1.
Afbeeldingen eerste objectinterceptie
2. Feitelijke scheepsbewegingen voor het uitvoeren van een rendezvous.
9.10 Ankermodus
Wanneer uw schip voor anker ligt, kunt het beste de ankermodus gebruiken. De ankermodus
gebruikt de GNSS (GPS)-positie van uw schip om uw locatie vast te leggen wanneer uw anker
de (zee)bodem raakt. De ankermodus berekent of uw schip het anker heeft gesleept vanaf de
oorspronkelijke locatie, gebaseerde op gespecificeerde waarden, en activeert vervolgens het Alarm
voor krabbend anker. Om het alarm voor krabbend anker te activeren, moet de wizard 'Voor anker
gaan' zijn uitgevoerd.
Opmerking:
Ankermodus houdt geen rekening met de effecten die getijden kunnen hebben op de waarden
voor kettinglengte of diepte.
Voordat de ankermodus kan worden gebruikt, heeft het systeem de volgende gegevens nodig:
• GNSS (GPS)-positie — via een verbonden ontvanger.
• Diepte — via een verbonden transducer.
• Lengte van uw schip (voorsteven naar achtersteven)— waarde die is gespecificeerd in het veld
Scheepslengte.
• Afstand tot GNSS (GPS)-ontvanger vanaf de voorsteven van het schip — waarde gespecificeerd in
het veld Afstand voorsteven tot GPS.
Scheepslengte en Afstand voorsteven tot GPS kunnen worden ingesteld in het instellingentabblad
Scheepsgegevens: Home-venster > Instellingen > Scheepsgegevens. Als de waarden niet zijn
ingesteld, wordt u gevraagd deze in te voeren wanneer u de ankermodus de eerste keer activeert.
Opmerking:
Als er geen dieptegegevens of positiegegevens beschikbaar zijn, kunt u de wizard 'Voor anker
gaan' niet starten.
De ankermodus gebruikt de volgende gegevens, meetwaarden en berekeningen:
Kaart-app
177