BD Kiestra™ WCA-gebruikershandleiding
van het geïnoculeerde monster van invloed op de totale mate van groei en het aantal
geïsoleerde kolonies.
23.4
Een spreidpatroon selecteren op basis van het monstertype
Door een specifiek spreidpatroon te selecteren kan de verdeling van de kolonies op de schaal
en het aantal geïsoleerde kolonies worden geoptimaliseerd voor elk monstertype. Bij de
selectie van een spreidpatroon moet een evenwicht worden gezocht tussen het verwachte
gehalte aan microben (CFU/mL) in het monster en de tijd die nodig is om het patroon te
voltooien.
23.4.1
Monsters zonder urine
Hieronder wordt een aantal richtlijnen vermeld voor het selecteren van patronen voor
monsters zonder urine.
De volgende patronen zijn patronen met kwadranten:
Quadrant pattern 18 (kwadrantpatroon 18) is geschikt voor vermoedelijk steriele monsters
l
of monsters waarvan het verwachte gehalte aan microben laag is. Voorbeelden zijn liquor,
gewrichtsvocht en steriele weefselmonsters. Gebruik dit patroon niet voor monsters met
een hoog gehalte aan microben, zoals monsters van ontlasting en een subcultuur op een
verrijkte bouillon met niet-selectieve media.
Quadrant Pattern 19 (kwadrantpatroon 19) is geschikt voor steriele en niet-steriele
l
monsters of monsters met een laag tot hoog gehalte aan microben. Voorbeelden zijn
luchtwegmonsters, wondmonsters en ontlasting.
Quadrant Pattern 20 (kwadrantpatroon 20) wordt gebruikt voor monsters met een hoog
l
gehalte aan microben waarbij het lastig is om geïsoleerde kolonies te verkrijgen.
Voorbeelden zijn monsters van ontlasting en een subcultuur op een verrijkte bouillon.
De volgende patronen zijn zigzagpatronen:
Zigzag pattern 4 (zigzagpatroon 4) wordt gebruikt voor eenvaksschalen. Dit patroon
l
produceert bevredigende resultaten voor monsters met een laag tot gemiddeld gehalte aan
microben en voor monsters met een hoog gehalte aan microben waarbij selectieve media
worden gebruikt. Voorbeelden van monsters met een hoog gehalte aan microben zijn
ontlasting en een subcultuur op een verrijkte bouillon.
Zigzag Pattern 6 (zigzagpatroon 6) wordt gebruikt in combinatie met tweevaksschalen. Dit
l
patroon produceert bevredigende resultaten voor monsters met een laag tot gemiddeld
gehalte aan microben en voor monsters met een hoog gehalte aan microben waarbij
selectieve media worden gebruikt. Voorbeelden van monsters met een hoog gehalte aan
microben zijn ontlasting en een subcultuur op een verrijkte bouillon.
23.4.2
Urinemonsters
De twee zigzagpatronen zijn geschikt voor de kwantificering van urinemonsters.
Zigzag pattern 4 (zigzagpatroon 4) wordt gebruikt voor eenvaksschalen.
l
Zigzag Pattern 6 (zigzagpatroon 6) wordt gebruikt voor tweevaksschalen.
l
23.5
Methode van aanbrengen van monsters
De methode voor het aanbrengen van monsters verschilt per monstertype.
224