verwijderingsstapelaar om werk op een verwijderde schaal te hervatten
informatie over het gebruik van de kwalificatie General Output (Algemene uitvoer) voor
een aangepaste verwijderingsstapelaar), of
u selecteert het tabblad Incubation Type (Incubatietype) om een incubatietype toe te
l
wijzen aan de stapelaar en vink vervolgens het gewenste incubatietype aan.
7. Sluit DB Manager.
8. Selecteer het gewenste profiel en dan OK.
9. Als u van profiel bent gewisseld, moet de InoqulA-software worden herstart.
22.3
Sortering bij de stapelaars in ProceedA-software
In de ProceedA-software worden de uitvoerstapelaars van de ReadA Compacts
geconfigureerd.
De eerste ReadA™ Compact die is verbonden met de WCA-transportband, wordt SelectA, de
tweede ReadA™ Compact wordt SelectA2, etc. De stapelaars worden aangemerkt als
stapelaar1, stapelaar2, etc. Als u bijvoorbeeld de eerste stapelaar van de eerste
ReadA™ Compact wilt configureren, selecteert u SelectAstacker1 (SelectAstapelaar1).
Als u een ReadA™ Compact-stapelaar wilt configureren:
1. Open op het ProceedA-werkstation de DB Manager-toepassing.
2. Selecteer in het linkermenu Workstations (Werkstations).
3. Selecteer in het linkerdeelvenster de + links van ProceedA om de ProceedA-modules weer
te geven.
4. Selecteer in het linkerdeelvenster de + links van ModularPart om de submodules weer te
geven.
5. Selecteer in het linkerdeelvenster de stapelaar die u wilt configureren.
6. Selecteer in het rechterdeelvenster het toepasselijke tabblad voor sorteren en vink de
gewenste sorteerparameter aan.
7. Sluit DB Manager.
22 - Sortering bij de stapelaars
voor
221