"Cascadebedrijf"
Afb. 55 "Cascadebedrijf"
Cascade-bedrijf zorgt dat de pompcapaciteit automatisch wordt
aangepast aan het gebruik door de pompen in of uit te schakelen.
Het systeem draait dus zo energiezuinig mogelijk met een con-
stante druk en een beperkt aantal pompen.
Als een dubbelpomp werkt in de modus met constante drukrege-
ling, start de tweede pomp op 90 % van de maximale capaciteit.
De tweede pomp wordt automatisch uitgeschakeld als deze niet
langer nodig is om aan de vraag van het systeem te voldoen. Als
beide pompen in bedrijf zijn, werken deze op hetzelfde toerental.
Pompsysteem:
•
Stel de regelmodus moet in op "Const. druk" of "Const. curve".
"Geen multipompfunctie"
Afb. 56 "Geen multipompfunctie"
De pompen werken als enkelpompen.
8.8.4 Externe verbindingen in een multipompsysteem
De volgende externe verbindingen hoeven alleen tot stand te
worden gebracht bij de hoofdpomp:
•
analoge ingang
•
digitale ingang
•
communicatie-interfacemodule, CIM.
Als u een slave-pomp wilt bewaken, installeert u ook een commu-
nicatie-interfacemodule op de slave-pomp.
Stel het volgende in op zowel hoofdpomp als slave-pomp:
•
Relais
Van model B. Configureer op zowel hoofd- als slave-pomp.
•
Bedrijfsmodus, regelmodus en setpoint
Deze modi zijn systeemparameters en worden gedeeld door
de twee pompen.
•
Warmte-energiemeter
De warmte-energiemeter werkt op systeemniveau. Daarom
geven beide pompen de warmte-energie voor het systeem
aan, niet voor de individuele pomp.
40
8.8.5 "Setup, analoge ingang"
Dit menu leidt u door de instelling van de analoge ingangen, bij-
voorbeeld een temperatuursensoringang naar een warmte-ener-
giemeter.
Navigatie
"Home" > "Assist" > "Setup, analoge ingang"
1. U kunt de sensoringang activeren door "Warmte-energ.meter"
te selecteren met
of
en op [OK] te drukken.
2. Volg de stapsgewijze handleiding om de instelling van de sen-
soringang te voltooien. Begin met de weergave van de eenhe-
den en eindig met de samenvattingsoverzicht.
3. Controleer de ingevoerde waarden.
4. Druk op [OK] om te bevestigen en de instellingen te activeren.
8.8.6 "Warmte-energ.meter"
De warmte-energiemonitor is een bewakingsfunctie die het ver-
bruik van warmte-energie binnen een systeem berekent. De inge-
bouwde schatting van het debiet die is vereist voor de berekening
heeft een onnauwkeurigheid van ± 10 % van het maximale
debiet. Ook de temperatuurmetingen die nodig zijn voor de bere-
kening zijn niet helemaal nauwkeurig, afhankelijk van het sensor-
type. Daarom kunt u de waarde voor de warmte-energie niet
gebruiken voor factureringsdoeleinden. De waarde is echter per-
fect voor optimalisatiedoeleinden om buitensporige energiekos-
ten ten gevolge van onbalans in het systeem te voorkomen.
De warmte-energiemeter vereist dat een extra temperatuursensor
wordt gemonteerd in de aanvoer- of retourleiding, afhankelijk van
waar de pomp is geplaatst.
kWh
t
F
t
R
Afb. 57 MAGNA3 met ingebouwde warmte-energiemeter