Fig. 2 Aansluiting in locs met geïsoleerde extra functie en gelijkstroom motor
Fig. 3 Aansluiting in locs met extra functies tegen de aarding van de behuizing en gelijkstroom motor
3.1.3 Locs zonder adapter
Spijtig genoeg bezitten niet alle locs een digitale adapter. Bij deze locs wordt de bekabeling een beetje uitwendig.
Trek alle huidige kabelverbindingen binnenin de loc los en let ook op de aansluiting naar de aarding van de locomotiefkast.
Deze beide motoraansluitingen moeten zeker zonder potentiaal zijn. Mogen zodus geen verbinding met het chassis of met de
wielen/stroom-afnemers hebben. In het bijzonder bij de ombouw van Fleischmann Locs worden deze altijd weer over het
hoofd gezien.
Gelieve na een succesvolle aansluiting alle verbindingen na te meten met een ohmmeter, zoek speciaal naar kortsluitingen
tussen de motor- en de spooraansluitingen.
Het vervolg hangt af van hoe de licht- en extra functies in de loc geschakeld zijn.
a)
De lampen/functies zijn met een gemeenschappelijke aansluiting tegenover het chassis van de loc geïsoleerd
(zodus zonder potentiaal) De benodigde aansluiting wordt in Fig. 2 getoond.
b)
De lampen/functies zijn gemeenschappelijk aan de massa van de loc geschakeld (vb. bijna alle Märklin®-
locomotieven alsook oudere Fleischmann- of Roco locs). Dit geval vindt u in Fig. 3
Laat je a.u.b. niet in de war brengen dat in Fig. 2 als ook Fig. 3 zowel de aansluiting van een gelijkstroom- of klokanker
motor wordt getoond. Hoe een wisselstroommotor aangesloten wordt ziet u op Fig. 5
• De rode kabel wordt aan de rechtse stroomafnemer (de middengeleider bij wisselstroom modellen) de zwarte kabel aan de
linkse stroomafnemer (bij wisselstroom de buitengeleider) aangesloten.
• De gloeilampen achteraan worden aan de gele draad gekoppeld, de lampen vooraan aan de witte draad.
6
Gebruikshandleiding LokSound / LokSoundXL V3.2