3. Selecteer de toepasselijke workflowvoorwaarde of meerdere voorwaarden tegelijk door de
Ctrl-toets ingedrukt te houden tijdens de selectie.
4. Selecteer OK. De geselecteerde workflowvoorwaarden worden rechts van de processtap
weergegeven.
20.6.9
Workflowvoorwaarden bewerken
1. Dubbelklik op het pictogram van de workflowvoorwaarde die u wilt bewerken. Het venster
Edit workflow (Workflow bewerken) wordt weergegeven.
2. Wijzig de beschrijving.
3. Selecteer een sjabloon in het vervolgkeuzemenu.
4. Selecteer OK.
5. Selecteer de bewerkte workflowvoorwaarde en sleep die naar de processtap waaraan de
voorwaarde moet worden gekoppeld als deze waar is.
6. Herhaal de stappen totdat alle gewenste workflowvoorwaarden bewerkt zijn.
20.6.10 Processtappen en workflowvoorwaarden verwijderen
1. Selecteer in het venster Program editor (Programmabewerking) de processtap of de
workflowvoorwaarde die u wilt verwijderen.
2. Selecteer de rode X in de menubalk.
20.6.11 Een bestaand programma bewerken
1. Selecteer in het hoofdmenu Programs (Programma's).
2. Selecteer een programma in de lijst en vervolgens Edit (Bewerken) om het venster
Program editor (Programmabewerking) te openen.
3. Bewerk de programmastappen en/of de workflowvoorwaarden door te dubbelklikken op de
pictogrammen.
4. Voer de gewenste wijzigingen uit met betrekking tot het programma.
20.6.12 Een programma verwijderen
1. Selecteer het gewenste programma in de lijst.
2. Selecteer Delete (Verwijderen).
20.7
Het monsterpotje TLC configureren
Het monsterpotje TLC is een mechanisme dat u kunt gebruiken om een analyseset met een
schudstap te koppelen aan een monstergroep. De verwerking van een monsterpotje uit de
geselecteerde monstergroep start vervolgens met deze schudstap.
20.7.1
Een monsterpotje TLC aan een monster koppelen
1. Selecteer in het hoofdmenu TLC.
2. Selecteer in het TLC-venster het tabblad Sample Jar TLC (Monsterpotje TLC).
3. Dubbelklik het toepasselijke monsterpotje.
20 - De hoofddatabase configureren
199