De correcte plaats van inbouw is bepalend voor de kwaliteit van de klank, een luidspreker die zonder goede klankkast
zomaar ergens in de loc bevestigd wordt, kan nooit een mooi klankbeeld geven. Wees daarom zorgvuldig in de keuze van de
inbouwplaats en het creëren van een resonantie ruimte.
De luidspreker moet zodanig in de loc geplaatst worden dat de galm ongehinderd uit de loc kan.
Gelieve de luidspreker met de grootste zorg te behandelen. Oefen geen druk uit en raak de membraan niet aan! De magneten
van de luidspreker zijn zeer sterk. Houd dus alle metalen voorwerpen uit de buurt en maak de luidspreker vast bij het
solderen van de draden, anders zal volgens ons de luidspreker door de soldeerbout aangezogen wordt, en vernield kunnen
worden.
De luidspreker wordt aan beide donkerbruine lipjes van de LokSound module aangesloten. Let erop dat u uitsluitend aan de
nevenstaand aangeduide plaatsen (aan het kleine geleideplaatje buiten) voldoende met een kleine soldeerbout (max 20Watt)
de lipjes aan soldeert. De polarisatie is hierbij van geen belang.
3.1.5 Aansluiten van extra functies
Je kan met de licht- en functieuitgangen gelijk welke verbruiker schakelen, in zoverre dat de maximale stroomafname niet
overschreden wordt (let daarbij op de technische gegevens in het begin van deze handleiding). In elk geval geldt hierbij dat
erop gelet moet worden dat de overstroomzekering van de decoder zeer intensief werkt en bij noodgeval alle functies tegelijk
uitschakelt.
Gebruik daarom enkel gloeilampen van 16V of hoger met een nominale stroom van 50mA. Gloeilampen hebben bij het
aanschakelen een zeer hoge stroom nodig die mogelijk de overstroom zekering kan aanspreken.
Gebruik bij locs, van dewelke licht en functieuitgangen volgens Fig. 2 geschakeld zijn alleen digitale rookgeneratoren, vb
Seuthe Nr11. Andere rookgarnituren hebben te veel stroom nodig. Er zijn rookgeneratoren in de handel die meer dan 250mA
stroom opnemen.
Locs die als in Fig. 3 geschakeld worden hebben nog altijd een analoge rookgarnituur nodig zoals Seuthe Nr10.
Let erop dat de maximaal toelaatbare stroom voor functieuitgangen zeker niet overschreden wordt en vermijdt kortsluitingen
tussen de uitgangen. De uitgangen van de LokSound Decoder zijn wel zwaar gezekerd wanneer nochtans een externe
spanning aan de uitgangen aangelegd wordt, kunnen de uitgangen vernield worden.
3.1.6 Aansluiting van de wielsensor
Om de stoomuitstoten te synchroniseren met het draaien van de wielen kan (moet echter niet) een externe sensor gebruikt
worden. De sensoringang wordt in Fig. 6 beschreven.
De LokSound Decoder ondersteunt de inzet van reedcontacten of mechanische contactgevers. Indien een reed-contact
gebruikt moet worden, moet voor elke stoomstoot een miniatuurmagneet (kit Cr, vraag ernaar bij uw dealer) aan de
aandrijfas zo worden aangebracht dat de magneet bij elke wielomwenteling het reedcontact bedient. Als reedcontact hebben
de kleine miniatuur reed-contacten hun waarde bewezen, omdat ze prijsgunstig in de elektronica handel te verkrijgen zijn.
Algemeen kunnen alle tweepolige (mechanische) contactgevers gebruikt worden die zonder potentiaal (dus niet tegen de
collectormassa) schakelen. Eer de wielsensor werkt, moeten nog diverse configuratiewaarden ingesteld worden. Zie hiervoor
Hoofdstuk 5.2.4 op bladzijde 21
8
Voor het verkrijgen van een optimale klank moet de
luidspreker ontegensprekelijk in een echokapsel worden
ingebouwd. Daardoor wordt de geluidsdruk vergroot en de
richting gekanaliseerd. Zonder de inzet van een kunststof
klankkast zal de klank mogelijkerwijze niet aan uw eisen
voldoen. Een passende luidsprekerbox is voor elke
luidspreker voorzien. De luidspreker zou nauwsluitend in
de klankkast moeten passen.
Gebruikshandleiding LokSound / LokSoundXL V3.2