Let er zeer goed op dat de beide klemmen niet verwisseld worden en steeds de correcte aansluitingen gebruikt worden. Een
verkeerde aansluiting op deze plaats kan – ongeacht alle voorzorgsmaatregelen – de vernietiging van de bouwsteen tot
gevolg hebben.
Aan de klem 1-1 wordt de rechtse spoorstaaf, aan de klem 1-2 de linkse spoorstaaf aangesloten. Voor de motor zijn de drie
klemmen 1-3, 1-4 en 1-6 voorzien. Bij het aansluiten van een gelijkstroom- of een klokanker motor worden alleen de
klemmen 1-3 en 1-6 gebruikt. Voor details kijk naar paragraaf 3.2.3.1 of 3.2.3.2.
Aan de klemmen 1-4 en 1-5 kan een wielsensor aangesloten worden. Gedetailleerde informatie vind u hierover in paragraaf
3.2.6.1
De luidspreker wordt aan de klemmen 1-8 en 1-9 aangesloten. De inbouw in de loc zelf wordt in paragraaf 3.2.4 uitgediept.
Klem 2 dient enkel en alleen voor de aansluiting van licht- en extra functies.
Let er a.u.b. op dat alle uitgangen aan de klem 2-9 (positieve bedrijfspanning) geschakeld worden. Verdere informatie over
3.2.5.2 tot 3.2.5.3
de functieuitgangen vindt u in paragraaf
3.2.3 Aansluiting van motoren
3.2.3.1 Aansluiting aan een gelijkstroom- of klokanker motor
Conform aan het algemeen aansluitingsschema op bladzijde 11. Let erop dat bij vele modellen eventueel voorziene
ontstoorcondensators aan de motortoevoerleidingen behouden moeten blijven. Al naargelang het type van motor (Bühler,
Mabuchi, Faulhaber) zijn verscheidene parameters voor de regeling van de last nodig, die overeenkomstig aangepast moeten
worden om goede rijeigenschappen te verkrijgen. Zie hoofdstuk 5.2.1
Let op de aansluiting van de motor. Klem 1-3 en 1-6 worden hier gebruikt, daartussen blijven twee klemmen vrij!
3.2.3.2 Aansluiting van een wisselstroommotor (motor met veldspoelen)
Om de ombouw van oudere spoor I locs met wisselstroommotor (motor met veldspoelen) te vergemakkelijken kunnen deze
motoren direct aan de LokSoundXL Decoder aangesloten worden
De veldspoel wordt aan de klemmen 1-3 en ook 1-6 aangesloten. Het onderling verwisselen van de aansluitdraden verandert
de rijrichting. De ontstoorcondensator hangt met één zijde aan de collectoraansluiting van de motor, de andere wordt aan
klem 1-4 van de decoder aangesloten. Van zodra een wisselstroommotor aangesloten is, wordt de lastregeling van de
LokSoundXL Decoder automatisch gedeactiveerd. Wisselstroommotoren kunnen in principe niet last geregeld worden.
Fig. 7 Aansluiting aan een Märklin wisselstroommotor
10
Gebruikshandleiding LokSound / LokSoundXL V3.2