Schalenroute voor het voorbeeldprogramma voor interne incubatie
1. De schaal wordt bewaard in een ReadA™ Compact voor incubatie gedurende 24 uur bij
35 °C in een O
2. Na 23 uur incubatie (24 uur – marge van 60 minuten) wordt de schaal gemarkeerd als klaar
voor beeldvorming. De werkelijke tijd voor het maken van een afbeelding hangt af van de
andere taken die de ReadA™ Compact moet uitvoeren, en de instellingen voor de
prioritering van schalen.
3. Tijdens de stap voor het maken van afbeeldingen worden vier afbeeldingen gemaakt.
4. De schaal wordt teruggezet in de incubator voor een extra incubatie van 24 uur.
5. Een tweede stap voor het maken van een afbeelding wordt uitgevoerd na incubatie van
47 uur (48 uur – marge van 60 minuten).
6. Na de tweede stap voor het maken van een afbeelding wordt de stap voor herhaling van de
incubatie gestart. De schaal wordt gedurende 6 uur geïncubeerd met een marge van
350 minuten (5 uur en 50 minuten). De voorwaarden van deze stap worden elke
10 minuten geëvalueerd.
7. Wanneer de voorwaarde 'Schaal te oud' waar is, wordt de schaal naar de afvalstapelaar
gestuurd. Een schaal wordt na zeven dagen als te oud beschouwd. Deze waarde kan niet
worden gewijzigd.
20.8.2
Externe incubatie
Het voorbeeldprogramma voor externe incubatie wordt gebruikt voor incubatie van schalen in
een externe incubator.
Schalenroute voor het voorbeeldprogramma voor externe incubatie
1. De schaal wordt getransporteerd naar de uitvoerstapelaar die is toegewezen aan het
toepasselijke incubatietype voor dit programma.
2. De technicus pakt de schaal van de stapelaar en incubeert de schaal in een externe
incubator.
-atmosfeer.
2
20 - De hoofddatabase configureren
201