4.6 Bacteriënfilter aansluiten
Voorzichtig!
Het bacteriënfilter vormt een extra weerstand in de luchtstroom. Dit kan een
verandering van het reactievermogen van de trigger bewerkstelligen. Bij een
achteraf aangesloten bacteriënfilter moet de arts daarom de apparaatparameters
controleren en eventueel opnieuw instellen.
Aanwijzing:
Het bacteriënfilter mag niet langer dan 24 uur aan het apparaat worden gebruikt.
Let op de aanwijzingen over de gebruiksduur onder „6. Hygiënische
voorbereiding" op pagina 69.
Als het therapieapparaat bestemd is voor de toepassing door verschillende patiënten (bijv.
in het ziekenhuis), moet ter bescherming tegen infecties een bacteriënfilter worden
gebruikt.
4.6.1 Lekkagesysteem
WM 24148
4.6.2 Ventielsysteem
WM 27591
Wanneer bovendien een bevochtiger en/of een zuurstofsensor aangesloten moet worden,
moet een andere volgorde worden aangehouden.
44
NL
Opstelling van het apparaat
In combinatie met een lekkagesysteem gebruikt u het
bacteriënfilter WM 24148.
Wanneer het bacteriënfilter alleen wordt gebruikt, wordt
dit direct aan de uitgang van het apparaat aangesloten
en de beademingsslang op het bacteriënfilter gestoken.
In combinatie met een ventielsysteem gebruikt u het
bacteriënfilter WM 27591.
Wanneer het bacteriënfilter alleen wordt gebruikt, wordt
dit direct aan de uitgang van het apparaat aangesloten
en de beademingsslang op het bacteriënfilter gestoken.