BD Kiestra™ WCA-gebruikershandleiding
17.2
Methoden voor reiniging
Gebruik alleen de aanbevolen reinigingsmiddelen/ontsmettingsmiddelen.
Volg de aanwijzingen van de fabrikant voor de juiste voorbereiding (indien
reinigingsmiddelen/ontsmettingsmiddelen die in uw laboratorium worden
Er zijn drie benaderingen van reiniging, die alle drie acceptabel zijn in specifieke situaties:
Alleen droog reinigen
l
Alleen nat reinigen/desinfecteren
l
Combinatie van droog en nat reinigen/desinfecteren. De juiste volgorde bij droog reinigen
l
voorafgaand aan nat reinigen/desinfecteren is:
1. Droog reinigen met een stofzuiger met een HEPA-filter en/of een bezem om stof en
deeltjes te verwijderen.
2. Nat reinigen/desinfecteren om materiaal dat zich aan oppervlakken hecht te
verwijderen, evenals eventuele micro-organismen op oppervlakken.
In de
19.3 Reinigingstabel
reinigingsmethode vermeld.
SCHAKEL DE VOEDING VAN ALLE APPARATUUR UIT VOORDAT U BEGINT MET
REINIGEN, OM LETSEL DOOR BEWEGENDE DELEN TE VOORKOMEN (TENZIJ
HOUD ER REKENING MEE DAT BEPAALDE ELEKTRISCHE COMPONENTEN IN
DE OPLOSSING ONDER SPANNING BLIJVEN STAAN. PC's EN MONITORS
MOETEN WORDEN UITGESCHAKELD ALS NAT REINIGEN VEREIST IS.
DRAAG ALTIJD PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN (LABJAS,
HANDSCHOENEN, VEILIGHEIDSBRIL) TIJDENS HET REINIGEN VAN DE
17.2.1
Droog reinigen
Gebruik het volgende om stof en kleine deeltjes te verwijderen van modules en de
werkoppervlakken:
Een borsteltje of microvezeldoekje om de sensors te reinigen
l
Microvezeldoekjes voor scannervensters
l
152
VOORZICHTIG
noodzakelijk) en het juiste gebruik van de
gebruikt.
worden de reinigingsactiviteiten en de aanbevolen
WAARSCHUWING
ANDERS VERMELD).
WAARSCHUWING
OPLOSSING.