8.6.5 "FLOWLIMIT"
Navigatie
"Home" > "Instellingen" > "FLOWLIMIT"
"FLOW
"
LIMIT
•
"FLOWLIMIT-functie inschakelen"
•
"Stel de FLOWLIMIT in".
Instelling:
1. Om de functie te activeren: selecteert u "Actief" met
en drukt u op [OK].
2. Druk op [OK] om de FLOW
LIMIT
3. Kies het cijfer met
en
4. Druk op [OK] om op te slaan.
H
Q
25 %
max
Instelbereik
Q
Afb. 46 FLOW
LIMIT
U kunt de functie FLOW
combineren met de volgende regel-
LIMIT
modi:
•
"Prop. druk"
•
"Const. druk"
•
"Const. temp."
•
"Const. curve".
Een debiet-beperkende functie zorgt ervoor dat het debiet nooit
de ingevoerde waarde voor FLOW
Het instelbereik voor FLOW
LIMIT
de pomp.
De fabrieksinstelling van de FLOW
AUTO
fabrieksinstelling overeenkomt met de maximale
ADAPT
curve. Zie afb. 36.
of
in te stellen.
en pas aan met
of
.
Q
90 %
max
Q
limit
overschrijdt.
LIMIT
is 25 t/m 90 % van de Q
van
max
is het debiet waarbij de
LIMIT
8.6.6 "Automatisch nachtbedrijf"
Navigatie
"Home" > "Instellingen" > "Automatisch nachtbedrijf"
"Automatisch nachtbedrijf"
Om de functie te activeren, selecteert u "Actief" met
drukt u op [OK].
Als u de automatische nachverlaging hebt ingeschakeld, schakelt
de pomp automatisch tussen normaal bedrijf en nachtverlaging
(bedrijf op laag vermogen). De omschakeling is afhankelijk van
de temperatuur van de aanvoerleiding.
De pomp schakelt automatisch over op nachtverlaging wanneer
de ingebouwde sensor in de aanvoerleiding binnen ongeveer
twee uur een temperatuurdaling van meer dan 10 tot 15 °C meet.
De temperatuurdaling moet ten minste 0,1 °C/min bedragen.
Omschakeling naar normaal bedrijf vindt plaats zonder tijdsver-
traging als de temperatuur ongeveer 10 °C gestegen is.
U kunt automatisch nachtbedrijf niet instellen als de pomp zich in
de modus voor constante druk bevindt.
of
en
31