De aansluitklemmen van uitvoeringen met plugaansluiting ver-
schillen van uitvoeringen met klemaansluiting, maar kunnen wel
dezelfde functie en aansluitopties hebben.
Betreffende de eisen voor signaaldraden en signaalopnemers,
zie paragraaf
12. Technische
specificaties.
Gebruik afgeschermde kabels voor externe in-/uitschakeling, digi-
tale invoer, sensor- en setpointsignalen.
Sluit afgeschermde kabels als volgt af van de aardeaansluiting:
•
Uitvoeringen met klemaansluiting:
Verbind de kabelafscherming met de aarde via de digitale
ingangsklem. Zie afb. 25.
•
Uitvoeringen met plugaansluiting:
Verbind de kabelafscherming met de aarde via een kabelklem.
Zie afb. 26.
WAARSCHUWING
Elektrische schok
Licht of middelzwaar persoonlijk letsel
- Aparte aders die zijn aangesloten op voedings-
klemmen, uitgangen NC, NO, C en
start/stop-ingang moeten van elkaar en van de
voeding worden gescheiden door verstevigde iso-
latie.
Zorg ervoor dat alle kabels hittebestendig zijn tot
75 °C.
Installeer alle kabels volgens EN 60204-1 en EN
50174-2:2000.
Sluit alle kabels aan in overeenstemming met de
lokale voorschriften.
7.3 Ingangs- en uitgangscommunicatie
•
Relaisuitgangen
Alarm-, gereed- en bedrijfsmelding via signaalrelais.
•
Digitale ingang
– In- en uitschakeling (S/S)
– Minimale curve (MI)
– Maximale curve (MA).
•
Analoge ingang
0-10 V of 4-20 mA stuursignaal.
Te gebruiken voor externe regeling van de pomp of als senso-
ringang voor de regeling van het externe setpoint.
De 24 V-voeding van pomp naar sensor is een optie en wordt
doorgaans gebruikt waneer er geen externe voeding voorhan-
den is.
WAARSCHUWING
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
- Aparte ingangsvoltages van externe apparatuur
moeten via verstevigde isolatie worden geschei-
den van stroomvoerende onderdelen.
18
7.4 Prioriteit van instellingen
De externe signalen voor gedwongen regeling zullen de beschik-
bare instellingen op het bedieningspaneel van de pomp of met de
Grundfos GO beperken. U kunt de pomp echter altijd op maxi-
male pompcurve bedrijf zetten of uitschakelen op het bedienings-
paneel van de pomp of met de Grundfos GO.
Als twee of meer functies tegelijkertijd worden geactiveerd, werkt
de pomp volgens de instelling met de hoogste prioriteit.
De prioriteit van de instellingen is zoals weergegeven in de
onderstaande tabel.
Voorbeeld: Als de pomp door een extern signaal gedwongen is
uitgeschakeld, dan kan met het bedieningspaneel van de pomp of
met de Grundfos GO de pomp alleen op maximale curve inge-
steld worden.
Mogelijke instellingen
Bedienings-
Prioriteit
paneel of
Grundfos GO
1
"Stop"
2
"Max. curve"
3
4
5
6
7
8
9
"Min. curve"
10
11
"Start"
7.4.1 Relaisuitgangen
Zie afb. 25, pos. 1.
De pomp heeft twee signaalrelais met een potentiaalvrij wissel-
contact voor externe storingsindicatie.
U kunt de functie van het signaalrelais instellen op "Alarm",
"Gereed" of "Bedrijf" op het bedieningspaneel of met de Grundfos
GO.
De relais kunnen worden gebruikt voor uitgangen van maximaal
250 V en 2 A.
De alarmrelais worden niet geactiveerd door waar-
schuwingen.
Gebruik C en NC voor storingssignalen aangezien
hierdoor serieverbindingen van meer relais en detec-
tie van storingen in signaalkabels mogelijk zijn.
Externe sig-
Bussignaal
nalen
"Stop"
"Stop"
"Max. curve"
"Min. curve"
"Inschakelen"
"Max. curve"
"Min. curve"