Of er een geheugenkaart in het apparaat aanwezig is en therapiegegevens geregistreerd
worden, herkent u aan het symbool
de geheugenkaart defect, niet aanwezig of werd deze nog niet door het apparaat herkend.
Voorzichtig!
U mag de geheugenkaart alleen eruit halen als op dat moment geen gegevens op
de kaart worden geschreven. Anders kan er verlies van therapiegegevens optreden.
Beëindig de therapie voordat u de geheugenkaart eruit haalt. Controleer in de
statusregel of het symbool
in de statusregel verschijnt, kunt u de geheugenkaart er veilig uit halen.
Aanwijzing:
De SD-kaart kan pas tijdens de beademingswerking door het apparaat herkend
worden. Neem het apparaat, na het inzetten van de geheugenkaart, kort in bedrijf
tot de SD-kaart herkend wordt en het symbool
weergegeven.
Om de geheugenkaart te verwijderen gaat u als volgt te werk:
Om de geheugenkaart weer in te voeren, gaat u als volgt te werk:
1. Trek aan de rubberen afdekking om bij de invoer van de geheugenkaart te komen.
2. Schuif de geheugenkaart terwijl de hoek met de uitsparing omhoog wijst in de invoer.
3. Druk kort op de kaart zodat de kaart met behulp van het veermechanisme in het
apparaat kan inklikken.
4. Dek de invoer voor de geheugenkaart met behulp van de rubber afdekking weer af.
66
NL
Bediening
in de statusregel. Als het symbool niet verschijnt is
wordt weergegeven. Wanneer het symbool
1. De invoer voor de geheugenkaart bevindt zich aan de
zijkant van het apparaat onder een rubberen
afdekking. Trek aan de rubberen afdekking om bij de
geheugenkaart te komen.
2. Om de geheugenkaart te verwijderen, drukt u kort op
de in het apparaat aanwezige geheugenkaart. Een
veermechanisme transporteert de geheugenkaart nu
een stukje naar buiten.
3. Verwijder de geheugenkaart.
4. Dek de invoer voor de geheugenkaart met behulp van
de rubber afdekking weer af.
in de statusregel wordt
niet