4. Als er bestaande rekinformatie verwijderd moet worden, selecteer dan Clear rack (Rek
wissen). De informatie in het veld Rack code (Rekcode) (A) wordt gereset.
5. U kunt de barcode van de monsterhouderrekken in de geselecteerde rekhouder scannen
met de handscanner, maar u kunt ook het rekbarcodenummer in het veld invoeren en
bevestigen door op Enter te drukken.
6. De barcode wordt weergegeven in het veld Rack code (Rekcode) (A). Er wordt een
grafisch overzicht van het monsterrek weergegeven (B). De letters en nummers
corresponderen met de rijen en de kolommen (C) van het monsterhouderrek. Bij nieuwe
rekken worden alle posities aangegeven met een witte cirkel voor weergave van een vol
rek met monsterhouders.
7. Vergelijk de weergave op het scherm met het monsterrek zelf en controleer of het aantal
monsterhouders overeenkomt. Een witte cirkel duidt erop dat er een monsterhouder op die
positie aanwezig is. Als er een kleine zwarte stip wordt weergeven, bevindt er zich geen
monsterhouder op die positie.
Door – of + te selecteren, kunt u het aantal monsterhouders wijzigen.
l
Door −10 of +10 te selecteren kunt u het aantal monsterhouders wijzigen met
l
eenheden van 10.
8. Als u wijzigingen ongedaan wilt maken, selecteer dan Undo changes (Wijzigingen
ongedaan maken). De instellingen worden verwijderd, en u verlaat het scherm Rack
Overview (Overzicht rekken).
6 - Procedure voor volautomatische monsterverwerking
57