stappen uit als beschreven onder „6.2 Reiniging/lekkagesysteem".
Spoel na de desinfectie alle onderdelen grondig af met gedestilleerd water. Laat de
onderdelen helemaal drogen.
Laat het slangsysteem afdruipen. Droog het slangsysteem met het therapieapparaat, zoals
beschreven onder Hoofdstuk 6.2 op pagina 70 .
• De vouwslang WM 24130 (transparant) kan in tot 70 °C warm water worden
gereinigd. Een sterilisatie is niet toegestaan.
• De vouwslang WM 24120 (grijs) kan met apparaten overeenkomstig EN 285
gestoomsteriliseerd worden. Temperatuur: 134 °C, Minimale contactduur
3 minuten. Let op de EN 554 c.q. ISO 11134 met betrekking tot de validering
en de bewaking.
6.8.3 Slangsysteem (ventielsysteem)
Slangsystemen met patiëntenventiel zijn niet geschikt voor hergebruik.
Let hiervoor op de bijgevoegde gebruiksaanwijzing.
6.8.4 Zuurstofsensor
De buitenkant van de zuurstofsensor wordt door een eenvoudige wisdesinfectie gereinigd.
Een verdere reiniging of hygiënische voorbereiding is niet mogelijk. Wanneer de
zuurstofsensor werd gebruikt voor een patiëntenwissel zonder bacteriënfilter moet deze
worden vervangen.
6.8.5 Accessoires
Voor de desinfectie c.q. sterisilatie van de accessoires zie het hoofdstuk „Hygiënische
voorbereiding" in de betreffende gebruiksaanwijzingen.
74
NL
Hygiënische voorbereiding