Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Algemeen Geldende Regels Voor Het Correcte Gebruik Van Deze Regelaar - Technische Alternative UVR 63 Montagehandleiding

Driekrings universele regeling
Inhoudsopgave

Advertenties

Algemeen geldende regels
De fabrikant geeft op gevolgschade van het systeem geen garantie, indien onder de
volgende voorwaarden aan de systeemzijde geen additionele elektromechanische
voorzieningen (thermostaat eventueel in combinatie met een afsluiter) als beveiliging voor
systeemschade als gevolg van een foutief functioneren worden ingebouwd:
 Zwembad-solarsysteem: in combinatie met een solarsysteem en hittegevoelige
systeemonderdelen (bv. kunststof leidingen) dient in de aanvoer een (maximaal-
)thermostaat tezamen met een zelfsluitend ventiel (stroomloos gesloten) te worden
ingebouwd. Dit kan ook door de pompuitgang van de regelaar voorzien worden. Hierdoor
worden bij een systeemstilstand alle hittegevoelige onderdelen voor overtemperatuur
beschermd, ook waanneer er in het systeem damp (stagnatie) optreedt. In het bijzonder
in systemen met warmtewisselaars is deze techniek voorgeschreven, omdat anders bij
een uitval van de secundaire pomp (zwembad) tot grote schade aan het kunststof
leidingwerk kan leiden.
 Gebruikelijke solarsystemen met externe warmtewisselaar: in dergelijke systemen is de
secundairzijdige warmtedrager meestal gewoon water. Indien bij temperaturen onder de
vorstgrens bij een uitval van de regelaar de pompen lopen, bestaat het gevaar van
beschadiging van de warmtewisselaar en verdere systeemonderdelen door vorstschade.
In dit geval is absoluut na de warmtewisselaar op de aanvoer van de secundaire zijde
een thermostaat te monteren, welke bij het optreden van temperaturen onder 5°C
automatisch de primaire pomp onafhankelijk van de uitgang van de regelaar onderbreekt.
 In verbinding met vloer- en wandverwarming: hier is zoals bij gebruikelijke
verwarmingsregelingen een maximaalthermostaat voorgeschreven. Deze dient bij
overtemperatuur de cv-pomp onafhankelijk van de regelaaruitgang uit te schakelen, om
vervolgschade door overtemperaturen te vermijden.
Solarsystemen – Aandachtspunten m.b.t. systeemstilstand (stagnatie):
In de basis geldt: een stagnatie betekent niet direct een probleem en is bv. bij stroomuitval
niet uit te sluiten. In de zomer kan de boilerbegrenzing van de regelaar altijd tot een
systeemuitschakeling leiden. Een solarsysteem dient daarom altijd "automatisch gezekerd"
opgebouwd te zijn. Dit is bij een correcte dimensionering van het expansievat en
overdrukventiel
gewaarborgd.
(collectorvloeistof) bij stagnatie minder wordt belast als vlak onder de dampfase.
De databladen van veel collectorfabrikanten geven stilstandtemperaturen van meer dan
200°C op, echter deze temperaturen ontstaan alleen in de bedrijfsfase met "droge damp".
Dus altijd dan, als de warmtedrager in de collector volledig is verdampt cq. indien de collector
door de dampvorming volledig is leeggedrukt. De vochtige damp droogt dan snel op bezit
geen noemenswaardige warmtegeleidbaarheid meer. Hierdoor kan algemeen aangenomen
worden, dat deze hoge temperaturen aan het meetpunt van de collectorvoeler (bij
gebruikelijke montage in de verzamelleiding) niet kunnen optreden, omdat de resterende
thermische geleiding via de metallische verbindingen van de absorber tot aan de sensor een
zekere afkoeling teweeg brengt.
voor het correcte gebruik van deze regelaar:
Testen
hebben
aangetoond,
dat
de
warmtedrager
7

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave