5.12.1 Apparaat geheel uitschakelen
Als het apparaat op de netvoorziening is aangesloten, kan het niet compleet uitgeschakeld
worden. Om het apparaat vanuit de netwerking compleet uit te schakelen, schakelt u het
apparaat ind e stand-by-modus en koppelt u de netsaansluitleiding van de netvoorziening
los. Voor een optimale acculading adviseren wij u echter het apparaat niet van de
stroomvoorziening te scheiden.
Om het het apparaat in de accuwerking helemaal uit te schakelen, wisselt u eerst in de
stand-by door de in-/uitschakeltoets ca. 2 seconden lang ingedrukt te houden tot het
blaaswerk uitschakelt. Druk daarna opnieuw minstens 2 seconden lang op de in-/
uitschakeltoets tot het apparaat helemaal uitschakelt en het display uitgaat.
5.12.2 Mobiele controle van de therapiegegevens
Het therapieapparaat beschikt over een geheugenkaartlezer voor SD-kaarten met behulp
waarvan therapiegegevens op een geheugenkaart kunnen worden opgeslagen. In overleg
met de behandelende arts kunnen op die manier de therapiegegevens van de patiënt
onafhankelijk van de standplaats van het apparaat worden uitgelezen omdat de gegevens
op de geheugenkaart getransporteerd kunnen worden.
Op de geheugenkaart worden de volgende gegevns opgeslagen:
– Therapiedruk in hPa
– respiratorische flow in l/min
– volume, lekkage gecorrigeerd, in ml
– Actuele ademfase
– Gemiddelde lekkageflow in l/min
– Actuele verhouding Ti/T in %
– Actuele ademfrequentie in 1/min
– Verhouding spontane inspiratie tot totaal percentage van de inspiraties in %
– Verhouding spontane expiratie tot totaal percentage van de expiraties in %
– Tidal volume van de laatste inspiratie in ml
– Gemiddeld ademminutenvolume in ml/min
– Actuele fysiologische alarmen
– Actuele technische alarmen
– Actuele waarschuwingen
Deze gegevens kunnen met behulp van de software VENTIviews van de geheugenkaart
uitgelezen en weergegeven worden.
NL
Bediening
65