Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Beschrijving Van Communicatie-Interfacemodules - Grundfos MAGNA3 Series Installatie- En Bedieningsinstructies

Verberg thumbnails Zie ook voor MAGNA3 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

11.2.1 Beschrijving van communicatie-interfacemodules

Module
CIM 050
CIM 100
CIM 150
CIM 200
CIM 250
48
Veldbusprotocol
Beschrijving
CIM 050 is een Grundfos communica-
tie-interfacemodule die wordt gebruikt
GENIbus
voor communicatie met een GENI-
bus-netwerk.
CIM 100 is een Grundfos communica-
tie-interfacemodule die wordt gebruikt
LonWorks
voor communicatie met een Lon-
Works-netwerk.
CIM 150 is een Grundfos communica-
tie-interfacemodule die wordt gebruikt
PROFIBUS DP
voor communicatie met een PROFI-
BUS-netwerk.
CIM 200 is een Grundfos communica-
tie-interfacemodule die wordt gebruikt
Modbus RTU
voor communicatie met een Modbus
RTU-netwerk.
CIM 250 is een Grundfos communica-
tie-interfacemodule die wordt gebruikt
GSM/GPRS
voor GSM- of GPRS-communicatie.
CIM 250 wordt gebruikt om te commu-
niceren via een GSM-netwerk.
Functies
CIM 050 beschikt over klemmen voor de
GENIbus-aansluiting.
CIM 100 beschikt over klemmen voor de
LonWorks-aansluiting.
Er worden twee LED's gebruikt om de actu-
ele status van de CIM 100 communicatie
aan te geven.
Eén LED wordt gebruikt om de juiste aan-
sluiting op de pomp aan te geven en de
andere wordt gebruikt om de status van de
LonWorks communicatie aan te geven.
CIM 150 beschikt over klemmen voor de
PROFIBUS DP-aansluiting.
Er wordt gebruikgemaakt voor DIP-schake-
laars om de lijnafsluiting in te stellen.
Twee hexadecimale draaischakelaars wor-
den gebruikt om het PROFIBUS DP-adres
in te stellen.
Er worden twee LED's gebruikt om de actu-
ele status van de CIM 150-communicatie
aan te geven.
Eén LED wordt gebruikt om de juiste aan-
sluiting op de pomp aan te geven en de
andere wordt gebruikt om de status van de
PROFIBUS-communicatie aan te geven.
CIM 200 beschikt over klemmen voor de
Modbus-aansluiting.
Er worden DIP-schakelaars gebruikt om
pariteits- en stopbit te selecteren, de over-
drachtssnelheid te selecteren en de lijnaf-
sluiting in te stellen.
Twee hexadecimale draaischakelaars wor-
den gebruikt om het Modbus-adres in te
stellen.
Er worden twee LED's gebruikt om de actu-
ele status van de CIM 200-communicatie
aan te geven.
Eén LED wordt gebruikt om de juiste aan-
sluiting op de pomp aan te geven en de
andere wordt gebruikt om de status van de
Modbus-communicatie aan te geven.
CIM 250 heeft een SIM-kaartsleuf en een
SMA-verbinding met de GSM-antenne.
CIM 250 heeft tevens een interne
back-upbatterij. Er worden twee LED's
gebruikt om de actuele status van de CIM
250-communicatie aan te geven. Eén LED
wordt gebruikt om de juiste aansluiting op
de pomp aan te geven en de andere wordt
gebruikt om de status van de
GSM-/GPRS-communicatie aan te geven.
Opmerking: De SIM-kaart wordt niet mee-
geleverd met de CIM 250. De SIM-kaart van
de serviceprovider moet data-/faxservice
ondersteunen voor gebruik van de
oproepservice vanuit PC Tool of SCADA. De
SIM-kaart van de serviceprovider moet
GPRS-service ondersteunen voor gebruik
van de Ethernet-service vanuit PC Tool of
SCADA.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave