BD Kiestra™ WCA-gebruikershandleiding
Het pipetrek het dichtst bij de achterzijde (het verst weg van de gebruiker) is nummer 1.
l
Het eerstvolgende rek, richting de voorzijde, is nummer 2 en het laatste is nummer 3.
De schermafbeeldingen in deze paragraaf tonen een InoqulA+™ die is geconfigureerd met
twee pipetrekken. Als uw InoqulA+™ drie pipetrekken heeft, volg dan de instructies voor
alle rekken.
4. Als de pipetafvalcontainer vol is, verwijder dan de houder en gooi de pipetpunten weg op
een daarvoor bestemde afvallocatie. Vervang de afvalcontainer voor pipetpunten en zorg
ervoor dat het deksel is verwijderd. Als de afvalcontainer voor pipetpunten is bedoeld voor
eenmalig gebruik, kunt u deze in zijn geheel weggooien en vervangen door een nieuwe.
Nadat u de pipetpuntrekken hebt geladen, moet u de rekken invoeren in de
InoqulA-software voordat u begint met volautomatische verwerking.
6.4.2
Pipetpuntrekken invoeren in de InoqulA-software
1. Selecteer in het hoofdmenu Rack Holder Overview (Overzicht rekhouders).
2. Selecteer rechtsonder in het scherm het gewenste pipetpuntrek. Er wordt nu
gedetailleerde informatie over de status van de pipetpuntvoorraad getoond.
Rode stippen duiden de lege pipetpuntposities aan.
l
Witte stippen duiden de ongebruikte pipetpunten aan.
l
3. Selecteer Edit rack (Rek bewerken). In de schermweergave wordt de achtergrond nu geel
weergegeven.
66
OPMERKING