Doppler-modus
Wanneer een compatibele Radar is aangesloten is de Doppler-modus beschikbaar.
Doppler-modus — inschakelen en uitschakelen
De Doppler-modus wordt ingeschakeld in het hoofdmenu: Menu > Doppler.
Wanneer de Doppler-modus is ingeschakeld, verandert het kleurenpalet naar het standaard
Doppler-palet, alle naderende objecten zijn rood en alle objecten die van u af bewegen zijn groen.
De Doppler-modus wordt onderbroken bij bereiken van 12 nm en meer. Het Radar-kleurenpalet blijft
hetzelfde, maar objecten worden niet gemarkeerd.
Doppler-modus — kleurenpaletten
Doppler heeft unieke kleurenpaletten, die ervoor zorgen dat rode en groene Doppler-objecten goed
kunnen worden onderscheiden van het Radar-beeld. Wanneer Doppler is ingeschakeld, zijn in de
standaard kleurenpaletinstelling alleen de unieke Doppler-kleurenpaletten beschikbaar: Doppler
grijs, Doppler blauw en Doppler geel.
De kleurenpaletten kunnen worden geselecteerd in het tabblad Presentatie: Menu > Instellingen >
Presentatie.
Vereisten voor Doppler-gegevensbron
Om de Doppler-radarfuncties te gebruiken, moeten de volgende gegevensbronnen beschikbaar zijn
in uw systeem (bijv. aangesloten op uw multifunctionele display, via SeaTalkng ® of NMEA 0183).
Vereiste gegevensbronnen
Gegevenstype
COG (Course Over Ground, grondkoers)
SOG (grondsnelheid)
Aanbevolen gegevensbron
Gegevenstype
HDG / HDT (ware koers)
214
Voorbeeld gegevensbron
GPS- of GNSS-ontvanger (interne ontvanger of
externe ontvanger MDF).
GPS- of GNSS-ontvanger (interne ontvanger of
externe ontvanger MDF).
Voorbeeld gegevensbron
Kompas of stuurautomaatsensor met gegevens
voor snelle koersbepaling (bijv. Evolution EV-1
/ EV-2).